terug naar inhoud.                            Geelkoppapegaai

Classificatie: Orde Psittaciformes, familie Psittacidae.

                    Poicephalus flavifrons flavifrons (Rüppell 1845)

Geslacht:poicephalus

Soort:       Poicephalus flavifrons flavifrons (Rüppell 1845)
Ondersoort: Poicephalus flavifrons auranticeps
(Neumann 1904-niet herkent)

CITES status: CITES II - BEDREIGD

 

Beschrijving: algemeen groene gevederte; de kop is geel behalve de achterkant van de kop deze is groen wat doorloopt over de rug ,vleugels zijn groen omzoomt zoals bij de Jardine papegaai. De borst, buik, dijen en onderstaartveren zijn geelachtig groen, dijen en schouders zijn bij sommige vogels geel. Oogring donker grijs tot tegen het zwart.Bovensnavel bruinachtig grijs ,ondersnavel hoornkleurig . Oranjerode iris, poten donkergrijs. Er is bijna geen verschil tussen poppen en mannen.
 

Jongen hebben een olijfgroen masker met of zonder gele veren. zie foto.

De ondersoort Poicephalus flavifrons aurantiiceps uit het gebied Masango en de Gila rivier,zuidwestelijk Ethiopië die door Neumann in 1904 werd beschreven als oranjekop papegaai is niet erkent omdat deze soort niet constant genoeg voorkomt.

 

Verspreidingsgebied: Midden van Ethiopië (centraal hoogland)
Habitat: bossen van hooglanden tussen 1.000 m en 3.000 m

Lengte: 28cm.    
Vleugellengte 160-188 mm                                                                                                            
Avicultuur: De vogel komt voor zover bekend niet in avicultuur voor.


Geluid:
Location Wondo Genet , Country Ethiopia


Ringmaat: 8mm (Vogel heeft het zelfde formaat als de Jardine papegaai.)

Gewicht:

Kweek:    -eieren        : L.31 á 32 mm X B.23 á 24 mm
           -Nestperiode  : /

Nestkast: -maten        : /
                  -Invlieggat    : /

 

Voorlopig veldverslag over de

Geelmasker papegaaien in Ethiopië

door Marc Boussekey, Cathy Pelsy & Frederic Pelsy
Veldverslag februari 2002

De Geelmasker papegaai Poicephalus flavifrons is een endemische papegaaiensoort in Ethiopië, hij werd nauwelijks bestudeerd in het veld en is eigenlijk onbekend in de avicultuur. Een papegaai van gemiddelde grootte zoals alle Poicephalus soorten, deze vogel heeft een groen gekleurd verenpak en een helder geel masker. Beide seksen zijn gelijk hoewel het gele gebied minder helder en uitgebreid kan zijn bij de pop. Jongen hebben een olijfgroen masker met of zonder een paar gele veren.
Tot nog toe is deze “een beetje op amazones lijkende” papegaai heel slecht bestudeerd in het wild. Het verspreidingsgebied is nog steeds onzeker en er zijn geen geschatte cijfers voor de hele populatie.

Bovendien blijft informatie over de bio-ecology van deze vogel erg slecht. Volgens de paar referenties die we hebben, is deze vogel een bosbewoner zoals de Poicephalus robustus, die woont in Juniperus, Podocarpus en Hagenia bossen zowel als in galerijbossen met Ficusbomen. De Geelmasker papegaai bevindt zich meestal op een hoogte van 600m tot 2900m en zijn hoofdvoedsel bestaat uit fruit en zaden (waaronder maïs, sorghum en millet). Er is geen informatie over broedgewoontes beschikbaar.
Om meer informatie over deze soort te krijgen, werd er in februari 2002 een veldproject gestart. De World Parrot Trust bood welwillend aan de helft van de kosten (US$ 6200) te dekken.
We werkten ons reisplan uit na voorgaande waarnemingen door Marc Boussekey (in 1999, 2000 en 2001) en informatie van Yilma Delleghen Abebe, een vermaard Ethiopische ornitholoog. Volgens hem is de verspreiding van de Geelmasker papegaai verdeeld in drie belangrijke gebieden; in het noorden rond Tana Lake, in de westelijke bossen van Ethiopië langs de grens van Soedan en in het zuiden van Addis Ababa.
Omdat onze reis maar 17 dagen in beslag nam en vanwege de slechte conditie van de wegen, besloten we ons te concentreren op het zuidelijke gebied. We gaan de andere twee gebieden in de nabije toekomst onderzoeken.
Doelen en methoden: directe observatie en gesprekken
Onze hoofddoelen voor deze trip waren:
1 de aanwezigheid van de soorten op reeds bekende plaatsen te bevestigen,
2 te kijken naar mogelijke plaatsen die gunstig lijken voor de vogel,
3 gegevens te verzamelen over de fundamentele biologie van de Geelmasker (habitat, dieet, gedrag en broeden).
Dus we deden rechtstreekse veldwaarnemingen tijdens onze hele trip. We verlieten Addis naar het zuiden door de Rift Valley en deden onze eerste waarnemingen rond de meren van Langano en Awassa. Daarna klommen we, vanuit Shashemene in de Rift, naar het hoogplateau van het Bale Mountain National Park en naar Goba. We gingen verder naar het zuiden naar Dolo Mena waar we kampeerden voor een paar dagen. Terug naar Sashemene, gingen we westelijk naar Welkite.
Toen kampeerden we in het Menagesha bos op de weg terug naar Addis.
We waren blij met de bestuurder van de 4W-drive, Brook Kassa, die ook verschillende talen sprak (Engels, Amharic, Oromo…) en goed op de hoogte en enthousiast was over het Ethiopische wildlife. We noteerden GPS gegevens en hoogtes van iedere observatiesite die we bezochten. We kregen heel bruikbare informatie over nieuwe potentiële plaatsen door gedetailleerde gesprekken met de lokale bevolking (dorpelingen, park- en reservaatboswachters) en met lokale en buitenlandse vogelwachters. We konden op vier verschillende plaatsen de Geelmasker papegaaien observeren, dus verzamelden we directe informatie over de biologie van deze soort. Het is vermeldenswaard dat één van de observatiegebieden, vlakbij Dolo Mena in het zuiden, buiten het huidige verspreidingsgebied ligt die verschillende auteurs geven.

Foto Thomas Arndt. aangepast P.de Jongh.

Jonge geelkop papegaai. Na een paar keer ruien zal het geel de kop geheel bedekken.

Habitat
Onze eigen waarnemingen bevestigen de bibliografische gegevens dat de Geelmasker een bosbewoner is. We vonden hem in de hoogland bossen met Juniperus en Podocarpus bomen van tenminste 2500m. In lagere gebieden, tussen 1200m en 1500m, zagen we ze verschillende keren foerageren in galerijbossen langs de oever van de rivier in Ficusbomen. We hadden het geluk een slaapplaats te ontdekken (en deze is voor zover bekend waarschijnlijk ‘nieuw’), de vogels zitten in paren of kleine familiegroepjes op heel hoge Juniperus bomen van wel 2400m.

Dieet
We verzamelden monsters van alle bomen en planten waarvan we zagen dat de Geelmasker papegaai ervan at. Deze monsters werden zorgvuldig gedetermineerd door Ethiopische botanici. We zagen dat de papegaai zich voornamelijk voedde met fruit, zaden en soms met knoppen van tenminste zes soorten bomen (Bersama, Cordia, Diospyros, Ficus, Syzygium, Terminalia)


Volgens verschillende vermeldingen, voedt de Geelmasker zich ook met gewasplanten zoals maïs (Thomas Arndt nam er foto’s van) en sorghum, maar soms ook tomaten, bonen en spinazie.

 

                                                                                        Terminalia_catappa

Gedrag
De dagelijkse activiteiten lijken typisch voor een papegaaiensoort: bij schemer werden er gemiddeld troepen van 2 tot 6 vogels gezien die hun slaapplaats verlieten om hun voedselgebied  te bereiken, soms vele kilometers verderop. Er zijn ook grotere troepen (van 20 tot 40 stuks) gezien door een paar informanten. Tijdens de ochtendvluchten zijn de papegaaien erg luidruchtig, waarbij ze harde en schrille kreten laten horen, daarom zijn ze erg gemakkelijk te lokaliseren. Echter, als ze eten zijn ze erg stil, waardoor ze erg moeilijk te traceren zijn vooral omdat ze de meeste tijd in de boomtoppen zitten. Tijdens het heetst van de dag, rusten ze in de schaduw van het loof en zijn dan bijna niet te zien. Tijdens de late avond, net vóór zonsondergang, verschijnt dezelfde troep maar in omgekeerde richting. De luidruchtige papegaaien vliegen terug naar hun slaapplaats. Ze blijven schreeuwen als ze aankomen, heen en weer vliegend in paren of familiegroepjes, alsof ze hun slaapplaats uitzoeken. De familiegroepen worden opgesplitst over verschillende bomen over een afstand van +/-100m  van elkaar. Zover we konden waarnemen, leken de vogels de nacht door te brengen op de takken van de grote Juniperus.


Broed
We hadden het onverwachte genoegen een paar te kunnen observeren dat een nestholte in een boom bezocht en konden de geluiden van jonge kuikens horen, daarom was het een actief nest (nog een “eerste” bij ons weten)! Het nest was zo’n 20m hoog in een grote Juniperus in een bergbos op 2401m hoogte. Verschillende keren zagen we de ouders in en uit de holte vliegen, zowel ’s ochtends als ’s avonds. Als één van hen de holte binnenging, zat de andere verschillende minuten in de buurt op een tak 1m van de holte vandaan en soms hield hij degene binnenin gezelschap. Beide ouders riepen vlak voor ze bij het nest waren, soms niet zo’n hard gezang maar meer rollend en bijna melodieus. We zagen dat de ouders ’s nachts niet in het nest sliepen, wat aannemelijk maakt dat de jongen oud genoeg waren om op zichzelf te staan.

De voornaamste bedreiging: verlies van habitat.
Het is nog steeds te vroeg om de exacte status van de soort te definiëren. Toch kunnen we door deze eerste studie zeggen dat de Geelmasker papegaai alleen “gewoon” is op heel specifieke locaties. Trouwens, de soort is op veel plaatsen langs onze trip nooit gezien zowel door de lokale bevolking als door vogelwachters en/of ornithologen. Bovendien melden de meeste mensen, die deze papegaai hebben kunnen observeren, een teruggang van de troepengrootte in de laatste jaren. Echter deze vogels worden niet bejaagd voor voedsel noch gevangen voor de dierenhandel. De papegaaien die van de gewassen eten worden meestal verjaagd en niet gedood door de boeren.  In feite is de voornaamste bedreiging voor het overleven van de soort (zoals veel diersoorten in Ethiopië) verlies van habitat. Alle inheemse bossen waaronder de Juniperus en Podocarpus bossen (en Acacia ook) worden vernietigd door illegale houtkap voor houtskool en constructiemateriaal.

Conclusie en perspectieven

De Geelmasker papegaai is zeldzaam en wordt gezien op plaatsen waar nog wat bos is overgebleven welke bruikbaar zijn als slaap - en voedselplaatsen. De verspreiding van de soort moet behoorlijk weids zijn in Ethiopië maar waarschijnlijk heel verdeeld vanwege de totale vernietiging van de natuurlijke habitat. Onze trip in het zuidelijk deel van het land gaf ons de gelegenheid om eerste observaties te doen van slaap - en broedgedrag van deze soort. We konden ook meer informatie verzamelen over hun eetpatroon en gedrag in het algemeen. De twee andere gebieden bezoeken waar de soort blijkbaar nog leeft (het westen en noorden) lijkt waardevol te zijn als we een helderder inzicht willen krijgen op de overvloed van deze soort en zijn huidige status.  

Juniperus  en Podocarpus bos

Bovendien zouden er waarnemers fulltime moeten worden ingehuurd om meer precieze biologische gegevens te krijgen, daarom proberen we nu een netwerk van lokale informanten en waarnemers op te zetten. Dus hopen we meer precieze informatie te verzamelen over de grootte van het verspreidingsgebied, het populatieverloop en –aantal zowel als de ecologische eisen van de Geelmasker papegaai. Donaties voor fondsen voor de veldonderzoeken voor de Geelmasker papegaai worden dankbaar in ontvangst genomen door de World Parrot Trust.

 

Voor meer informatie zie; CITES Animals Committee, CITES Secretariat. Januari 2004.


http--www.unep-wcmc.org-species-sca-pdfs-E20-08-5-AB.pdf


                                                                  
 top