<-Home
Inhoud,
wist u dit ?
Consultatie van de Europese
Commissie over invasieve
soorten.
DE TOEKOMST VOOR ONZE
HOBBY.
Parkieten sociëteit
West-Brabant
Nieuwsbrief
NBvV 27 mei 2010.
Laatste nieuws NOP
De spijsvertering.
Het verenpak van onze
vogels.
Biggencompost.
Alle vogels leggen eieren.
Papegaaienvoeding de
nieuwemanier.
Anti-oxydanten.
Dierenspeciaalzaak bij u in
de buurt.
Duizend papegaaien in beslag
genomen.
Imported African Parrots.
Toename illegale vogelimport
gevaarlijk.
Life verslag uit Afrika
(Meyer papegaai)
Meer info over Cites.
Europarlement wil invoer
wilde vogels beperken.
Toezeggingen CITES.
Teflon toxicose bij vogels.
Importverbod in het wild
gevangen vogels.
Eigenaarverklaring
handel in papegaaiachtigen.
Berichten van CITES
Controle door de AID of de
politie.
CITES vergunning of
certificaat aanvragen.
Dringende oproep COM
Nederland.
Zijn chocolade en Cafeïne
giftig?
Opgelicht; Dennis
Papegaaien.
Nieuwsbrief COM Nederland,
Regeling Administratie.
Oerles park 'weigert geen
enkele papegaai'
Muizen en
ratten veilig vangen
Oerbossen
=============================//==================================
Consultatie van de Europese
Commissie over invasieve
soorten
De Europese Commissie is op
dit moment wetgeving aan het
voorbereiden om te voorkomen
dat invasieve soorten een
verdere bedreiging kunnen
vormen voor onze inheemse
soorten. Dit is op zich een
goed plan. Helaas kunnen
enkele van de mogelijke
voorstellen een beperking
van onze hobby inhouden. Zo
is het mogelijk dat het
enkel toegestaan wordt om
een beperkt aantal soorten
te houden en te kweken. Een
zogenaamde positieflijst
welke in Belgie al van
kracht is voor zoogdieren.
Natuurlijk is het van belang
dat wij als vogelliefhebbers
aantonen dat we op een
verantwoordelijke manier
vogels kunnen houden. Helaas
is er door een aantal
verenigingen weinig
ruchtbaarheid gegeven aan de
enquete. Dit terwijl het erg
belangrijk is dat zo veel
mogelijk mensen de enquete
invullen.
Lees verder op onderstaande
linken.
Dirk Van den Abeele;
http://www.ornitho-genetics.info/?p=3531
Parkieten sociëteit
; http://www.parkietensocieteit.nl/ps/index.php?
option=com_content&view=article&id=53&Itemid=368
-----------------------------------------------------------------------------
EUROPESE
COMMISSIE - PERSBERICHT
Milieu: Hoe denkt u over
ongenode gasten? Brussel, 29 februari 2012 –
Er zijn veel
gevallen bekend van dieren
en planten die terecht zijn
gekomen in een milieu dat
niet hun natuurlijke milieu
is en zich nu zo snel
verspreiden dat zij een
bedreiging vormen voor de
biologische diversiteit.
Sommige aanvankelijk
"uitheemse" soorten zoals de
tomaat of de aardappel
werden in het verleden
probleemloos geïntroduceerd.
Talrijke andere soorten
daarentegen, waaronder
Canadese ganzen, Amerikaanse
brulkikkers, Japanse
duizendknoop en Caulerpa
verspreiden zich nu in ons
milieu, bedreigen onze
lokale flora en fauna en
brengen onze ecosystemen en
onze biodiversiteit enorme
schade toe. Dergelijke "invasieve
uitheemse soorten" kunnen
ook een gevaar opleveren
voor de volksgezondheid,
schade toebrengen aan
gewassen en dieren en
ernstige economische
gevolgen hebben. De Europese
Commissie zoekt naar
mogelijkheden om het
probleem aan te pakken –
waaronder een specifiek
wetgevingsinstrument – en
wil dankzij een
onlineraadpleging nagaan
welke oplossing de beste is.
De resultaten van de
raadpleging zullen leiden
tot een voorstel dat later
dit jaar zal worden
bekendgemaakt. Milieucommissaris
Janez Potočnik zei in
dat verband: "De schade die
ons natuurlijk kapitaal door
invasieve soorten wordt
berokkend, wordt op minstens
12 miljard euro per jaar
geraamd. Het ogenblik is
aangebroken voor een
doeltreffend beleid waarmee
deze toenemende dreiging een
halt kan worden
toegeroepen." Momenteel
worden meer dan 11 000
uitheemse soorten in het
Europese milieu aangetroffen
waarvan 10% tot 15% invasief
zijn geworden. De huidige
maatregelen om te
verhinderen dat ze ons
territorium binnendringen en
zich verspreiden, zijn
onsamenhangend en tevens
onvoldoende om voor een
drastische verlaging van de
risico's te zorgen. De
Commissie tracht derhalve
deze leemte op te vullen en
een op drie pijlers
gebaseerde aanpak uit te
werken die aansluit bij de
door het VN-verdrag inzake
biologische diversiteit
voorgestelde aanpak. In de
eerste plaats moeten we
voorkomen, als tweede stap
zijn vroege detectie en
snelle reactie aan de orde
en als laatste hulpmiddel
dienen zich uitroeiing of
beheersing van de bedoelde
soorten aan zodat hun
negatieve gevolgen zo veel
mogelijk worden beperkt. Door middel van de
onlineraadpleging wordt
nagegaan hoe deze aanpak kan
worden toegesneden op de
realiteit te velde. De
raadpleging zal betrekking
hebben op eventuele
handelsbeperkingen,
etiketteringsregelingen,
controlemechanismen,
uitroeiingsmaatregelen en
het herstel van beschadigde
ecosystemen. In het kader
van de raadpleging zullen de
belanghebbende partijen, met
inbegrip van individuele
burgers, het bedrijfsleven,
vertegenwoordigers van de
consumenten,
belangengroepen, de
ngo-gemeenschap en nationale
autoriteiten worden verzocht
hun mening uiterlijk 12
april 2012 kenbaar te maken.
Achtergrond De
introductie van uitheemse
soorten is het gevolg van
bewuste of toevallige
menselijke actie. Sommige
geïntroduceerde soorten
brengen enorme voordelen
voor onze maatschappij en
onze economie met zich mee;
andere daarentegen verstoren
het evenwicht van
ecosystemen en verspreiden
zich op zeer destructieve
wijze. Aziatische
tijgermuggen die
knokkelkoorts (dengue)
veroorzaken bijvoorbeeld,
komen ons grondgebied binnen
in de vorm van inactieve
eitjes op banden, en in
water voorkomende organismen
die schadelijk zijn voor
mariene milieus worden in
het algemeen geïntroduceerd
via het ballastwater van
schepen. Gezien het
toenemende handels en
reisverkeer wordt verwacht
dat meer uitheemse soorten
zullen worden
geïntroduceerd. Na het
habitatverlies wordt dit
probleem beschouwd als de
tweede grootste bedreiging
voor de biodiversiteit. 's
Werelds biodiversiteit staat
momenteel zeer onder druk
door talrijke bedreigingen
die vaak het gevolg zijn van
de menselijke activiteit en
door de klimaatverandering
worden geïntensifieerd. De
biodiversiteit schraagt een
vloed aan ecosysteemgoederen
en -diensten (voedsel,
brandstof, vezels,
luchtkwaliteit,
waterhuishouding en
-kwaliteit,
bodemvruchtbaarheid en
nutriëntencyclus) en is een
determinerende factor voor
het welzijn van de mens.
Toch gaat ongeveer twee
derde van de
ecosysteemdiensten in de
wereld erop achteruit. In de
EU komt deze achteruitgang
tot uiting in ineenstortende
visbestanden, verregaand
bodemverval, dure
beschadigingen door
overstromingen en het
verdwijnen van wilde
diersoorten.
Nadere
informatie:
U kan niet meer
deelnemen aan de raadpleging
: (stemmen t/m
12-04-2012)
http://ec.europa.eu/environment/consultations/invasive.htm
Voor meer
inlichtingen over uitheemse
soorten ga naar:
http://ec.europa.eu/environment/nature/invasivealien/index_en.htm
Contact : Joe Hennon
(+32 2 295 35 93) Monica
Westeren (+32 2 299 18 30)
top
==================================================================================
Parkieten
sociëteit
West-Brabant
Vogelbeurs
2014
top
23-09-2020
Inmiddels zijn
we weer een maand verder, maar helaas gooit corona nog steeds
roet in het eten.
Het zal niemand zijn ontgaan dat het virus nog lang niet weg is
en dit heeft wederom gevolgen voor onze planning voor
de komende periode.
De beurs en bijeenkomst zoals die in oktober gepland stonden
komen bij deze te vervallen.
We betreuren dit uiteraard enorm en hopen jullie een volgende
keer beter nieuws te kunnen melden.
Voor verdere ontwikkelingen houden wij u via de nieuwsbrief op
de hoogte.
Vriendelijke groet,
Het bestuur van PSWB
Elke
2e zondag van de maand in
Sint-Willebrord.
Elke 2e zondag van de maand
wordt er in “De
Lanteern“ Dorpsstraat 119.
4711 EG
Sint-Willebrord
Tel.
0165-382345 een
welbekende en druk bezochte
vogelbeurs gehouden.
Nieuw is dat het een beurs
betreft voor alle soorten
vogels behalve
grijpvogels zoals kwartel
fazanten en andere
loopvogels verboden op grond
van de faunawet . Ook
niet-zelfstandige vogels
zijn niet-welkom / verboden
op deze beurs. Het
welzijn van onze vogels is
het belangrijkst, maar ook
een goede presentatie van
onze liefhebberij. Daarom is
ons streven om de vogels in
beurskooien of TT kooien te
krijgen. Deze beurs is voor
iedereen toegankelijk en is
geopend van 09.00 uur tot
12.00 uur. Ingebrachte
vogels kunnen geruild en/of
verkocht worden en dienen te
worden geplaatst in de door
de vereniging beschikbaar
gestelde beurskooien.
Aanverwante artikelen voor
het houden van, of kweken
met onze vogels worden door
onze hoofdsponsor zaadhandel
Kees Zagers uit St,
Willebrord en de firma
Heesakkers uit Erp te koop
aangeboden.
Organisatie; Contactpersonen:
M.v.Benthem 0165 - 387633
mvbenthem@home.nl
P.Pattijn secretaris PS
afd. West Brabant
06 – 14126911
of
0168 - 484746
ps.wb@hotmail.com
Ook onze maandelijkse ledenvergadering
wordt gehouden in de “ De Lanteern “
Dorpsstraat 119. 4711
EG
Sint-Willebrord Tel. 0165-382345
Organisatie; Contactpersonen:
M.v.Benthem 0165 - 387633
mvbenthem@home.nl
P.Pattijn
secretaris PS afd. West
Brabant 06 – 14126911
of
0168
- 484746
ps.wb@hotmail.com
top
========================================//==========================================
top
Nieuwsbrief NBvV 27 mei 2011.
Vogelmarkten, vogelbeurzen,
vogelhandel. Wat mag er in de
toekomst nog wel en wat mag er niet
meer.
Informatie over de stand
van zaken.
Op 11 maart 2011 heeft
het ministerie van EL& I een concept
Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)
gepubliceerd op het internet. Het
besluit bevat voorschriften over;
het fokken en socialiseren (het zich
aan de mensen aanpassen) van
gezelschapsdieren de
vakbekwaamheidseisen van beheerders de huisvesting en verzorging van het
dier Het besluit vervangt het Honden-
en katten besluit van 1999.
Doel
van de regeling De handel, opfok en
opvang van gezelschapsdieren aan regels
binden om zo tot verbetering van het
welzijn
van het dier te komen.
Doelgroepen die door de regeling worden
geraakt Een ieder die bedrijfsmatig
gezelschapsdieren verkoopt, ten verkoop
in voorraad houdt, aflevert, in
bewaring
neemt of fokt. Dit zijn onder
andere: (tussen)handelaren in dieren,
detailhandel in
gezelschapsdieren,
fokkers van gezelschapdieren waaronder
ook kennels en catteries en pensions en
asielen voor gezelschapdieren.Op
http://www.internetconsultatie.nl/
gezelschapsdieren vindt u de
complete
tekst van de Algemene Maatregel van
Bestuur (29 artikelen) en de toelichting
die erbij hoort
(18 bladzijden).De
internetconsultatie, waarmee een ieder
gelegenheid heeft gekregen zijn zegje te
doen,
heeft geduurd van 11 maart tot 11
april 2011.
Reactie van
C.O.M.-Nederland Het is lastig om in
het kort en voor iedereen duidelijk aan
te geven hoe de reactie van
C.O.M.-Nederland,
dus van de ANBvV,
NBvV, BEC en Parkietensociëteit, is
geweest. Met een constante verwijzing
naar allerlei
artikelen wordt dit stuk
echter onleesbaar.
Terecht begint
de reactie van C.O.M.-Nederland met de
opmerkingen, dat een eerdere
betrokkenheid van
de bonden vast een
beter en duidelijker product had
opgeleverd, omdat er nu veel zaken nog
onduidelijk
zijn. Verder merkt
C.O.M.-Nederland op dat, hoewel
voorstander van een goed dierenwelzijn,
maatregelen
geen belemmering mogen
vormen voor mensen die hun hobby
uitoefenen, een hobby die als sinds
mensenheugenis bestaat. De maatregelen
zijn bedoeld om met name de handel in
vogels te reguleren,
maar treffen zo
onbedoeld ook onze hobby.Net als
elke regeling begint ook deze AMvB met
een aantal
definities. Duidelijk wordt
aangegeven dat onze vogels onder de
definitie "gezelschapsdieren" vallen.
Hieronder zal dan ook “vogels”worden
gebruikt, dan blijft alles wat dichter
bij huis.
De regeling (artikel 3)
gaat uit van een algemeen verbod van
handel in vogels. Eigenlijk gaat het
veel verder
dan handel want er staat:“verkopen, ten verkoop in voorraad
houden, af te leveren, in bewaring te
nemen of
te fokken ten behoeve van
verkoop of aflevering van nakomelingen”Dan volgt er natuurlijk een "tenzij".
En
deze "tenzij" zegt dat dit met vogels
wel mag wanneer er bij de uitvoering van
die activiteiten geen
sprake is van
“handelen in zekere omvang en met zekere
regelmaat en winstoogmerk.”C.O.M.-Nederland
legt in haar reactie
naar het ministerie uit dat een
dergelijke omschrijving niet erg
duidelijk is. Verder wil
C.O.M.-Nederland nadrukkelijk dat
vogelmarkten- en beurzen, die volgens de
regels verlopen,
blijven bestaan. C.O.M.-Nederland wijst er bovendien op
dat zij zelf in een eerder stadium al
een regeling
voor markten en beurzen
heeft vastgesteld. “Het in het
eerste lid bedoelde verbod is niet van
toepassing
indien degene onder wiensverantwoordelijkheid gezelschapsdieren
in bewaring worden genomen,
aannemelijk
maakt dat er bij de uitoefening van die
activiteit geen sprake is van handelen
in zekere omvang
en met zekere
regelmaat.” Dit is de letterlijke tekst
van het derde lid van artikel 3.C.O.M.-Nederland
wijst er nadrukkelijk
op dat de verkoopklasse of -afdeling bij
een tentoonstelling niet onder deze
regeling
hoort te vallen. De vraag is of
hier sprake is van “handelen in zekere
omvang en zekere regelmaat”.
Bovendien
wordt er op gewezen dat met name op
tentoonstellingen de voorschriften
nadrukkelijk in acht
worden genomen en
er sprake is van een gezonde en
gecontroleerde situatie.
Artikel
4 van de regeling zegt dat handel enz.
alleen maar mag plaatsvinden "in een
door een bij onze
minister aangemelde
inrichting". Ook bij dit artikel wijst C.O.M.-Nederland op de verkoopafdeling
bij een
tentoonstelling en de zorg die
er aan die verkoopvogels wordt besteed.
Afgezien van een aantal vragen,
waarop C.O.M.-Nederland graag een helder
antwoord wil hebben, wordt
ook
nadrukkelijk de vraag aan het ministerie
voorgelegd of artikel 15 ook geldt voor
particulieren.
In dit artikel wordt
namelijk gesproken over het geven van
voorlichting aan de koper over
huisvesting,
voeding enz.
C.O.M.-Nederland merkt op dat binnen de
hobby voorlichting geven over
huisvesting en voeding
al een algemene
gewoonte is.
Verder roept ook
artikel 20 de nodige vragen op. Het
tweede lid zegt o.a. dat "voortplanting
niet op natuurlijke wijze moet
plaatsvinden" en "het aantal
nesten dat
een gezelschapsdier krijgt de gezondheid
of het welzijn van dat dier of de
nakomeling niet mag
benadelen". C.O.M.-Nederland vraagt zich hierbij af
wat wordt verstaan onder "voortplanting
op
onnatuurlijke wijze" en hoe men "het
aantal nesten denkt te handhaven".
Bovendien is opgemerkt dat het
aantal
nesten altijd afhankelijk is van de
omstandigheden.
Tot zover een
beknopte samenvatting van de reactie van
C.O.M.-Nederland. U hebt gezien dat
C.O.M.-Nederland als overkoepelende
organisatie van vogelhouders geen mening
heeft
gegeven over de regulering van de
commerciële handel. C.O.M. Nederland
realiseert zich in voldoende mate
dat
handelaren volgens deze regeling
uitsluitend mogen verkopen vanuit hun
inrichting en er van markten,
waarop ook
handelaren vogels aanbieden, geen sprake meer kan zijn. Voor sommige afdelingen
zal dat een
geweldige tegenvaller zijn.
Reactie van het ministerie C.O.M.-Nederland heeft naar aanleiding
van deze reactie het volgende bericht
van het ministerie ontvangen:
"Uw
reactie is definitief. Wij danken u dat
u de moeite heeft genomen om te
reageren. Mede door uw
reactie zijn wij
in staat kwalitatief betere regelingen
te maken. Wij zullen uw reactie dan ook
met zorg
bekijken". Nergens wordt
echter aangegeven hoe de verdere
planning precies is.
Tot slot Nadere informatie bij het ministerie
leert dat er veelvuldig gebruik is
gemaakt van de internetconsultatie.
Er
liggen ongeveer 50 reacties van
verschillende organisatie. Deze reacties
worden momenteel door de
beleidsambtenaren op het ministerie
beoordeeld.Ongetwijfeld zullen naar
aanleiding daarvan een aantal
zaken aan
de staatssecretaris ter beoordeling
moeten worden voorgelegd. Er is geen
vaststaande planning,
maar de
woordvoedster van het ministerie
verwacht dat de tekst van een aangepaste
AMvB na het
zomerreces zal worden
besproken in de ministerraad. Daarna
moet advies worden gevraagd aan de Raad
van State, en dient consultatie plaats
te vinden van de Europese commissie en
komt een en ander nog aan de
orde in de
Eerste en Tweede Kamer. Nog een heel
traject te gaan dus, maar als er geen
opmerkelijke
zaken gebeuren dan zou
inwerkingtreding begin 2012 een reële
mogelijkheid zijn.
Hoofdbestuur
NBvV
top
=====================================//=============================================
NOP
Zie link:
http://www.ed.nl/regio/asten/richard-loomans-koopt-papegaaienpark-oerle-1.3711469
top
======================================//===========================================
top
De
spijsvertering
Het verteren van harde graankorrels
vraagt om spijsverteringsorganen die in
staat moeten zijn de graankorrels om te
zetten in stoffen die door het
vogellichaam kunnen worden opgenomen om
te worden gebruikt voor energie en
vernieuwing. Het is een zwaar
verteringsproces, dat veel energie
vraagt, maar de spijsverteringsorganen
zijn daar goed op ingesteld.
Een
graankorrel opgenomen door de snavel
komt in de keelholte, waar speeksel
wordt toegevoegd; daarin bevinden zich
stoffen die een begin maken met de
afbraak van de koolhydraten. Vervolgens
gaat de korrel via de slokdarm naar de
krop waar hij in het opgenomen water
wordt geweekt. De krop is eigenlijk
niets anders dan een verwijd gedeelte
van de slokdarm, waar het voedsel enige
tijd kan worden bewaard en waaruit het
met kleine beetjes wordt doorgevoerd
naar de kliermaag. In de wanden van de
kliermaag bevinden zich klieren die
verteringssappen afscheiden (enzymen).
Twee belangrijke verteringssappen zijn
pepzine en zoutzuur, die gezamenlijk het
eiwit gedeelte verteren. Het zoutzuur
heeft nog twee functies; ten eerste
doodt het door z’n antiseptische werking
de schimmels en bacteriën die eventueel
met het
voedsel werden opgenomen, ten tweede
lost het de in het voedsel aanwezige
calciumzouten op. De graankorrel heeft
tot en met het passeren van de kliermaag
nog steeds z'n zelfde vorm behouden,
alleen is hij wat gezwollen door het
weken en de inwerking van de
verteringssappen.
Kliermaag.
De
graankorrel is nog lang niet geschikt om
opgenomen te worden in het lichaam. Het
vermalen van de graankorrel gebeurt in
de spiermaag, een platte geribbelde buis
bekleed met een harde keratinelaag, die
samen met opgenomen scherpe steentjes
voor het kleinmaken van de graankorrel
zorgt. Als de graankorrel in zeer kleine
stukjes is vermaalt, kunnen de
verteringssappen nog beter hun werk
doen. De graankorrel is een dunne brij
geworden, die wordt doorgevoerd naar de
dunne darm, die het verteringsproces
voortzet. De dunne darm bestaat uit drie
gedeelten, nl. de twaalfvingerige darm,
de nuchtere darm en de echte dunne darm.
De twaalfvingerige darm is lusvormig,
met binnenin z'n lus de alvleesklier of
pancreas. De pancreas is een belangrijk
orgaan, dat z'n enzymen aan de
twaalfvingerige darm afgeeft. Deze
enzymen zorgen voor de verdere afbraak
van eiwitten en koolhydraten.
Eiwitten worden gesplitst in aminozuren
en koolhydraten in enkelvoudige suikers.
In de nuchtere darm worden vanuit de
lever de galsappen toegevoerd, die de
vetten splitsen in vetzuren en glycerol.
Van de nuchtere darm wordt het nu geheel
vloeibare voedsel doorgevoerd naar de
dunne darm, waarin zich de darmvlokken
bevinden, die zorgen voor de opname in
de bloedbaan. De onverteerbare stoffen
worden doorgevoerd naar de dikke darm en
via de cloaca uit het lichaam
verwijderd. Het bovenstaande geeft in
grote lijnen weer wat zich tijdens het
verteringsproces afspeelt.
top
======================================================================================
top
Het verenpak van vogels.
Het verenpak van vogels is zeer
doelmatig en geheel aangepast aan de
eisen waaraan het moet voldoen. Het is
licht en sterk en geeft de vogel het
vermogen te vliegen en z'n
lichaamswarmte te regelen. Het is in de
zomer koel en 's winters een goed
isolerende mantel, die de lichaamswarmte
lang vast kan houden. We kunnen de veren
indelen in: 1.grote veren
2.dekveren
3.donsveren
Grote veren
De grote veren
of vliegveren bestaan uit slagpennen,
armpennen en staartpennen. Deze
vliegveren stellen een vogel in staat te
vliegen en zijn van een sterke
constructie. Vliegveren hebben een
sterke schacht, die tot het eind van de
veer doorloopt. Aan weerszijden van die
schacht hebben ze een brede en een
smalle zijde. Aan de schacht bevinden
zich de baarden en baardjes, die
onderling verbonden worden door de
zogenaamde haakjes en de veer tot een
sterk geheel maken. De schacht ontstaat
uit een veerfollikel in de huid, wat te
vergelijken is met een haarzakje bij de
mens. In de veerfollikel komt de veer
tot ontwikkeling. Naar de veerfollikel
lopen bloedvaten die de nodige
voedingsstoffen aanvoeren om de veer te
laten groeien. De veerschacht begint bij
de zogenaamde veernavel, een rond gaatje
dat de voedingsstoffen doorlaat naar de
groeiende veer. Als de veer volgroeid
is, wordt de veernavel afgedicht.
Dekveren Dekveren zijn
ongeveer van dezelfde constructie als de
vliegveren, maar de schacht is minder
sterk ontwikkeld en loopt niet zover
door als bij de vliegveren. De dekveren
dienen om de vogel z'n stroomlijn bij
het vliegen te geven en als beschutting
tegen wind en regen. Ze bevinden zich op
de vleugels en op die lichaamsgedeelten
die in direct contact staan met de
buitenlucht.
Donsveren Donsveren hebben een heel korte schacht,
nauwelijks buiten het lichaam
uitstekend. De baarden zijn volledig
ontwikkeld, maar worden niet verbonden
waardoor ze nogal warrig zijn. Deze
veren doen dienst als isolatie en
bevinden zich op verschillende plaatsen
onder de dekveren en aan het
onderlichaam.
Veervelden
De veren komen niet
gelijkelijk verdeeld over het lichaam
voor, maar op zogenaamde "veervelden".
Vanaf de ondersnavel loopt een veerveld
naar de borst, dat voor het borstbeen
zich vertakt om dan als twee veervelden
aan weerszijden van het borstbeen te
lopen en bij de aars weer bij elkaar te
komen, vanwaar ze gezamenlijk overgaan
in de staart. Op de scharnierende
gedeelten van poten en vleugels bevinden
zich geen veren. Over de kop loopt een
veerveld naar de staart, dat ongeveer
bij de staartwortel ophoudt. Vanaf de
dijen lopen de veervelden naar de
staartinplant, vanwaar ze overgaan in de
staartpennen.
De rui. Na het kweekseizoen worden
vrijwel alle veren op het vogellichaam
vernieuwd. Een proces dat zich van de
zomer (half juli) tot in het begin van
de winter (half december) afspeelt. De rui begint bij de eerste slagpen
(gerekend van binnenuit). Bij beide
vleugels vallen deze slagpennen
gelijktijdig uit. Wanneer de nieuwe pen
voor driekwart volgroeid is, valt de
volgende pen uit. Er vallen nooit meer
slagpennen tegelijk uit, want dit zou
het vliegvermogen van de vogel te veel
aantasten. Na het ruien van de zevende
slagpen begint het ruien van de
armpennen ook weer vanaf de binnenste
gerekend. Het aantal armpennen dat per
jaar geruid wordt, is niet voor elke
vogel gelijk. Sommige vogels ruien maar
twee of drie armpennen per jaar, anderen
meer en weer anderen ruien alle
armpennen. Ongeveer tegelijk met het
ruien van de armpennen, ruien ook de
dekveren en staartpennen. Staartpennen
ook weer in paren en te beginnen met de
binnenste. Het ruien van de staartpennen
geschiedt niet op rij, maar om en om, om
het draagvlak van de staart zoveel
mogelijk intact te houden. De op één na
buitenste staartpen ruit het laatst. Dit
zijn tevens de laatste grote pennen die
geruid worden.
Kop-, hals-, borst- en buikveren
ruien tegelijk met de vleugeldekveren en
soms in hele groepen tegelijk, waardoor
de dieren geheel of gedeeltelijk een
kale kop krijgen. Donsveren ruien
vrijwel het gehele jaar door. Aan de
kwaliteit van de donsveren is af te
lezen in wat voor conditie een vogel
zich bevindt. Zodra de lichaamsconditie
van een vogel niet optimaal is, is dit
zichtbaar aan de donsveren, vooral aan
de donsveren die zich rondom de aars
bevinden. De veren zijn dan stijf en
hard en komen niet uit de hulzen. Dit
kan een gevolg zijn van ziekte of
verkeerde voeding, of men is te lang
doorgegaan met broeden(door eieren of
jongen uit het nest weg te nemen zal een
koppel steeds weer opnieuw willen
beginnen), waardoor de vogel niet in de
gelegenheid is geweest zich tijdig te
herstellen. Daarom is het verstandig
niet meer dan twee broedsels per jaar te
doen. Het ruiproces is geen ziekte,
zoals sommige liefhebbers nog wel
geloven, maar een normaal proces, dat
bij een goede conditie normaal verloopt.
Jonge vogels moeten vanaf hun geboorte
in 30 a 50 dagen opgroeien en een
compleet verenpak opbouwen; onder
normale omstandigheden geschiedt dat
zonder problemen.
Tijdens het
opgroeien van de jongen kunnen er
problemen voordoen. Dit uit zich later
door zogenaamde "groeistrepen" in het
verenpak. Het is dan duidelijk te zien,
vooral aan de slagpennen dat zich een
storing heeft voorgedaan tijdens het
groeien.
Als een vogel in een
minder goede conditie is, kunnen er zich
storingen in de groei van de veren
voordoen; deze kunnen zich uiten in
bloedpennen en buispennen.
Bloedpennen
Bloedpennen kunnen
ontstaan doordat het bloedvaatje in de
veerfollikel beschadigd is en er bloed
in de spoel van de schacht vloeit. Soms
wil het zich nog wel herstellen, maar in
ieder geval moet u een bloedpen er nooit
uittrekken, omdat er toch meestal geen
betere nieuwe pen voor in de plaats komt
en het uittrekken nogal met bloedverlies
gepaard gaat.
Buispennen Buispennen ontstaan doordat het vliesje
om de groeiende pen niet wil scheuren.
De beide haarden kunnen dan niet hun
normale stand innemen en de veer blijft
in opgerolde toestand. Buispennen zijn
meestal het gevolg van een doorstane
ziekte, een verkeerde voeding of een
slechte conditie van de vogel.
Qua warmte regulatie zijn er ook
verschillen tussen mensen en zoogdieren.
Het verenkleed is een zeer effectieve
isolator en kan door bijvoorbeeld het
opzetten van de veren nog voor een
regelbare isolatie zorgen. Wanneer een
vogel zijn kop tussen de veren steekt
kan dit de warmteafgifte tot 30% laten
afnemen. Verder bezitten bijna alle
vogels geen onderhuidse vetlaag, welke
bij zoogdieren wel voorkomt. Zoals al
eerder genoemd hebben vogels geen
zweetklieren en daarom regelen zij de
koeling voornamelijk via de ademhaling.
Wel kunnen vogels water uit hun huid
verdampen, maar dit vindt niet plaats
met behulp van zweetklieren. Om af te
koelen gaat een vogel sneller ademen
terwijl de hoeveelheid in- en
uitgeademde lucht afneemt. Verder komt
bij het vliegen veel warmte vrij, welke
zo snel mogelijk afgevoerd dient te
worden.
Wilt u nog meer weten over, De
evolutie van veren. klik dan
hier.
top
==========================================================
top
Biggencompost
VAM biggencompost.
Waarom VAM biggencompost voor onze
vogels ? Door de lage zuurgraad (
pH=3, 4)goed voor maag en darmflora. Door het hoge gehalte koolstof heeft het
een zuiverende werking . Bevordert de
spijsvertering. Een uitgebalanceerd
voedingssupplement, op basis van
natuurlijke grondstoffen. Bevat
de volgende mineralen en
sporenelementen. Kalium Mangaan Calcium
Zink Magnesium Borium Fosfor Koper ijzer
Molybdeen. Het gebruik bewijst de kracht
van het product. Vogelsoorten die het
goed opnemen zijn onder andere:
kanaries, Forpussen, Gouldamadinen,
Neophema's, Afrikaanse prachtvinken,
Grote parkieten en papagaaien,
Australische prachtvinken, Postduiven,
Europese cultuurvogels .
Veen als
voedingssupplement Tuinturf is een
product dat afkomstig is uit een
waterrijk en een voedselarm milieu dat
over het algemeen eeuwen oud is. Door
lokaal bepaalde geografische
omstandigheden zoals een waterdichte
klei leemlaag en een dalvormige omgeving
is een milieu ontstaan dat door de hoge
neerslagcijfers in ons zeeklimaat zeer
waterrijk is. Door deze dalvormige
omgeving is een zuur milieu ontstaan
waardoor de afstervende planten min of
meer werden geconserveerd. Hier door
werd het afstervende veenmos niet
omgezet in humus, en kwam op deze manier
ook niet tot beschikking van de
heersende vegetatie. Hier door bleef het
milieu voedselarm en kon de specifieke
veenvegetatie zich handhaven. Deze
veenvegetatie bestond voornamelijk uit
sfagnumsoorten en wollegras. Door de
eeuwen heen is soms een laagdikte van
meerdere meters ontstaan waardoor
winning voor diverse toepassingen
economisch interessant werd.
Gebruik
In eerste instantie werd het veen
uitsluitend gebruikt als brandturf. Voor
dit doeleind werd de turf veelal met de
hand gestoken en daarna gedroogd. Hierna
werd de turf veelal met platbodems
vervoerd naar de grote steden waar het
nagenoeg in ieder huis werd gebruikt
voor verwarming en kookdoeleinden. Pas
vrij laat is ontdekt dat veen door een
specifieke behandeling zeer goede
eigenschappen bezat voor de
plantenteelt.Wanneer het veen in natte
toestand voldoende lange tijd doorvriest
wordt de interne celstructuur gebroken
waardoor het veen in staat is water op
te nemen en weer af te geven. Dit is de
belangrijkste eigenschap van tuinturf,
waardoor het met name ook geschikt werd
voor het gebruik als groeimedium.
Winning Het veen wordt voor de winter diep
geploegd zodat de vorst liefst zo diep
mogelijk in het veen kan doordringen.In
het voorjaar wordt door regelmatig
cultiveren, de structuur verder verfijnd
en eventuele aanwezige onkruidzaden
onschadelijk gemaakt door dat ze na het
ontkiemen door het cultiveren worden
gedood. Wanneer het veen op deze wijze
voldoende droog is geworden kan het
oogsten beginnen en wordt het veen met
behulp van bulldozers in grote bulten
gedrukt. Het is nu tuinturf geworden.
Daarnaast is het zo dat tuinturf in
gedroogde toestand nagenoeg geheel
bestaat uit koolwaterstoffen. Voor de
productie van de beroemde norit
maag/darm tabletten bestaat de grondstof
dan ook voornamelijk uit turf. De
tuinturf heeft nu dus drie belangrijke
eigenschappen: 1:Het is zuur:pH 3,5
4,5 2:Het bestaat voor een
belangrijk deel (95%) uit
koolwaterstoffen 3:het bevat naast
aminozuren ook nog, zij het in kleine
hoeveelheden, bepaalde mineralen.
Opmerking; Tegenwoordig verkoopt men ook
biggencompost speciaal uitgebalanceerd
voor vogels ,de naam van de leverancier
is AVI TERRA het is zeker het proberen
waard .Het zal uw vogels zeker in de rui
,maar nog meer de vogels uit de
zwartreeks goed doen. Ingezonden :
Avi Terra : Bodemmineralen voor vogels.
Samenstelling: Avi Terra is
samengesteld uit doorvroren zwartveen,
geselecteerde klei soorten en verrijkt
met sporenelementen. Deze receptuur
garandeert een natuurlijke samenstelling
en is daardoor een verantwoorde
aanvulling op het voedselaanbod voor uw
vogels.
Toepassing:
Avi Terra heeft een aan zurende werking,
bevordert de spijsvertering en heeft een
gunstige invloed op de darmflora. Avi
terra wordt gegeven om tekorten aan
mineralen en sporenelementen aanvullend
te dekken. Hierdoor kan de algehele
weerstand van de vogel verbeteren. Door
het hoge gehalte organische
stof(koolstof) heeft het bovendien een
zuiverende werking. Avi Terra is zacht
van structuur waardoor de vogels het
graag en goed opnemen. Avi Terra heeft
haar goede werking in de praktijk bij de
volgende vogelsoorten na jarenlange
proefnemingen bewezen: Kanaries, Gould
amadine, Prachtvinken,
Papegaaien,Parkieten,Postduiven,
Europese cultuurvogels.
Gebruiksaanwijzing: Gebruik steeds
een schoon schaaltje of bakje. Verstrek
per koppel één eetlepel (= 15 cm³) per
twee à drie dagen. Indien het Avi Terra
is uitgedroogd, dient men weer verse Avi
Terra te verstrekken.Wanneer
verstrekken Avi Terra kan altijd worden
verstrekt met uitzondering van de
periode dat de jonge vogels in het nest
verblijven. Na gebruik. Na gebruik de
verpakking altijd goed afsluiten om
uitdroging te voorkomen. Garantie
Bodemmineralen voor vogels op basis van
doorvroren zwartveen, geselecteerde
kleisoorten en sporenelementen.
Samenstelling: 90% doorvroren zwartveen,
10% klei en 0,25 kg/m³
sporenelementen. PH3,5-4,5
. EC<0,5mS/cm.
Inhoud: 10 Liter
, Gewicht 4 kg . prijs +/- €3.00 Jan
der Linden Kortgene
Tel. +31(0)113 302348 E-mail
aviterra@zeelandnet.nl
top
=================================================================
Alle vogels leggen
eieren.
top
Alle vogels leggen
eieren. Maar waarom doen sommige soorten
er tien dagen over om ze uit te broeden,
terwijl andere weken of zelfs maanden
zitten te wachten op het uitkomen van
hun kuikens? Deze vraag fascineert
biologen al tijden en een volledig
antwoord lijkt nog altijd niet in zicht.
Life history theorie Rond de
jaren ’50-‘60 van de vorige eeuw waren
de Amerikaan Alexander Skutch en de
Engelsman David Lack geboeid door de
verschillen tussen zangvogels uit de
tropen en zangvogels uit gematigde
streken. Ze zagen dat legsels (het
aantal eieren in een nest) van tropische
vogels vaak kleiner zijn dan legsels van
vogels in Noord-Amerika en Europa. Ook
vonden ze dat tropische soorten langer
over het uitbroeden van hun eieren doen.
En dat terwijl in de tropen nesten veel
vaker leeggeplunderd worden door
roofdieren. Het werk van Skutch en Lack
heeft een belangrijke basis gelegd voor
de huidige dierecologie en met name voor
het denken over life history evolutie.
De theorie van life history evolutie
neemt aan dat als gevolg van natuurlijke
selectie biologische beslissingen
geoptimaliseerd worden. Een voorbeeld
van zo'n beslissing is het antwoord op
de vraag van een vogelmoeder: hoeveel
eieren zal ik leggen? De theorie stelt
dat evolutionaire beslissingen het
gevolg zijn van een kosten-baten
analyse. De oudervogel “weegt af”
hoeveel hij/zij investeert in het heden
(huidige voortplanting) en hoeveel in de
toekomst (eigen overleving en
toekomstige voortplanting). Individuen
van een langlevende soort, bijvoorbeeld
een Manakin, produceren vaak maar één
klein legsel per jaar en “rekenen” erop
dat ze een jaar later weer kunnen
broeden.
Afb.
1: De Geelbroekmanakin is een typische
tropische soort met een broedperiode van
19 dagen en een legselgrootte van 2
eieren. bron: Irene Tieleman
Individuen van
kortlevende soorten daarentegen, zoals
Kool - en Pimpelmees, maken het liefst
twee of meer grote legsels per jaar,
omdat de kans dat ze de winter overleven
en een jaar later weer kunnen broeden
klein is.
Afb.
2: De Koolmees heeft zoals veel vogels uit
gematigde streken een korte broedperiode (13
dagen) en grote legsels (7-12). bron: Maaike
de Heij
Als we eenzelfde
soort kosten - baten analyse toepassen
op de lengte van de broedduur dan
stuiten we op een wonderlijke
tegenstrijdigheid. In een omgeving met
een hoge kans op nestpredatie zou je een
enorme natuurlijke selectie verwachten
voor een zo kort mogelijke eifase. Een
rekensommetje om dit toe te lichten:
stel dat de kans dat een nest gevonden
wordt door een roofdier 5% per dag is,
een realistisch getal. Dat betekent dat
een nest met een broedduur van 12 dagen
54% kans heeft om uit te komen, terwijl
eieren die 20 dagen bebroed moeten
worden slechts een kans van 36% hebben
om kuikens op te leveren. Het gekke
is dat in de tropen deze voorspelling
helemaal niet uitkomt. Juist daar is er
een hoge kans op nestpredatie én hebben
vogels een lange broedperiode. En waarom
bestaan er eigenlijk lange
broedperiodes? Zijn er bepaalde
beperkingen waardoor het broeden in
sommige gevallen niet sneller kan, of
zitten er ook voordelen aan een lange
eifase? Misschien helpt het eerst meer
inzicht te krijgen in de patronen van
variatie en in de fysiologische en
gedragsmechanismen die de broedduur
kunnen beïnvloeden.
Afb,3:
De Grijzeroodstaart heeft een
broedperioden van +/- 28dagen en
legsels van 3 á 4 eieren. Vuistregels, Er zijn een paar
vuistregels om in je achterhoofd te
houden. Ten eerste, grotere vogels
leggen grotere eieren. Ten tweede,
grotere eieren doen er langer over om
uit te komen. Dat is wel logisch, want
elk ei begint met één bevruchte eicel en
er zijn meer celdelingen nodig om een
groter kuiken te maken. De grote
uitdaging voor biologen is het verklaren
van de variatie in de lengte van de
broedperiodes nadat je gecorrigeerd hebt
voor deze vuistregels. Want ook als je
lichaamsgrootte en eigrootte in de
analyse meeneemt blijft er een enorme
variatie in broedperiodes over. De
broedduur van kleine zangvogels
bijvoorbeeld varieert tussen de
verschillende soorten van ongeveer 9 tot
23 dagen.
Patronen van variatie. De broedperiode lijkt te variëren met
leefomgeving. Zo hebben veel zeevogels,
zoals Stormvogels en Albatrossen, een
relatief lange eifase. Na de vroege
waarnemingen van Skutch in de tropen is
er niet zo lang geleden discussie
ontstaan of er wel of niet een
systematisch verschil is in broedduur
tussen vogels uit de tropen en soorten
uit gematigde streken. Ondanks die
discussie is iedereen het erover eens
dat er in de tropen meer variatie
bestaat. In de tropen van Midden-Amerika
hebben sommige kleine zangvogels, zoals
Schoffelsnavels, Manakins en Miervogels,
een relatief lange broedduur van 18-23
dagen. In hetzelfde gebied hebben
Dikbekjes en Vireos en andere soorten na
12-13 dagen broeden al kuikens. Kortom,
tot welke groep vogels je behoort lijkt
een belangrijke invloed te hebben op de
tijd die je op je eieren zal moeten
zitten. Dit soort waarnemingen hebben
geleid tot onderzoeken om te bepalen op
welk taxonomisch niveau de meeste
variatie in broedduur te vinden is. Met
taxonomisch niveau bedoelen we soort,
geslacht, familie, orde, enzovoort. Dat
zijn de niveaus die in de biologie
gebruikt worden voor de systematische
rangschikking van soorten op grond van
overeenkomsten in hun eigenschappen.
Veel van de variatie in broedduur ligt
op hogere taxonomische niveaus: Er zijn
grote verschillen in broedperiode tussen
ordes en families, maar kleine
verschillen tussen geslachten binnen een
familie en tussen nauw verwante soorten.
En hoe zit het binnen soorten? Zit elke
Koolmees even lang op haar eieren? De
variatie binnen een populatie van een
soort is meestal vrij klein. Er zijn
uitzonderingen, vaak samenhangend met
weersomstandigheden. Tijdens koude
periodes in het voorjaar bijvoorbeeld
duurt het soms wat langer voor eieren
uitkomen. Deze verlenging van de
broedduur kan het gevolg zijn van
gemiddeld lagere ei temperaturen. En er
zijn extreme gevallen bekend waarin het
twee keer zo lang als normaal duurde
voor eieren uitkwamen. Maar meestal is
de variatie binnen soorten in de orde
van een dag of hooguit een paar dagen.
En in het algemeen geldt dat de variatie
in broedduur veel kleiner is binnen
soorten dan tussen soorten.
Mogelijke
evolutionaire beperkingen. Terug naar
de vraag waarom er lange broedperiodes
bestaan: zijn er beperkingen waardoor
deze periode in sommige soorten niet
korter kan? De manier waarop de variatie
in broedperiodes verdeeld is over de
stamboom van alle vogels suggereert dat
fylogenetische beperkingen misschien een
rol spelen. Fylogenetische beperkingen
hebben te maken met de ontwikkeling van
soorten in de loop van hun evolutie. Als
een soort eenmaal een bepaalde
eigenschap heeft gekregen door evolutie,
dan zitten de soorten die later daaruit
voortkomen soms “opgezadeld” met
dezelfde eigenschap. Een beperking dus.
Dat kan bijvoorbeeld zo zijn omdat er
geen genetische variatie over is voor
andere eigenschappen. Dus volgens dit
idee hebben hedendaagse soorten hun
broedduur geërfd van hun
“voorouder-soorten” en was er weinig
verandering in broedduur mogelijk. Met
andere woorden, Koolmezen en Pimpelmezen
hebben allebei een korte broedperiode
omdat hun gezamenlijke vooroudermees een
korte broedperiode had. En
Geelbroekmanakins en Witkruinmanakins
hebben allebei een lange broedperiode
omdat de oer-Manakin haar eieren lang
bebroedde. Dit idee is moeilijk te
testen want we kunnen geen metingen doen
aan oervogels, omdat die al eeuwen
geleden uitgestorven zijn.
Er is in
slechts twee huidige soorten, de Kip en
de Spreeuw, gekeken naar genetische
variatie in broedduur. De Kip is
natuurlijk een logische soort voor
dergelijk onderzoek. Mensen fokken al
jaren Kippen en zouden met selectie voor
snellere embryonale ontwikkeling graag
tot een hogere productie willen komen.
Toch is het onmogelijk gebleken te
selecteren op eieren die sneller
uitkomen. Er is vrijwel geen genetische
variatie voor de broedduur; de lengte
van de eifase lijkt volledig vast te
liggen. Hetzelfde geldt voor Spreeuwen,
die zijn onderzocht in een nestkasten
-kolonie. Of andere vrijlevende soorten
ook zo weinig genetische variatie voor
broedperiode bezitten weten we niet.
Voor veel ecologen is het moeilijk voor
te stellen dat er in de honderden,
duizenden en miljoenen jaren van
evolutie geen genetische variatie is
ontstaan in de duur van de broedperiode,
en dat deze periode volledig
fylogenetisch vastligt. Veranderingen in
het DNA kunnen toch voortdurend nieuwe
variatie maken? Misschien dat we in de
toekomst meer zullen ontdekken over de
genetische achtergrond van variatie in
broedperiodes bij vrijlevende vogels.
Mechanismen: fysiologie, gedrag en
omgeving. De duur van de broedperiode
wordt beïnvloed door allerlei factoren,
variërend van microklimaat van het nest
tot gedrag van de oudervogels. Er is
veel onderzoek gedaan naar het verband
tussen de temperatuur van de eieren, het
gedrag van de ouders en de
weersomstandigheden. De invloed die het
samenspel van deze factoren heeft op de
lengte van de broedperiode is vooral
bestudeerd binnen soorten. Veel vogels
doen hun uiterste best om hun eieren
lekker op temperatuur te houden.
Afb.
4
Deze grafiek laat de eitemperatuur in de
loop van de dag zien van een
Dikbekorganist, een tropische
soort,alleen het vrouwtje bebroed
de eieren. Aan het temperatuursverloop
van de eieren kan je zien hoeveel tijd
een oudervogel op het nest doorbrengt.
De zwarte balk geeft de nacht aan. De
pijlen geven aan wanneer de pop
van de eieren is ;de eitemperatuur gaat
dan onmiddellijk omlaag.
Als de eieren
gemiddeld kouder zijn ontwikkelen de
embryo’s zich langzamer en wordt de
broedperiode langer. Dit gebeurt
bijvoorbeeld tijdens een koude periode
in het voorjaar, en vooral bij soorten
waarvan alleen het vrouwtje broedt. Een
broedende pop gaat tijdens de dag
regelmatig voor een korte periode van de
eieren af om zelf voedsel te zoeken.
Op koude dagen
heeft zo’n ouder meer voedsel nodig om
warm te blijven, en soms kost het ook
meer tijd om voedsel te vinden als het
koud is. Insecten zijn dan bijvoorbeeld
minder actief. Zo heeft onderzoek bij
Koolmezen laten zien dat vrouwen op
koude dagen minder tijd op het nest
doorbrengen. Daardoor wordt de
temperatuur van de eieren gemiddeld
lager, en de broedperiode langer. Dat
broedende vogels een balans zoeken
tussen eieren warm houden en zelf eten
zoeken blijkt onder meer uit
experimenten waarin eieren kunstmatig
werden afgekoeld of verwarmd in het
nest. Zo brachten Savannegorzen 22%
meer tijd op hun eieren door als deze
kunstmatig afgekoeld werden, vergeleken
met nesten die met rust gelaten werden.
Ze zaten daarentegen 28% minder tijd op
het nest als de eieren kunstmatig
verwarmd werden. Maar ondanks dat de
eieren de hele tijd kunstmatig lekker
warm gehouden werden zaten de
gors-vrouwtjes toch nog een deel van de
dag op hun nest. Het gedrag van een
oudervogel wordt dus niet volledig
bepaald door de temperatuur van de
eieren. Kan de interactie tussen de tijd
die een ouder op het nest doorbrengt, de
ei-temperatuur en de lengte van de
broedperiode ook de verschillen in
broedperiode tussen soorten verklaren?
Daar lijkt het niet op. Ook soorten die
een lange broedperiode hebben houden hun
eieren lekker warm. Ons werk in de
tropen van Panama leverde bijvoorbeeld
een gemiddelde ei-temperatuur van 36.8oC
op voor de Geelbroekmanakin die een
broedduur van 19 dagen heeft. Ook de
Roodkeel-Miertangare, met een
broedperiode van slechts 13 dagen, hield
haar eieren gemiddeld op 36.7oC. Voordelen van lange broedduur? Zoals
we eerder zagen heeft een langere
broedduur als nadeel dat de kans dat
eieren overleven tot ze uitkomen kleiner
is. Vooral in een omgeving waarin de
nestpredatie hoog is kan dit resulteren
in een laag broedsucces, wat
evolutionair gezien een groot nadeel is.
Veel evolutionair biologen vragen zich
dan ook af of er geen voordelen zitten
aan een lange broedperiode die tegen dit
nadeel kunnen opwegen. Er zijn allerlei
ideeën geopperd, maar niet iedereen is
het hier met elkaar over eens.
Afb.5
De eieren van de kiwi zijn in
verhouding de grootste van alle
vogels. De broedperioden is +/-70 á
80 dagen. Soms worden er twee eieren
gelegd met een tussenpose van 22
dagen.
Eén van de
verwachtingen is dat een langere
embryonale ontwikkelingstijd leidt tot
een kwalitatief beter kuiken. Waaruit de
kwaliteit van een kuiken bestaat en hoe
je die kan meten is niet helemaal
duidelijk. Eén suggestie is dat kuikens
die langer in het ei gezeten hebben een
betere afweersysteem tegen ziektes en
parasieten hebben kunnen ontwikkelen.
Dit idee zou kunnen verklaren waarom in
de tropen, met relatief veel
ziektekiemen, de broedduur vaak langer
is. Maar het roept ook gelijk de vraag
op waarom dan niet alle tropische vogels
een lange broedduur hebben, in plaats
van slechts een deel. Een andere
verwachting komt voort uit de waarneming
dat soorten met een lange broedperiode
ook vaak een hoge overleving van
oudervogels kennen. Om het risico dat ze
zelf gegrepen worden door een roofdier
te minimaliseren zouden ouders zo min
mogelijk tijd op het nest doorbrengen,
waardoor de eieren kouder zijn en de
broedperiode langer wordt.
Een belangrijke
aanname is dat het nest een gevaarlijke
plek is voor ouders. Het
achterliggende idee, gebaseerd op life
history theorie, is dat vogelouders een
afweging maken tussen hun eigen kans op
overleven en het produceren van jongen.
Door weinig op het nest te zitten wordt
de kans dat een ouder aangevallen wordt
kleiner en het risico dat de jongen de
eifase niet overleven groter. Dit is wel
een aardig idee, maar er zijn geen
aanwijzingen dat soorten met een lange
broedperiode minder tijd op het nest
zitten en koudere eieren hebben.
Integendeel, de ei -temperatuur van
soorten met korte en lange broedperiodes
is ongeveer gelijk. Samenvattend…
Ondanks dat we een deel van de
variatie in de duur van de broedperiodes
kunnen verklaren met lichaamsgewicht,
eigrootte, en verwantschap, begrijpen we
de redenen voor een groot deel van de
variatie tussen soorten nog niet.
Misschien dat onderzoek in de toekomst
zal uitwijzen in hoeverre de duur van
broedperiodes vastligt door beperkingen
in fylogenie, in fysiologische
mechanismen of in gedrag van
oudervogels. En misschien zullen we
nieuwe voordelen van een lange
broedperiode ontdekken, en uitvinden hoe
voor - en nadelen van de broedduur tot
zoveel variatie tussen soorten hebben kunnen leiden. Voorlopig blijft
het een mysterie.
Bronnen Davis, S.D., J.B.
Williams, W.J. Adams, S.L. Brown
(1984) The effect of egg temperature
on attentivenss in the Belding’s
Savannah Sparrow. Auk 101: 556-566. Drent, R.H. (1975) Incubation. Pp.
333-420 in Farner, D.S. and King,
J.R. (eds.) Avian Biology, Academic
Press, New York. Martin, T.E.
(2002) A new view of avian
life-history evolution tested on an
incubation paradox. Proceedings of
the Royal Society London B 269:
309-316. Ricklefs, R.E. (1993)
Sibling competition, hatching
asynchrony, incubation period, and
lifespan in altricial birds. Current
Ornithology 11: 199-276 Tieleman,
B.I., J.B. Williams, R.E. Ricklefs.
(2004). Nest attentiveness and egg
temperature do not explain the
variation in incubation period in
tropical birds. Functional Ecology: in druk.
Zie ook:
De life history-fysiologie link
(Engels)
Website Irene Tieleman (Engels)
top
======================//====================
top Papegaaienvoeding
de nieuwe manier.
Door; Michel van
der Plas, Stichting Papegaaienhulp.
Een veel besproken onderwerp in de
wereld der papegaaienhouders is de
voeding. Terecht overigens omdat de
voeding grotendeels bepaalt of de vogel
zich prettig voelt. U bepaalt tenslotte
waar de vogel uit mag kiezen in zijn
voerbak.
De ervaring van
dierenartsen die het kunnen weten is dat
het meestal droevig is gesteld met het
menu dat de papegaai krijgt
voorgeschoteld. Helaas kunnen wij als
opvang en voorlichtingscentrum
alleen maar beamen dat dit bijna altijd
waar is. Wij beseffen dat dit een harde
conclusie is, maar de dagelijkse
praktijk wijst uit dat nog steeds veel
vogels moeten eten uit een voerbakje dat
is gevuld met verkeerde voeding.
Onderzoek in de dierenartsenpraktijk
wijst uit dat nog steeds meer dan 80 %
van de problemen zijn veroorzaakt door
de verstrekte voeding. De verzorger valt
echter nauwelijks iets te verwijten. Die
voert wat hem bij aanschaf wordt verteld
of wat hem in de winkel wordt
aangeboden. Dit is niet vreemd want ook
de schrijver van dit artikel is op die
manier begonnen. Pas na langdurige
klachten en het experimenteren met
verschillende voedermanieren wordt
duidelijk dat men verkeerd is
voorgelicht. Belangrijk is ook dat
voeding vaak op de lange termijn pas
echt zijn gevolgen laat zien. Wat u nu
voert kan uw vogel over vijf jaar het
leven kosten. Waar wij met onze
goedbedoelde adviezen nogal eens tegenop
lopen is de reactie:” Ja maar hij doet
het er al jaren goed op”. Het teruglopen
van de conditie van de vogel is altijd
een dermate geleidelijk proces dat de
eigenaar het pas opmerkt als het al te
laat is. Niemand wil horen dat hij zijn
vogel niet goed verzorgt, zelfs niet als
hij het onbewust doet. Toch is ons
advies om uw vogel een keer per jaar te
laten onderzoeken door een in vogels
gespecialiseerde dierenarts. Hoewel wij
bij Stichting Papegaaienhulp geen
dierenartsen zijn, zijn wij wel in
papegaaien gespecialiseerd. Onze
ervaring ook met verschillende
dierenartsen is dat er geen twee zijn
die u hetzelfde advies geven. Ook in
adviezen van dierenartsen zit
kwaliteitsverschil dus u kan altijd
gebruik maken van onze second opinion of
die van een andere dierenarts.
In
de rest van dit verhaal zal ik mij
richten op de filosofie die wij hebben
over de voedingsmanieren van papegaaien.
Denk er daarbij aan dat als u aan tien
verschillende voedingsdeskundigen vraagt
wat goede papegaaienvoeding is dat u
tien verschillende adviezen krijgt.
Mogelijk alle tien ook goede adviezen
dus u bepaalt zelf wat u het meest
aanspreekt. Ik zal u er nu van proberen
te overtuigen waarom wij de voeding
geven die wij nu geven.
De
ouderwetse manier Algemeen
aanvaard en nog steeds de meest
verstrekte voeding is het alom bekende
zaadmengsel. Dit mengsel bestaat al
eeuwenlang voornamelijk uit een
mengeling van zonnebloempitten, tarwe,
haver, boekweit, millet, cedernoten en
paddy met daaraan, afhankelijk van de
fabrikant, aan toegevoegd een keuze uit
pompoenpitten, lijnzaad, witzaad, dari,
maïs, erwten, hondendiner en pinda’s.
Pinda’s Om met de pinda’s
te beginnen, kunnen we zeggen dat een
voer dat pinda’s als bestanddeel heeft
niet serieus kan worden genomen. Al
sinds de jaren zeventig is bekend dat
pinda’s zeer slecht zijn voor
papegaaien. Ten eerste omdat het teveel
calorieën bevat waardoor papegaaien zeer
snel een overgewicht ontwikkelen. Ten
tweede omdat pinda’s nogal eens begroeid
zijn met een schimmel die het giftige
aflatoxine produceert. Dit gif wordt
opgestapeld in de lever van de vogel en
is in kleine hoeveelheden al schadelijk
en in grote hoeveelheden dodelijk.
Eenmaal in het lichaam aanwezig zal dit
gif niet meer uit het lichaam verwijderd
kunnen worden. Dat pinda’s nog steeds
als papegaaienvoer worden verkocht, komt
vooral door het vastgeroeste idee dat
apen en papegaaien pinda’s eten. Ondanks
waarschuwingsbordjes kampen alle
dierentuinen nog dagelijks met mensen
die de bordjes negeren. Gewapend met een
zakje pinda’s of brood worden de dieren
onbewust vergiftigd en worden de
zorgvuldig uitgestippelde diëten uit
evenwicht gebracht. Geen pinda’s dus.
Tarwe
Vervolgens de tarwe. Een zeer
goedkoop graan dat ook prima geschikt is
als papegaaienvoer. Als ze het tenminste
zouden eten. Van de honderden papegaaien
die ondergetekende heeft verzorgd was er
niet een die tarwe at. Na overleg met
andere papegaaienliefhebbers bleek dat
ook zij hun papegaaien niet aan de tarwe
kregen. Slechts in geweekte vorm wordt
tarwe soms gegeten. Ditzelfde geld voor
maïs, erwten, dari en katjang idjoe.
Eenmaal zorgvuldig geweekt en eventueel
gekiemd is dit een prima voeding.
Gedroogd zal bijna geen papegaai ervan
eten.
lijnzaad Tenslotte het lijnzaad. Ook dit wordt
bij Stichting Papegaaienhulp niet aan
het mengsel toegevoegd. Het heeft bij
ons de bijnaam lijmzaad gekregen, omdat
als het nat wordt lijnzaad zich zeer
vast hecht aan alle oppervlakken. Het is
dan zeer moeilijk te verwijderen en
zelfs met de nagel niet altijd los te
krijgen. Omdat het daarnaast ook niet
zeer geliefd is bij de meeste papegaaien
hebben we om schimmelvorming van
vastgeplakt lijnzaad te voorkomen, dit
zaad verwijdert uit het mengsel. Behalve
dat bestanddelen niet worden gegeten of
gewoonweg slecht zijn voor de papegaai,
hebben zaadmengsels nog meer nadelen.
Zaadmengsels zijn nooit volledig en zaad
moet altijd als bijvoer worden gezien.
Zaden missen essentiële aminozuren,
vitaminen en mineralen ongeacht hoeveel
verschillende zaden er aan het mengsel
zijn toegevoegd!
Toevoegingen Om deze tekorten aan te vullen moeten
altijd extra’s als eivoer, hondenvoer of
andere toevoegingen worden verstrekt.
Probleem hierbij is dat vogels dit pas
eten als de zaden streng worden
gerantsoeneerd. Een vogel eet naar
energiebehoefte en zal dus beginnen met
datgene te eten dat de meeste energie
bevat. Vet dus. Zonnepitten zijn voor de
meeste papegaaien favoriet omdat ze veel
vet bevatten. Zodra zijn energiebehoefte
is bevredigd stopt de vogel met eten.
Het minder vette voer blijft dus vaak
liggen waardoor eenzijdige voeding een
feit is. Indien een goed zaadmengsel
(wat u waarschijnlijk zelf zult moeten
mengen omdat er eenvoudigweg vrijwel
geen goede mengsels worden aangeboden)
wordt aangevuld in de juiste
verhoudingen met de juiste aanvullingen,
kan men dus tot een prima papegaaienvoer
komen. Mits de papegaai natuurlijk ook
alles daadwerkelijk opeet.
Pellets Alle hiervoor genoemde
problemen leidden er in de jaren tachtig
toe dat een aantal fabrikanten een voer
gingen ontwikkelen dat alle ingrediënten
bevatte. Bij vrijwel alle andere
diersoorten is dit al volledig
ingeburgerd. Wie mengt er tenslotte
tegenwoordig nog zelf zijn hondenvoer.
Een nobel streven dus dat echter vanuit
de wereld van de papegaaienkwekers met
argusogen werd gevolgd. Terecht
overigens want de eerste brokjes waar de
fabrikanten mee kwamen waren zo slecht
van samenstelling dat het nauwelijks
beter was dan zaad.
In de loop
der jaren en met toenemende concurrentie
werden vooral in de Verenigde Staten
steeds betere pellets geproduceerd. Veel
gehoorde kritiek op pellets is dat het
eenzijdig en saai voor de vogels zou
zijn en dat het niet of slecht wordt
gegeten. Een goed pelletvoer zal niet
eenzijdig zijn omdat het alle
voedingsstoffen moet bevatten. Dat het
saai is hebben we in ons opvangcentrum
niet kunnen vaststellen. Mede omdat het
advies is om er wel fruit, groenten,
onkruid en eventueel kiemzaden bij te
geven. Bij ons is gebleken dat vogels
die pellets krijgen net zolang bezig
zijn met eten als vogels die zaden
krijgen.
Dat het slecht wordt
gegeten is slechts ten dele waar. De
meeste papegaaien zijn zeer conservatief
en houden dus niet van veranderingen.
Het is inderdaad zo dat de meeste
papegaaien niet direct iets nieuws
zullen uitproberen dus ook pellets niet.
Ons is opgevallen dat hoe ouder een
papegaai is, hoe moeilijker hij aan iets
nieuws is te wennen. Slechts 5% van
onze papegaaien had meer dan twee weken
nodig om aan pellets te wennen. Al deze
vogels waren kaketoes of vogels ouder
dan 35 jaar. Slechts 1 vogel van 40 jaar
oud wilde absoluut niet aan pellets
beginnen. Omdat deze vogel ook een wat
zwakkere gezondheid had is hij een
weekje naar de dierenarts gegaan waarna
hij alsnog pellets ging eten, eerst
gemengd met een beetje babyvoeding later
ook zonder toevoeging. Tegenwoordig lukt
het ons met Zupreem pellets vrijwel
iedere vogel binnen drie dagen op
pellets over te zetten zonder ze te
laten hongerlijden. Wij kunnen dus nu
spreken van een 100% score en mensen die
zeggen dat hun vogel geen pellets eet
kunnen dus niet op onze instemming
rekenen. Wel is het zo dat er een
gezonde dosis doorzettingsvermogen nodig
is. Het is belangrijk eigenwijzer te
zijn dan de vogel. Maar men hoeft de
vogel echt niet uit te hongeren om
resultaat te bereiken. De meest
gebruikte methoden om vogels over te
zetten op een nieuw soort voer zijn:
1.
Ineens overschakelen, de meeste
vogels zullen zonder veel problemen
snel beginnen aan het nieuwe voer.
2. Langzaam afbouwen,
steeds iets minder van het oude en
meer van het nieuwe voer geven.
3. Keuze beperken, door ‘s
ochtends pellets te geven en ‘s
avonds een beetje zaad krijgt de
vogel overdag een hongergevoel zodat
hij datgene in zijn voerbak toch
maar opeet. 4. Aantrekkelijk maken, door aan de
pellets iets lekkers toe te voegen
zoals bijv. sinaasappelsap,
vruchtenlimonade, appelmoes, water
of iets anders dat de vogel lust en
dat in de pellet trekt, wordt de
pellet aantrekkelijker gemaakt voor
de vogel. Ook kunt u het voer malen
en op deze manier gemengd aanbieden.
5. Prijzen, een goed
opgevoede vogel zal eten wat u hem
aangeeft, door de vogel te prijzen
als hij het voer van u aanpakt en
nog meer te prijzen als hij het
opeet zal hij het ook vanzelf gaan
eten. Op deze manier wordt goed
gedrag beloond. 6.
Voorbeeld, als u meerdere vogels
heeft en één daarvan eet wel pellets
dan is het; zien eten, doet eten en
zullen veel weigeraars alsnog
beginnen. 7. Laatste
mogelijkheid, de lastigste manier om
hardnekkige weigeraars aan pellets
te wennen is via dwangvoeding,
meestal is het aan te raden dit niet
zelf te doen maar laten doen door
een deskundige dierenarts. Hierbij
wordt het voer gemalen en
rechtstreeks via een sonde in de
krop gebracht uw dierenarts zal u
hierbij verder helpen uw vogel aan
het goede voer te helpen.
Een
combinatie van deze mogelijkheden geeft
vaak de beste resultaten. Het meeste
succes boeken wij door punten 3, 5 en 6
te combineren. Zoals u ziet is het niet
altijd een makkelijke zaak om uw vogel
aan gezonde voeding te helpen. Omdat
pellets zoveel voordelen hebben is het
volgens ons het voer van de toekomst.
Toch hebben pellets ook wel nadelen.
Phytonutriënten Een moeilijk
woord dat niet anders betekent dan
levende voedingsstoffen. Al heel lang is
bekend dat mens en dier niet kunnen
leven zonder bepaalde voedingsstoffen
zoals bijv. vitamines. Hiervan is de
werking bekend, evenals de gevolgen van
een gebrek eraan. Sinds jaren is ook al
het bestaan van zogenaamde
phytonutriënten bekend. Een voorbeeld
hiervan is chlorofyl de stof die
bladeren een groene kleur geeft. Tot
voor kort werd er geen voedingswaarde
aan deze stoffen toegeschreven. Nu
denken sommige wetenschappers daar
echter heel anders over. En wie er
logisch over nadenkt komt zelf ook tot
de conclusie dat gedroogd(en dus dood)
fruit minder gezond moet zijn dan
vers(en dus levend) fruit. Bewezen is
dat een gebrek aan levende
voedingsstoffen leidt tot lichamelijke
klachten. Dit is het nadeel van pellets.
Pellets zijn geextrudeerd (verhit) of
geperst en dus dode voeding. Overigens
zijn gedroogde zaden ook geen grote bron
van phytonutriënten en dus geen
geschikte aanvulling voor pellets. Veel
beter is het verstrekken van vers fruit,
groenten, gekiemde zaden en/ of schone
onkruiden.
Vers eten Goede
pellets zijn dus een prima basisvoeding
die tot een gezondere vogel (waardoor
minder dierenartskosten) kunnen leiden.
Voor zover de huidige kennis van
diervoeding reikt is het dus verstandig
met mate vers voedsel erbij te
verstrekken. Dit betekent dagelijks een
kleine hoeveelheid (en niet eens per
week heel veel) een gevarieerde keuze
van liefst ecologisch geteeld fruit,
groente, gekiemde zaden of onbespoten
gewassen onkruid.
Omdat ons vaak
gevraagd wordt naar voorbeelden van
dergelijke toevoegingen volgen er hier
enkele. De top 10 van meest gevoerd
groenvoer is: Appel, zomer en
winterwortel, banaan, druif, verse maïs,
bessen, sinaasappel, kiwi, paprika en
perzik/ pruim. Ik wil nogmaals
benadrukken dat de verstrekte
hoeveelheden klein moeten zijn vooral
van banaan omdat die voornamelijk uit
zetmeel bestaan. Naast deze top 10 zijn
er nog vele andere soorten die verstrekt
kunnen worden. Dit is uiteraard ook
grotendeels afhankelijk van het seizoen.
Andere veel gegeven soorten zijn: Augurken, vijgen, kersen, clementines,
paardebloem(de gehele plant),
rozenbottel, lijsterbes, vogelmuur, sla,
andijvie, spinazie, kool, aardbei, erwt,
biet, granaatappel, selderij, litchi ,
mango, gras, framboos, braam, aalbes,
kruisbes, vuurdoornbes, zwarte bes,
vlierbes, gekookte aardappel(zonder
zout), ananas, papaja, peterselie,
koolraap, weegbree, peterselie,
broccoli, pompoen, meloen e.d. Deze
lijst is niet compleet maar geeft wel de
meest gevoerde producten.
Geef
nooit avocado omdat dit giftig is voor
vogels. Pas ook op voor bespoten,
vervuild (uitwerpselen van andere
dieren) en bedorven groenvoer. Het
groenvoer eerst goed afspoelen voordat u
het aan uw vogel verstrekt. Fruit dat
wijzelf eerst schillen voordat we het
eten (banaan, citrusvruchten e.d.) kunt
u uw vogel ook het beste zonder schil
verstrekken.
Gekiemde zaden Zoals gezegd zijn ook gekiemde zaden
zeer gezond voor uw vogel. Door zaden
één dag te laten weken komt de kiem tot
leven en wordt het zaad niet alleen
beter verteerbaar maar ook meer gevuld
met belangrijke voedingstoffen die
liggen opgeslagen in de kiem. Het
grote nadeel van kiemzaden is de grote
bederfelijkheid. Niet alleen de kiemen
van het zaad komen bij toevoegen van
water en warmte tot leven maar ook
allerlei micro-organismen als schimmels.
Om zaden op een veilige manier te kiemen
adviseren wij te kiezen voor zaden of
peulvruchten die snel ontkiemen. Goede
voorbeelden zijn zonnepitten,
safloorpitten en katjang idjoe. Laat
deze 24 uur in schoon water weken en zet
ze dan nog 24 uur droog weg na ze goed
te hebben afgespoeld. Nu zijn de zaden
ontkiemd en na nogmaals afspoelen en
eventueel te koken zal uw vogel ze graag
eten. Goed gekiemde zaden bederven
niet snel omdat de zaden zelf allerlei
verdedigingstechnieken hebben om
zichzelf tegen micro-organismen te
beschermen. Wees echter zeer bedacht op
schimmels, op warme dagen ontwikkelen
deze zich razendsnel.
Peulvruchten Bij het kiemen van
peulvruchten moet men erom denken dat
deze veel fytinezuur bevatten.
Fytinezuur is een stof die zich bindt
met mineralen en sporenelementen zoals
calcium, zink en ijzer. Teveel
fytinezuur zorgt dus voor een kalkgebrek
en men moet dus oppassen met gekiemde
peulvruchten zoals erwten en bonen.
Tenslotte moet nog de vraag
beantwoord worden welk merk pellets onze
voorkeur heeft. Hoewel Stichting
Papegaaienhulp niet het doel heeft
andere merken af te kraken, willen we
vanwege de grote kwaliteitsverschillen
tussen de diverse merken een voorkeur
uitspreken. Ons favoriete merk op dit
moment is Zupreem dat helaas in
Nederland nog slecht is te verkrijgen
maar in de VS marktleider is. Een goede
tweede is Harrison’s Bird Foods (HBF)
dat helaas pinda’s bevat en nogal sterk
uitzet als het nat wordt (dus ook in de
krop). Beide merken worden zeer goed
geaccepteerd door de vogels en zorgen
voor een mooi verendek, stevige
ontlasting en goede gezondheid.
Dat het laatste woord over
papegaaienvoeding nog niet is gezegd
daar is iedereen het over eens maar
voorlopig zullen we het hiermee moeten
doen. Als er aanleiding voor is zal deze
folder direct worden aangepast. Deze
tekst is voor het laatst aangepast op 30
maart 2006. Voor vragen of
opmerkingen kunt u contact opnemen met:
Michel van der Plas Stichting
Papegaaienhulp
top
=============//==============
top Anti-oxydanten
Door de EG toegestane anti-oxydanten
: Nu komen we pas bij de echte
boosdoeners als je het over
pellets/brokken hebt. Antioxydanten zijn
stoffen die o.a. het ranzig worden van
vetten tegengaat. Er bestaan diverse
natuurlijke antioxydanten zoals vitamine
E en vitamine C.hoewel deze ook
chemische zijn conserveren ze
natuurlijk??? ja raar hè natuurlijk
conserveren met chemische vitaminen.
Maar er bestaan ook diverse chemische
anti-oxydanten zoals Ethoxiquine, BHA en
BHT. Ethoxiquine is een chemische stof
die als pesticide wordt gebruikt. Deze
stof is voor menselijke consumptie
verboden maar helaas mag het in
huisdierenvoeding gebruikt worden. Bijna
alle voedingsfabrikanten gebruiken
Ethoxiquie als antioxidant in hun
vogelvoeders. Het is goedkoop! En in de
dierenvoeding draait nu eenmaal alles om
geld.... Bij onderzoeken naar
Ethoxiquine is aangetoond dat het
kankerverwekkend is. Het beïnvloed
tevens de vruchtbaarheid en kans zelfs
tot onvruchtbaarheid leiden. Ook wordt
aangenomen dat Ethoxiquine epileptische
aanvallen kan veroorzaken. BHA en BHT
zijn chemische stoffen die het
zenuwstelsel aantasten. Ook deze stoffen
worden veelvuldig in brokken verwerkt om
het ranzig worden van vetten tegen te
gaan. brokken met Ethoxiquine, BHA en
BHT bevatten dus letterlijk vergif! Nu
zijn de voederfabrikanten heel slim en
ook voor wat betreft deze stoffen
proberen ze de regelgeving te omzeilen.
Veel fabrikanten voegen het namelijk
zelf niet toe en kunnen dan op de
verpakking zetten: ´Geen chemische
anti-oxydanten toegevoegd´. Als
consument denk je daarmee een voer
gevonden te hebben wat vrij is van deze
giftige stoffen maar helaas is dat niet
altijd waar. Als Ethoxiquine, BHT of BHA
aan de grondstoffen is toegevoegd dan
hoeft de fabrikant dit niet op de
verpakking te vermelden de biologische
bedrijven mogen deze grondstoffen niet
gebruiken.....
top
=============//=============
top
Voor een Dierenspeciaalzaak bij u in
de buurt.
klik hier
Zoek op uw
postcode .
top
=============//==============
Afrikaanse
Grijze roodstaart papegaaien-slager gearresteerd!!
Kameroen: Geplaatst op woensdag 28 maart 2012 - 14:48
--------------------------------------------------
------------------------------
Cameroon: African grey parrot butcher arrested --------------------------------------------------
------------------------------
Walter Nana Wilson, AfrikaNieuws verslaggever in
Buea, Kameroen
Een beruchte papegaai trapper, Roger Atangana, en
drie van zijn handlangers, zijn opnieuw
gearresteerd.
Atangana werd betrapt met 113 papegaai
koppen, 43 dode papegaaien, 85 gerookte papegaaien,
13 levende papegaaien en 1650 staarten binnen het Lobéké National Park, in de oostelijke regio
van
Kameroen. Twee motoren werden ook in beslag genomen
van de stropers.
Atangana werd gearresteerd op 21 maart door rangers
en leden van het Rapid Intervention Brigade
Kameroen,
bekend in het Frans als BIR. Het World
Wide Fund for Nature, WWF financiële en logistieke
steun voor
de anti-stroperij operatie.
Dit is de zesde keer dat Atangana en co zijn
gearresteerd in Lobéké, illegaal vangen en
onthoofden de
Afrikaanse grijze papegaaien. De
stroper is al vijf keer veroordeeld tot milde
gevangenis variërend
tussen 25 dagen tot 6 maanden.
In 2008 gearresteerde de politie Atangana voor het
bedreigen van het leven van rangers met een granaat.
Hij werd in de boeien geslagen en kreeg 5 maanden
gevangenisstraf voor een militaire rechtbank in Yaounde.
Maar hij keerde terug naar het park in
maart 2011, en werd opnieuw gearresteerd en
veroordeeld tot
25 dagen in de gevangenis en
veroordeeld tot een boete van FCFA 2.400.000, (EURO
3,664) te betalen
op 12 april 2011.
Volgens Mounga Abana, Conservator (park warden) voor
Lobéké
National Park,
is het Atangana geweest
die achter de slachting van
een geschatte 10.000 papegaaien in Lobéké zit,
tussen 2005 en 2012.
"Lobéké
National Park
was een
veilige
haven voor een groot aantal Afrikaanse grijze
papegaaien.
Maar vandaag de dag is het aantal
papegaaien sterk teruggelopen als gevolg van
stroperij, legt Mounga uit.
De bedreiging van Grijze roodstaarten papegaaien is
verergerd als gevolg van het onthoofden en het
plukken van de rode staartveren van deze vogel, in
tegenstelling tot in het verleden, toen de vogels
werden gevangen en levend verhandeld. Het is nog
niet duidelijk waarom stropers de koppen van deze
papegaaien afsnijden, maar een gearresteerde
verdachte die in februari 2008 met 353 koppen
en 2000
staarten werd betrapt vertelde boswachters
dat deze worden gebruik voor genezing van
geesteszieke patiënten.
Kameroen ëxporteerd aanvankelijk een quotum van
12.000 papegaaien per jaar.
Maar als gevolg van
stroperij, CITES (de Conventie inzake de
internationale handel in bedreigde in het
wild
levende dier-en plantensoorten) schortte de uitvoer
van papegaaien uit Kameroen.
Kennis te nemen van deze kritieke dreiging,
Cameroon's Ministry van Bosbouw en Wild, MINFOF in
december 2006, overgeboekt van de grijze papegaai
van klasse B (gedeeltelijk beschermd) van klasse 'A'
(volledig beschermd) soorten. Capture wordt
onderworpen aan een speciale toestemming van de
Wildlife ministerie.
WWF is actief ondersteunen van pogingen tot
instandhouding in Lobéké de afgelopen tien jaar.
Zacharie Nzooh, WWF Lobéké project manager, zegt dat
hij hoopt dat de rechterlijke macht
Kameroen zal een
volledige zin hard op de recidivist.
"We zijn op zoek naar een rechter om te helpen de
grijze papegaaien te redden door dichtslaande
zinnen
die zal afschrikken, eens en voor altijd, beruchte
stropers uit decimeren deze prachtige vogel,
" Nzooh
verklaard.
De verdachten zullen berecht in een rechtbank in
Yokadouma, East Region van Kameroen.
top
=============//==============
top
Duizend papegaaien in beslag
Wederom papegaaien
in Kameroen in beslag genomen.
Bron: Newscore, 4
februari 2010
Het lijkt niet te
stoppen maar nadat er eind 2009 al 300
papegaaien in beslag genomen zijn er
eind Januari wederom 700 papegaaien op
het vliegveld in beslag genomen.
Vermoedelijk waren het hoofdzakelijk
Grijze roodstaarten. Ambtenaren vonden
de vogels die in 14 kratten waren
samengepakt. Een deel van de vogels
waren al overleden. De overgebleven
vogels werden aan het ministerie van
Wildlife overhandigd om daarna naar een
zoologisch park in Limbe, in het
zuidwesten van het land gebracht te
worden. Helaas slaagde de politie er
niet in om de smokkelaars in de kraag te
grijpen omdat ze vermoedelijk al getipt
waren ( door medewerkers van de
vlieghaven ) over de politie actie. De
uiteindelijke bestemming is onbekend
gebleven. Kameroen heeft de officiële
export stilliggen in afwachting van
veldonderzoek naar de populaties wilde
papegaaien.
=============//==============
vr 05 feb 2010
Douala -
Douanebeambten op een vliegveld in
Kameroen hebben meer dan duizend
papegaaien in beslag genomen. De
smokkelaars waren van plan de grijze
roodstaarten vanuit het West-Afrikaanse
land naar de golfstaten Bahrein en
Koeweit te brengen, zo maakte
natuurbeschermingsorganisatie Wildlife
Direct vrijdag bekend.
„Het is
de grootste lading papegaaien die ooit
in Kameroen in beslag is genomen”, aldus
een woordvoerder van het opvangcentrum
waar de papegaaien naar toe zijn
gebracht. De vogels bevonden zich al
enkele dagen in een container, voordat
de douane de vondst deed. Enkele
tientallen dieren hebben het niet
overleefd.
Grijze roodstaarten
zijn internationaal zeer gewild als
huisdieren. De handel in de vogels is
aan strikte regels gebonden om de
populaties in het wild te beschermen.
=============//==============
top
Imported African Parrots
De Europese
grenzen zijn per 1 juli 2007
gesloten voor de import van vogels
uit alle overige delen van de
wereld. Wij zullen het in de
toekomst dus nagenoeg moeten doen
met wat er nu bij liefhebbers
aanwezig is. Kweken is daarom de
boodschap!!
Ik heb dit
stukje geplaatst zodat u een idee
kunt krijgen wat er zo al
geimporteerd werd aan Afrikaanse
papegaaien, in dit geval Grijze
roodstaarten en senegal papegaaien.
Ook kunt u onder soorten bij
iedere soort de vanglijsten
bekijken.
Land van herkomst
Cameroon
Democratic Republic of the
Congo
Guinea
Guinea Bissau
Liberia
Mali
Senegal
Sierra Leone
|
soorten
Grijzeroodstaart
Grijzeroodstaart
Senegal
papegaai
Senegal papegaai
Timneh Grijze roodstaart
Senegal papegaai
Senegal papegaai
Timneh Grijze roodstaart
|
aantallen imports 2001
12.000
10.000
9,000
7,000
3,000
19,000
16,000
2,000
|
De tijdelijke importstop voor vogels,
die vanwege het gevaar voor vogelgriep
werd ingesteld, heeft de levens van
honderdduizenden zeldzame en exotische
vogels gered. Dit verklaarde de
RSPB .
Lees verder…
top
============//=============
Toename illegale vogelimport gevaarlijk
.
top
Gepubliceerd op donderdag 30
november 2006 16:00
(Novum) -
De illegale invoer van wilde vogels
is enorm toegenomen door de
strengere importverboden in de
Europese Unie na de
vogelgriepepidemie. De onwettige
handel in de wilde vogels is
lucratief geworden, stelt de
Europese vereniging van importeurs
van vogels en levende dieren
donderdag.
Volgens voorzitter
Rinus Borgstein van de vereniging
vormt de illegale handel een
ernstige bedreiging voor de
gezondheid, omdat er meer zieke
vogels Nederland binnenkomen. Hij
schat het aantal illegaal
geïmporteerde uitheemse vogels in de
EU sinds de nieuwe importverboden
begin dit jaar op tienduizend.
Daarvan zijn er volgens hem vele
honderden in Nederland ingevoerd.
Ook in ons land komen er behoorlijk
wat vogels binnen, in alle soorten
en maten. Ze worden niet
gecontroleerd op ziektes en worden
vaak onder erbarmelijke
omstandigheden vervoerd.
De prijzen van wilde vogels zijn na
de striktere importregels enorm
gestegen, zegt Borgstein. Een
roodstaart papegaai kostte vroeger
honderd dollar. Vorige week hoorde
ik dat er vierhonderd zijn verkocht
voor 250 doller per stuk. De
illegale vogelhandel verloopt
volgens Borgstein meestal niet via
internet, maar via
mond-tot-mondreclame.
EU-commissaris Markos Kyprianou voor
volksgezondheid wil de zakelijke
import van wilde vogels beperken tot
dieren afkomstig uit nog minder
landen, zoals Australië,
Nieuw-Zeeland, Canada en Chili. Dat
zijn voor ons als importeurs
oninteressante landen. De plannen
van Kyprianou lossen niets op en
maken de risico's alleen maar
groter, doordat er tienduizenden
vogels via illegale kanalen
binnenkomen, zegt Borgstein.
Bron: Elsevier
top
==================//==================
Life verslag uit Afrika:
Interview met een papegaaienonderzoeker
Steve Boyes, een wildernisgids en
student zoölogie aan de Universiteit van
KwaZulu/Natal, Zuid-Afrika, beantwoord
vragen over zijn ervaringen bij het
bestuderen van de Meyer´s papegaai.
Steve werkt tegenwoordig voor de World
Parrot Trust aan een lobby om de
wildvang vogelhandel in Afrika te
verbieden en het schrijven van zijn
doctoraal zoölogie in Pietermaritzburg,
Zuid-Afrika. Dit zijn een paar inzichten
over het leiden van het Meyer´s
Papegaaien Project in de Okavango Delta.
Hoe raakte je in eerste instantie
betrokken bij onderzoek naar papegaaien
in Afrika? Sinds mijn jeugd ben ik
geïnteresseerd in het Afrikaanse
vogelleven en mijn ouders zorgde ervoor
dat wanneer mogelijk we in de
wildernisgebieden waren van Zuid-Afrika
en Namibië om zoveel mogelijk te leren
en in ons op te nemen. Als jonge
enthousiaste vogelaar is één van de
makkelijkste roep om te herkennen de
contactroep van de Poicephalus papegaai,
voor mij de Meyer’s en de Bruinkop
papegaaien Poicephalus cryptoxanthus in
het Kruger National Park, Zuid- Afrika.
Ik herinner me dat ik altijd op deze
hoogtonige contactroep reageerde iedere
keer als ik hem hoorde, herhaaldelijk
degenen om me heen er op attent makend
dat er een papegaai was overgevlogen,
een gewoonte die ik 20 jaar later zeer
bruikbaar vond. Dus de genegenheid om de
Meyer’s papegaai te bestuderen was
altijd al aanwezig. Ik woonde al 18
maanden in de Okavango Delta, waar ik
werkte voor de Wilderness Safari als
kampmanager en gids, toen Professor
Perrin van de Universiteit van
KwaZulu-Natal, ontdekte dat ik me in de
Okavango ophield, hij benaderde me met
het aanbod mijn doctoraal zoölogie te
halen over de Meyer’s papegaai.
Natuurlijk sprong ik op deze
mogelijkheid in en mijn betrokkenheid
bij bescherming van en het onderzoek
naar de Afrikaanse papegaai is sindsdien
alleen maar toegenomen. Waarom zijn jij
en je team zo enthousiast over het
werken met de Meyer’s papegaai? Meyer’s
papegaaien Poicephalus meyeri hebben het
grootste verspreidingsgebied dan ieder
andere Afrikaanse papegaai, de lengte
van Afrika van Zuid-Afrika helemaal
omhoog tot het zuiden van Soedan. Hij is
verreweg de meest voorkomende papegaai
in Afrika, het best geschikt voor de
huidige klimatologische omstandigheden
en de overwegend savanne struikgewassen
in zuidelijk en oostelijk Afrika.
Eigenlijk is de Meyer’s papegaai een
specialist in het aanpassen, die het bij
het rechte eind heeft, gezien de huidige
habitatomstandigheden in Afrika! Dit is
de belangrijkste papegaai in Afrika en
door het ecologische mechanisme te
begrijpen wat zijn succes ondersteunt
over het hele continent is fundamenteel
voor de ontwikkeling van een
beschermingsplan voor alle Afrikaanse
papegaaien. De Meyer’s papegaai zou
inzicht kunnen verschaffen over de
beperkte verspreiding en omstreden
status van andere Poicephalus
papegaaien, zoals de Kaapse papegaai
Poicephalus robustus, Niam-Niam papegaai
Poicephalus crassus, Geelmasker papegaai
Poicephalus flavifrons, Rüppel’s
papegaai Poicephalus ruppellii en de
Kongo papegaai Poicephalus
gulielmi. Bovendien is de Meyer papegaai
een fascinerende, intelligente en
interactieve vogel die je altijd doet
verrassen en verbazen. Je eerste rustige
ervaring in een boom en een pop Meyer’s
papegaai je voorzichtig observeert en
dan aanneemt dat je waarschijnlijk geen
gevaar betekent is heel emotioneel. In
dit opzicht en die stilte realiseer je
je dat ze zelfbewust en complex van
karakter is. Ze taxeert je écht. Na
jaren in het project door broedparen
apart te onderscheiden (door
gebruikmaking van unieke
teugelkentekenen) begonnen we tevens
uitgesproken karakteristieken in de
vogels afzonderlijk te zien – dapper,
nerveus, onverschillig, agressief etc.
Het feit om iedere soort van dichtbij te
leren kennen is heel opwindend en
stimulerend. Bij wat voor soorten ander
werk ben je betrokken? Ik werk op dit
moment voor de World Parrot Trust om de
import van wildvang vogels naar
Zuid-Afrika een halt toe te roepen, in
het bijzonder de Grijze roodstaart
Psittacus erithacus en de Senegal
papegaai Poicephalus senegalus. We
werken samen met NGO’s, kwekers en
importeurs om onnodige vijandigheden te
vermijden als we ons standpunt aan de
regering voorleggen. Voor meer
informatie hierover neem dan contact op
met: boyes@worldparrottrust.org Bovendien ben ik bezig met de aanvang
van het Okavango Nesting Project met het
Botswana Department of Wildlife &
National Parks en University of Botswana
door te kijken naar de nestbiologie van
alle in nestholtes broedende vogels,
zoogdieren en reptielsoorten in de
Okavango Delta. Vertel ons eens een bijzonder memorabel
verhaal uit de jaren van het project? Er
is een bijzonder hartverscheurend
verhaal. Het paar (boven)was het
liefdesverhaal van het researchproject,
omdat ik hun broedactiviteiten drie
seizoenen had gevolgd. In 2004,
identificeerde ik deze papegaaien
afzonderlijk door gebruikmaking van hun
gele koptekeningen. Dat eerste seizoen
brachten ze twee jongen groot, waarbij
ze waarschijnlijk een verspeelde door de
enorme regenval en het daaruit
voortvloeiende gebrek aan proteïne voor
snelle groei van het kuiken dat jaar. In
2005, nestelden ze opnieuw, maar deze
keer verloren ze hun kuikens door een
onbekende predatie gebeurtenis nadat ze
waren uitgekomen. In 2006, miste ik ze
omdat ik werkte voor de University van
California, Berkeley. Toen ik in 2007
aankwam, was ik heel benieuwd om te zien
of ze nog steeds samen waren en dezelfde
nestholte gebruikte. Dat was zo en
zodoende werden ze de sterren van het
veldseizoen van 2007. We verwachtten dat
het uitkomen ging plaatsvinden, dus
bezochten we de nestholtes dagelijks.
Op
een morgen, kreeg ik een telefoontje van
een van de vrijwilligers, die me
vertelde dat er iets verschrikkelijk
verkeerd was in deze nestholte. De man
schreeuwde wild aan de ingang van de
nestholte, maar ging niet naar binnen.
Daarna voegden zich twee andere
papegaaien bij hem, die aan de chaos
meededen. Ze waren zó opgewonden dat het
af en toe leek of ze met elkaar aan het
vechten waren. Na
twee uur observeren stak een genetkat
zijn kop uit de holte (onder), zodoende
bevestigend dat de pop en de eieren
waren vernield. Bij inspectie van het
nest een week later, ontdekten we dat ze samen met
één uitgekomen jong en twee niet uitgekomen jongen
was gedood. Het was verschrikkelijk te zien hoe de
man in de boom bleef roepen. Hij bleef er drie
dagen, terwijl hij tot laat in de avond
bleef roepen. We zagen hem zelfs van
ellende in het maanlicht rondvliegen.
Deze papegaai was zelfbewust en hield
van zijn partner – dit was meer dan
paarvorming, ze waren een koppel voor
het leven. Wat zijn een paar van de
vervullingen van het Meyer’s
papegaaienproject in de afgelopen tijd?
In januari 2007 hebben we ons eerste
onafhankelijke onderzoekskamp opgezet.
Het kamp geeft ons de mogelijkheid om
vrijwilligers te huisvesten en ieder
moment dat we wakker zijn aan het
papegaaienonderzoek te wijden en
bescherming d.m.v. educatieve
programma’s, lezingen aan toeristen en
het aantrekken van professionele gidsen
in de Okavango Delta.
Het veldseizoen van 2007 werd mogelijk
gemaakt door een donatie van de British
Ecological society en verschillende
privé donateurs, in het bijzonder Julie
Drier uit de Verenigde Staten.
Op 5 februari is het kamp gedoopt als
“Vundumtiki Parrot Camp”. “Vundumtiki”
betekent één kleine vis”- een zin uit
een Bayei folklore verhaal van het
eiland. Vundumtiki Island ligt op het
knooppunt van de Maunachira en
Kiankiandavu Channels in het noordoosten
van Okavango Delta, Botswana. Dit is één
van de meest afgelegen locaties in het
Okavango Delta systeem. Het ligt 3 uur
van het dichtstbijzijnde vliegveldje en
15 tot 48 uur van Maun, de
dichtstbijzijnde stad (300km) een
écht wildernisgebied. Voor ons
intensieve onderzoeksprogramma tijdens
het belangrijkste broedseizoen tussen
januari en juli 2007 hadden we om de
beurt twee tot vier vrijwilligers
kamperen. Ze hadden allemaal
uiteenlopende ervaringen die van invloed
waren op hun leven.
“Vundumtiki Parrot
Camp” is de thuisbasis voor het Meyer’s
Parrot Project. Vundumtiki Island ligt
naast Maunachira Channel in het Okavango
Delta systeem .
Wat dragen
vrijwilligers bij aan het project?
In principe maakt de vrijwilliger deel
uit van het team en is betrokken bij
alle aspecten van het project en wonen
in het kamp (waaronder wassen, hout
sprokkelen, koken etc.) Het veldseizoen
van 2007 was gericht op het
belangrijkste nestseizoen. Vrijwilligers
draaiden in ploegen van 5 uur om de
nestholtes te observeren, dwars door het
oerwoud met een gids die gediplomeerd
was om in de “Big-5” te lopen met gasten
en het klaarmaken en schoonmaken van
onderzoeksmateriaal. Vrijwilligers
versterkten het team voor tenminste een
maand en allekosten in het kamp werden
vergoed. Wat de vrijwilligers alleen
maar hoefden te doen was naar Maun komen
daar vlogen we ze vandaan. De
vrijwilligers waren meestal jonge
studenten die geïnteresseerd waren in
ecologie en kwamen zelfs van de
University of Arizona, USA. Het leven in
de Okavango wildernis is onvoorspelbaar
en consequenties als er iets verkeerd
gaat zijn definitief. We moeten uiterst
voorzichtig zijn in ons doen en laten.
Desondanks hadden de meeste
vrijwilligers diverse ervaringen die van
invloed waren op hun leven tijdens het
project. Tussen hun verhalen waren
aangevallen door olifanten, leeuwen die
een buffel doden bij een nestplaats,
samen met de plaatselijke leeuw een
douche nemen en zich beschermen tegen
een horde bavianen op het eiland.
Gelukkig raakte niemand gewond, alleen
de plaatselijke hyena toen er planken op
hem ineen zakten (ik denk dat de planken
slechter af waren dan de hyena).
Allemaal bedankt die zo hard gewerkt
hebben om het kamp op te zetten, zo
geduldig waren bij de 10-uurs
observaties en zo dapper bij de
rimboewandelingen, dat alles voor
onderzoek en bescherming van papegaaien.
Voor mij was hun betrokkenheid
tweeledig, waarbij ik hun een
persoonlijke relatie wilde leren en
vormen met de papegaaien en ook het
gevoel bijbrengen voor de plek in een
wildernisgebied weg van de invloeden van
buitenaf. Wat waren je belangrijkste
resultaten? Gebaseerd op observaties
tussen 2004 en 2007 werd duidelijk dat
het vermijden van onderlinge strijd door
het kiezen van specifiek seizoenvoedsel
en broedstrategieën centraal stond om
antwoord te geven op een belangrijke
vraag voor de aanvang van het project.
“Welke factoren stellen de Poicephalus
meyeri in staat om zo “succesvol” te
zijn in hun natuurlijke habitat?”
Gedurende de eerste twee jaar van het
Meyer’s Parrot Project waren we gefocust
op hun voedselecologie, habitatvoorkeur
en specifiek gedrag (b.v.
broedseizoenen, verzorging, onderlinge
verzorging, slapen etc.) m.b.t. regenval
per seizoen, bronnen van overvloed en de
jaarlijkse overstromingen in het
studiegebied. In 2006 deed ik
dataverwerking aan de University of
California, Berkeley, in het lab van
Prof. Steve Beissinger, genereerde
fondsen en ontwierp projectplannen voor
het veldseizoen van 2007. De tijd in
Berkeley veranderde de manier waarop ik
tegen ecologisch onderzoek aankijk en
maakte het noodzakelijk dat ik
terugkeerde naar Vundumtiki. Belangrijke
ontdekkingen in de drie jaar in het veld
houden in: Meyer’s papegaaien sporen
bronnen op door overvloed en vermijden
strijd met andere vruchtenetende vogels
en primaten. Ze schreeuwen als ze
geschikte voedselbomen vinden en zaden
van onrijpe vruchten ontdekken en
plaatsen met peulvruchten die
onbereikbaar zijn voor ander zaadeters.
Ze kunnen uiterst harde noten kraken van
de Marula Scherolcarya birrea, Mokolwane
palm Hyphaene petersiana en Baobab
Adansonia digitata vruchten, zodoende
exclusief toegang hebben tot de
proteïnerijke zaden. Dit gedrag wordt
niet waargenomen bij andere vogels in de
Okavango Delta of Poicephalus papegaaien
ergens anders in Afrika. Er werd het
hele jaar gebroed, maar 95% van de
broedactiviteiten viel binnen de periode
maart-juli (d.w.z. de wintermaanden).
Dit leek samen te vallen met het einde
van het natte seizoen, het begin van de
overstroming, het einde van de
broedactiviteiten bij de Grote
glansspreeuw Lamprotornis australis
(zodoende concurrentie met deze grote,
agressieve holenbroedende vogelsoort te
vermijden) en een piek in het teisteren
van het Marula fruit, de Vaalboomknoppen
Terminalia sericea, Kierieklapper
Combretum hereronse en de knoppen van de
Mopane Colophospermum mopane door
parasietenlarven, voedsel wat ze bijna
uitsluitend eten.
Wat
zijn je verwachtingen voor de toekomst
van het project? Op het ogenblik heb ik
jet druk met mijn doctoraal te schrijven
aan de University of KwaZulu-Natal hier
in Zuid-Afrika, waarna ik graag zou
teruggaan naar de Okavango Delta om mijn
werk voort te zetten aan de Meyer’s
papegaai met het Research Centre for
African Parrot Conservation tot het
einde van het jaar. We hebben een
driejarig contract voor onderzoek en
verblijf van de Office of the President
in Botswana en toestemming van
Wilderness Safaris Botswana voor
dezelfde periode om Vundumtiki Island te
gebruiken. We hadden in 2007 beperkt
succes bij de 105 nestboxen die we
hadden opgehangen rond het studiegebied.
We maakten gebruik van 6 verschillende
nestboxontwerpen, maar bereikten geen
broedsucces in de nestboxen. We hopen
variaties op het meest succesvolle
ontwerp van het broedseizoen van 2007 te
testen om zodoende een nestboxontwerp te
ontwikkelen dat gebruikt kan worden in
andere gebieden waar, vanwege houtkap,
zich geen geschikte nestholtes bevinden.
Zoals bij iedere ander project van deze
soort, voorzien vragen in hun eigen
behoefte omdat ontdekkingen óf huidige
veronderstellingen ondermijnen óf nieuwe
mogelijkheden openen voor onderzoek. Op
dit moment train ik Zenzele Mpofu van
het Department of Wildlife & National
Parks om het project van me over te
nemen als ik klaar ben aan het einde van
het jaar, zodat we een onderzoekstation
voor lange termijn opzetten en onze
visie mogelijke uitbreiden naar andere
vogelsoorten. Ik wil graag wat ik
geleerd heb tijdens mijn studie van de
Meyer’s papegaai toepassen op andere
Afrikaanse vogelsoorten, om zodoende de
veronderstellingen over hen resulterend
uit deze studie . Het is tevens mijn
droom en interesse om, tegen 2010, een
“African Parrot Expedition” van negen
maanden te kunnen ondernemen waarbij
alle geïdentificeerde brongebieden voor
alle Afrikaanse papegaaien-populaties,
en tijd door te brengen om hun
broedgedrag, status en
beschermingsbiologie (vooral voorvallen
van mensenpapegaaien conflicten en de
handel) te taxeren, terwijl we
fotograferen, ringen en bloed afnemen
van alle soorten en ondersoorten om
zodoende voor eens en altijd het verhaal
van de Afrikaanse papegaaienevolutie en
biogeografie af te ronden. Ik zou alle
correspondentie m.b.t.mogelijke
samenwerking of steun voor dit
initiatief op prijs stellen. Zoals
altijd het geval is zijn we afhankelijk
van fondsen van onder-steunende
bedrijven en charitatieve donaties van
privépersonen. Met dit doel wil ik
charitatieve donaties vragen voor het
project aan de World ParrotTrust. Heb je
tot slot nog wat te zeggen aan de
lezers? Antoine de Saint Exupery zei:
Velen zijn deze natuurgetrouwheid
vergeten, maar je moet het niet
vergeten. Je blijft voor altijd
verantwoordelijk voor wat je hebt
getemd”. Laten we de wildvanghandel een
halt toe roepen, omdat we al meer hebben
dan we aankunnen, zoals men kan zien in
de opkomst van de Gabriel Foundation in
Denver, die toegewijd zorg draagt voor
verstoten gezelschapspapegaaien. De
moderne avicultuur is nu genoeg
ontwikkeld om in vraag van de
internationale vogelhandel te voorzien,
zodoende de natuurlijke menselijke
nieuwsgierigheid in alle mooie dingen te
bevredigen en natuurlijk onze wens voor
onvoorwaardelijk gezelschap en de vrede
die we voelen bij de aanwezigheid van
een dier. Een totale stop op de wildvang
vogelhandel is niet alleen een noodzaak
van economisch en beschermingsbelang,
maar ook een ethische.
In dit deel van Afrika is de meest
veilige plek om door de verrekijker te
staren voor het observeren van nesten op
het dak van de Landrover.
Projectvrijwilligers hebben opwindende
en onvoorspelbare ervaringen als ze
ondergedompeld zijn in het project en de
omgeving. Hoewel er interesse was,
hebben we geen broedsucces met de
nestboxen tot nog toe.
We hopen dat de boxen de komende
seizoenen gebruikt gaan worden, om
gemakkelijker de groeiende nestlingen te
bereiken. Wilgenrupsen zijn de
belangrijkste dieetbestanddelen tijdens
het broedseizoen. Het hoge proteïnedieet
stopt twee weken voor het uitvliegen,
waarna de kuikens vegetarisch zijn.
Vertalingen
Ria Vonk - Willemstad
top
==================//==================
top.
Meer info
over Cites
CITES staat voor de ‘Convention
on International Trade in Endangered
Species of wild fauna and flora’.
Wereldwijd kent CITES een kleine 180
leden, waaronder alle lidstaten van
de Europese Gemeenschap en dus ook
Nederland
Door middel van
vergunningen en certificaten wordt
de (commerciële) handel van meer dan
30.000 beschermde soorten planten en
dieren gereguleerd. In Nederland
wordt de CITES-regelgeving
uitgevoerd door het CITES-bureau.
Het CITES-bureau is onderdeel van
Dienst Regelingen van het Ministerie
van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV).
Voor
wie? Veel mensen hebben
beroepshalve of hobbymatig met
beschermde planten en dieren te
maken. Bijvoorbeeld:
- U
koopt een papegaai in een
dierenwinkel
- U neemt een
souvenir mee van vakantie.
-
U exporteert bloembollen;
- U
kweekt en handelt bedrijfsmatig in
vogels;
- U fokt hobbymatig
reptielen;
- U neemt een
schildpad over van een familielid
die er niet meer voor kan zorgen.
CITES-regelgeving Op
internationaal niveau zijn de
bedreigde soorten opgenomen in drie
verschillende bijlagen. De bijlage
waarin een soort is opgenomen
bepaalt of internationale handel is
toegestaan en zo ja, onder welke
voorwaarden.
De Europese
Gemeenschap heeft de
CITES-regelgeving vastgelegd in
verordeningen. De Europese
regelgeving kent naast de
CITES-vergunningen het
EG-certificaat voor
eigendomsoverdracht en commerciële
handelingen binnen de Europese Unie.
In Nederland is de Flora- en
faunawet van kracht. Door deze wet
kan CITES uitvoering geven aan de
Europese regelgeving en zijn
overtredingen strafbaar gesteld. De
Flora- en faunawet kent een verbod
op ‘het onder zich hebben’ van
bepaalde soorten. Voor particulieren
geldt bijvoorbeeld een algeheel
verbod op het houden van apen en de
meeste katachtige.
Waar kan
ik een CITES vergunning of
certificaat aanvragen? U kunt
een aanvraag voor een CITES
vergunning of certificaat indienen
bij het CITES-bureau. Op de
internetsite www.minlnv.nl\loket
vindt u meer informatie over CITES
in het algemeen, wet- en regelgeving
en wordt uitgelegd hoe u een
vergunning of certificaat kunt
aanvragen. Kies bij onderwerpen voor
‘Vergunning en ontheffing’ en
‘CITES’. U kunt ook contact opnemen
met het LNV-loket op 0800-2233322
Informatie over CITES. Ministerie van landbouw natuur
en voedselkwaliteit (LNV) Telefoon: 078 - 6395101 E-mail:
cites@minlnv.nl
top
=================//================
top
Europarlement
wil invoer
wilde vogels beperken.
Telegraaf di 27 feb 2007,
11:05
BRUSSEL - De
import van wilde vogels
zoals papegaaien moet
strenger, vindt de
verantwoordelijke commissie
van het Europees Parlement.
De parlementsleden willen
verder gaan dan een voorstel
van de Europese Commissie om
de invoer te beperken tot
enkele gebieden.
„Het
risico is dat die gebieden
dan vogels doorvoeren vanuit
andere illegale gebieden”,
verwoordde Dorette Corbey
(PvdA) dinsdag het gevoel
van de commissie milieu en
gezondheid. „We willen ook
dat alleen gecertificeerde
bedrijven de vogels mogen
vangen. Dat moet voorkomen
dat bedreigde soorten verder
wegkwijnen. Of dat de
vangers nare dingen zoals
lijmstokken gebruiken voor
de vangst.” De Europese Unie
beperkt sinds 2005 de invoer
van wilde vogels met
tijdelijke maatregelen. Het
nieuwe voorstel moet dat
omzetten in een vaste
regeling. De importbeperking
moet zowel het
vogelgriepvirus H5N1 buiten
Europa houden als bedreigde
vogels beschermen.
top
========================================================
top
Toezeggingen CITES
Kamerstuk | 19-01-2006
De Voorzitter van de
Tweede Kamer der
Staten-Generaal Postbus
20018 2500 EA Den Haag
ons kenmerk : DN.
2005/4115 datum :
19-01-2006 onderwerp :
Toezeggingen CITES bijlagen :
Geachte
Voorzitter,
Tijdens
het Algemeen Overleg met uw
Kamer over CITES op 16 maart
2005 en het Voortgezet
Algemeen Overleg van 24
maart 2005 heb ik u twee
toezeggingen gedaan. Per
brief van 13 juni jl.
(TRCJZ/2005/1839) heb ik u
op de hoogte gebracht van de
stand van zaken op dat
moment. Met deze brief
informeer ik u over:
Mijn conclusies inzake
het rapport van de Stichting
Papegaaien en Parkieten
Welzijn over een nulquotum
voor in het wild gevangen
vogels; Bestrijding van
de illegale ivoorhandel; Voorbereidingen CoP14. 1.
Importverbod op uit het wild
gevangen vogels. Het
rapport van de Stichting
Papegaaien en Parkieten
Welzijn gaat in op de
gevolgen van het uit de
natuur vangen van
papegaaien. Eerder ontving
ik ook oproepen van diverse
NGO's via de World Parrot
Trust, die pleiten voor een
complete importstop op uit
het wild gevangen vogels. Ik
heb het rapport en de
oproepen bestudeerd. Wegens
het technische karakter van
het rapport en de specifieke
expertise die vereist is om
het goed te kunnen
beoordelen, heb ik het
rapport ook voorgelegd aan
de onafhankelijke commissie
bedreigde uitheemse dier en
plantensoorten. Mijn
bevindingen komen overeen
met de conclusies van deze
commissie.
Conclusies rapport Een
aantal conclusies in het
rapport van de Stichting
Papegaaien en Parkieten
Welzijn kan ik
onderschrijven:
Het behoud van soorten in de
natuur verdient de voorkeur
boven fok in gevangenschap. De hoogte van prijzen van
vogelsoorten is grotendeels
bepalend voor de mate waarin de
soort wordt bedreigd. Een
actieve bescherming ter plaatse
leidt tot een geringere
mortaliteit door verstoring van
nesten. In het rapport wordt ook
een vergelijk getrokken met het
importverbod dat de Verenigde
Staten hebben zoals vertaald in
de Wild Bird Conservation Act
van 1992 (WBCA). Die
vergelijking gaat mijns inziens
mank. De Verenigde Staten kunnen
vanwege hun belangrijke positie
op het Amerikaanse continent
gemakkelijker enkelzijdig
maatregelen treffen. Overigens
voorziet de WBCA in de nodige
uitzonderingen. Nederland heeft
binnen de EU rekening te houden
met tal van lidstaten, waarbij
regelgeving tot stand komt door
middel van dialoog.
Reactie op het rapport Laat
ik voorop stellen dat ik de
bezorgdheid van de Kamer deel.
Uw en mijn doelstelling is
beleid te ontwikkelen dat het
beste is uit het oogpunt van
soortenbehoud. Na het rapport
grondig bestudeerd te hebben,
blijf ik van mening dat verdere
invoerbeperkingen vanuit
Nederland dan de huidige onder
de bestaande EU-regelgeving niet
wenselijk zijn. Onderstaand zet
ik uiteen welke aanvullende
redenen, die niet in het rapport
vermeld zijn, mij tot deze
conclusie leiden.
Een
permanent importverbod van
papegaaien zet geen rem op de
illegale handel, want het is
aannemelijk dat de
ongereguleerde handel toeneemt
door het prijsopdrijvend effect
dat zal ontstaan omdat vogels
niet meer legaal te verwerven
zijn. In de praktijk zien we dat
in landen waar al lang een
uitvoerverbod geldt, stroperij
blijft plaatsvinden ( bush meat,
lokale handel). Tenzij er goede
en betaalbare alternatieven
zijn, zoals gekweekte vogels,
zal een totaalverbod ook voor
een aantal vogelimporteurs de
motivatie weghalen om vogels op
een legale en duurzame manier te
betrekken. Uit ervaringen met
andere landen blijkt dat uit het
wild gevangen vogels met behulp
van valse verklaringen worden
ingevoerd of erger, zonder
CITES-documenten het land worden
binnengesmokkeld, vaak onder
dieronwaardige omstandigheden.
Een verbod zal de
motivatie ondermijnen om ter
plaatse beschermende maatregelen
te treffen. De gevolgen kunnen
verstrekkend zijn. Verschillende
vormen van landgebruik
concurreren immers met elkaar.
Als het economisch nut komt te
vervallen is het niet
denkbeeldig dat er andere,
economisch interessantere vormen
van landgebruik intrede zullen
doen (ontbossing, veeteelt,
verbouwen van soja) met
desastreuze effecten op de
leefgebieden van vele soorten
ter plaatse. De duurzame handel
in vogels verschaft veel armen
in minder ontwikkelde landen een
inkomen en is tegelijkertijd een
goede stimulans om deze vogels
en hun habitat te beschermen. We
dienen ons hierbij te realiseren
dat papegaaien - waarin de bulk
van de handel plaatsvindt - ook
landbouwgewassen eten. Veel
lokale bewoners hebben dan ook
een reden nodig om deze soorten
niet te bejagen.
Verder
heb ik ook bedenkingen van
bestuurlijke aard. Ten eerste is
een enkelzijdig importverbod
strijdig met het EG-verdrag (ook
strijdig met het CITES-verdrag).
Als lidstaat maakt Nederland
onderdeel uit van een grote
gemeenschappelijke markt met als
kenmerk het ontbreken van
binnengrenzen. Ten tweede is het
twijfelachtig of een
(enkelzijdig) importverbod
WTO-conform is. En ten derde is
het een misvatting dat het
handhaven van een totale
importstop eenvoudig is. Door de
toename van de illegale handel
zullen er allerlei wegen gezocht
worden om vogels te smokkelen.
Dit doet een groot beroep op
instanties met opsporings- en
handhavingstaken.
Handhavingsaspecten Tijdens
het AO van maart jongstleden heb
ik mij ook bezorgd getoond over
het niet meer beschikken over
quarantaine maatregelen in geval
van een permanent importverbod.
Door niet gereguleerde handel in
vogels ontstaan er juist grotere
risico's voor de insleep van
besmettelijke dierziekten. Met
de geldende quarantaine
maatregelen kunnen we deze
risico's succesvol inperken,
zoals onlangs ook is gebleken in
Engeland.
Het is
overigens niet zo dat er een
grote stroom ongereguleerde
handel van CITES-geregistreerde
vogels plaatsvindt. De handel in
veel CITES-erkende soorten is
reeds lang verboden. Deze
soorten staan op Annex I van de
CITES-regelgeving en op bijlage
A van de EU-Verordening.
Gereguleerde handel is
toegestaan met de doorgaans
minder bedreigde soorten. Deze
staan vermeld in Annex II
(bijlage B van de
EU-Verordening). Import van
Bijlage B-soorten vereist een
importcertificaat, dat pas wordt
afgegeven nadat een
exportcertificaat is ontvangen.
Deze procedure biedt het
importerende land de
morgelijkheid de echtheid en
juistheid van het afgegeven
exportcertificaat te verifiëren.
Een importcertificaat wordt
geweigerd als de Nederlandse
Wetenschappelijke Autoriteit
concludeert dat door de import
de desbetreffende soort in haar
voortbestaan wordt bedreigd. Op
EU-niveau worden deze adviezen
afgestemd op basis waarvan de
Europese Commissie bindende
tijdelijke importstops kan
publiceren. Deze aanpak dwingt
betrokken staten tot overleg om
tot een betere bescherming ter
plaatse van de betreffende soort
te komen.
Conclusie
regering Alles afwegende
herhaal ik mijn conclusie dat
het rapport mij niet heeft
kunnen overtuigen dat een
Nederlands importverbod de beste
garanties biedt voor het
voortbestaan van vogels in het
wild. Niettemin ben ik bereid,
zoals ik ook al eerder aangaf,
te bezien of een EU-breed
importverbod wel die garanties
kan bieden.
2.
Bestrijding van de illegale
ivoorhandel Ik heb u
toegezegd dat ik contact op zou
nemen met de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking om te
bezien of er mogelijkheden zijn
om met behulp van lokale
programma's ook de bestrijding
van illegale ivoorhandel te
ondersteunen. Hierover kan ik u
het volgende berichten. De
implementatie van het
CITES-verdrag heeft in
specifieke gevallen een directie
relatie met armoedebestrijding.
In deze relatie moeten
mogelijkheden voor ondersteuning
ook gezocht worden.
De
mogelijkheid voor ondersteuning
van lokale programma's wordt
getoetst aan het
Beleidsprogramma Biodiversiteit
Internationaal ( BBI). De
prioriteiten van het beleid over
internationale biodiversiteit en
de rol van CITES zijn hierin
verwoord. Daarbinnen bestaat een
financieel instrument dat
gezamenlijk door de ministeries
van LNV en OS wordt beheerd. De
mogelijkheid bestaat om
activiteiten op het gebied van
armoedebestrijding en CITES te
ondersteunen met dien verstande
dat OS het programma zal toetsen
op de bijdrage aan
armoedebestrijding ter plaatse.
Ik heb vooralsnog geen verzoeken
voor ondersteuning van projecten
en/of programma's ontvangen.
3. Voorbereiding CoP14 Tenslotte kan ik u over de
voorbereidingen voor CoP 14 het
volgende melden. Onlangs zijn in
overleg met het
CITES-secretariaat de datum en
locatie vastgesteld. CoP 14 zal
plaatsvinden van 3 tot en met 15
juni in het World Forum
Convention Center (WFCC) in Den
Haag, voorheen bekend onder de
naam Nederlands Congres Centrum
(NCC).
De minister van
Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit,
dr.
C.P.
Veerman
top
=========================================================================
top
Teflon toxicose bij vogels.
Waarschuwing voor Teflon
vergiftiging. Staan de
kerstdagen weer voor de deur.
Dan is dit bij uitstek de
gelegenheid om eens gezellig met
familie of vrienden te
gourmetten. Maar pas wel even
goed op als u een huiskamer
vogel bezit. Lees het
onderstaande stukje even goed
door, want uw vogel(s) kan
overlijden door het gourmetten!
Sinds het gourmetten populair is
geworden, weten we wat teflon
vergiftiging is. Plotseling
werden dierenartsen
geconfronteerd met vogels die
overleden zonder ooit ziek
geweest te zijn. Als de
omstandigheden waaronder de
vogel overleden was werden
nagegaan, bleek het steeds te
gaan om vogels die waren
overleden na een avondje
gourmetten. Als de gestorven
dieren werden nagekeken bleken
zij altijd massale
longbloedingen te hebben. Toch
kon er geen bacterie, gist of
virus aangetoond worden.
Daardoor kwam men al snel op het
idee dat het om een vergiftiging
zou gaan. Dat bleek inderdaad zo
te zijn. Teflon is het laagje
dat aan de binnenkant van
zogenaamde anti-aanbakpannen
wordt aangebracht en wat ook op
de meeste gourmetpannetjes zit.
Als teflon sterk verhit wordt
komt er damp uit vrij. Vogels
(niet alleen papegaaien maar ook
bv kanaries en de meeste andere
vogelsoorten) zijn extreem
gevoelig voor deze damp. Als zij
dit inademen ontstaan er
uitgebreide bloedingen in de
longen waar de vogels in het
algemeen zeer snel aan
overlijden.
In principe is het af te raden
om anti-aanbakpannen te
gebruiken in dezelfde ruimte
waar vogels verblijven. Toch is
het niet zo dat bij ieder
gebruik van een anti-aanbakpan
een vogel vergiftigd zal worden.
De schadelijke damp komt slechts
vrij als de temperatuur van de
pan zeer hoog wordt. Dit komt
het meeste voor als een
anti-aanbakpan leeg op het vuur
staat.
Omdat bij gourmetten
ieder zijn eigen pannetje heeft,
komt het bij gourmetten vaak
voor dat er een tijdje een
pannetje leeg op de
verhittingsplaat staat. Daarom
is gourmetten in een ruimte waar
ook de vogels verblijven ten
strengste af te raden. Ook als
er gebruik wordt gemaakt van anti-aanbakpannen of tostie
apparaat in een keuken waar
vogels verblijven, kunnen zij
beter even verplaatst worden
totdat het gevaar geweken is.
Dr. Hans De Wandeler (B)
top
========================================================================================================
top
PvdD wil importverbod
in het wild gevangen
vogels.
Partij voor de Dieren
PvdD roept samen met 200
dierenbeschermingsorganisaties de EU
op een einde te maken aan de import
van in het wild gevangen vogels
10-12-2004
10 december 2004-
Een oplopend gevaar voor
besmettelijke ziekten en groeiende
zorgen voor het voortbestaan van
soorten hebben meer dan 200
organisaties er toe gebracht de
Europese Unie op te roepen tot een
permanent verbod op de import van in
het wild gevangen vogels. De
European Union Wild Bird
Declaration, getekend door milieu,
dierenwelzijn en veterinaire
organisaties uit de gehele de wereld
is aangeboden aan de lidstaten, EU
commissarissen en de leden van het
Europese Parlement.
De
onderschrijvers van de verklaring
dringen er bij de EU op aan, het
huidige moratorium op de import van
wilde vogels uit Azië uit te breiden
en over te gaan tot een permanent
verbod op alle commerciële importen
van in het wild gevangen vogels.
Het moratorium loopt aanstaande
woensdag af. Volgens de
onderschrijvers - waaronder RSPCA,
Defenders of Wildlife, Greenpeace,
American Bird Conservancy, en de
World Parrot Trust - vormt de
continuering van de handel een
bedreiging voor Europeanen door een
mogelijke uitbraak van besmettelijke
ziektes zoals de Aziatische
vogelgriep, waaraan in 2004 al 32
mensen stierven.
Deze handel
onderwerpt ook miljoenen vogels aan
een inhumane behandeling, is een
bedreiging voor
natuurbeschermingsprojecten en
bedreigt veel soorten met
uitsterven. Vanwege deze gevolgen
hebben veel landen besloten te
stoppen met de import van vogels,
waardoor de EU inmiddels de grootste
afnemer in deze handel is geworden.
Europa neemt meer dan 80%
van de handel van in het wild
gevangen vogels voor zijn rekening
en importeert zo'n miljoen wilde
vogels per jaar voor de
huisdierenmarkt. Zoals in de
verklaring te lezen valt worden de
meeste van deze vogelsoorten met
succes in gevangenschap gekweekt
waardoor deze importen overbodig
zijn.
De dreiging die deze
handel voor Europa vormt werd eens
temeer duidelijk toen in oktober
wilde arenden vanuit Thailand werden
binnengebracht in Brussel. Bij een
test bleken zij besmet met het H5N1
vogelgriep virus. Volksgezondheid
experts van de Europese Unie en de
Verenigde Naties kennen dit virus
als een van de dodelijkste waarbij
70% van de besmettingen eindigt met
de dood. De wereld
gezondheidsorganisatie laat weten
bezorgt te zijn over de verspreiding
van H5N1 dat zou kunnen lieden tot
een uitbraak van een grieppandemie
zoals de Spaanse griep die in de
jaren 1918-1919 ongeveer 40 tot 50
miljoen doden tot gevolg had. De
aanwezigheid van deze vogels in het
vliegtuig heeft in potentie
honderden mensen blootgesteld aan
deze dodelijke ziekte.
"De
import van wilde vogels is een
duidelijke en constante bedreiging
voor de Europese pluimvee sector met
grote en dure uitbraken van
besmettelijke ziektes" zegt Dr.
Jamie Gilardi directeur van de World
Parrot Trust. Begin dit jaar geteste
papegaaien uit Pakistan bleken
positief voor Exotic Newcastle
Disease in Italië, maar het Europese
waarschuwingssysteem faalde en de
pluimvee-industrie was te laat met
passende maatregelen.
Steeds
weer opduikende besmettelijke zieken
zoals vogelgriep en Newcastle
disease kosten de belastingbetalers
honderden miljoenen euro's. "We
kunnen niet langer deze kosten en
risico's voor de volksgezondheid
negeren" gaat Gilardi verder, "het
stoppen van de import is een simpele
en effectieve methode toekomstige
uitbraken te voorkomen."
De
verklaring gaat ook in op de
gevolgen die deze handel heeft op de
vogels zelf en wijst er op dat
hoewel wij zorgvuldig onze eigen
wilde vogels in Europa met wetgeving
beschermen, er maar weinig mensen
zijn die zich realiseren dat we wel
doorgaan met het afnemen van
miljoenen wilde vogels, zoals
papgaaien en zangvogels uit Azië,
Afrika en Latijns Amerika. Door
ziektes en onvoldoende zorg gaan er
voor elke vogel die wordt verkocht
in een Europese dierenwinkel ergens
anders drie vogels dood. De praktijk
van deze handel is ook openlijk
wreed en overtreed bestaande
dierenwelzijnwetten in de meeste, zo
niet alle EU Lidstaten. "Als 's
werelds grootste afnemer van wilde
vogels moet de EU ook verantwoording
dragen voor welzijn en soortbehoud
kwesties die het gevolg zijn van
deze handel" zegt David Bowles,
hoofd externe aangelegenheden van de
RSPCA.
"Gebrekkige zorg
tijdens het vangen en alle stadia
voor de uiteindelijke import
betekend dat deze importen niet
alleen funest zijn voor de vogels
zelf maar ook voor het behoud van
soorten. De huidige EU regelgeving
blijkt niet afdoende om
onverzadigbare handel te controleren
en bedreigd het voortbestaan van
vele soorten.
"Een op de
acht vogelsoorten is bedreigd met
uitsterven en de handel is een
aanzienlijke bedreiging voor veel
van deze soorten, Zegt Carroll
Muffett, Senior Director
International Conservation van
Defenders of Wildlife.
"Internationale
beschermingmaatregelen voor
papegaaien kunnen de vraag naar deze
vogels simpelweg niet bijbenen."
De verklaring roept de Europese
Commissie op om simpele, duidelijke
en makkelijk te handhaven wetgeving
in te voeren die haar op een lijn
brengt met andere ontwikkelde
naties, waaronder de Verenigde
Staten.
Zoals Michael J.
Parr, Vice President for Program
Development van American Bird
Conservancy duidelijk maakt, "De
Wild Bird Conservation Act van de VS
wordt in kringen van natuurbehoud,
wetgevers en vogelkwekers erkend als
een de meest effectieve
natuurbeschermingswet ooit
aangenomen in de Verenigde Staten.
Het Soortgelijk effect van
dergelijke maatregelen elders in de
wereld is opvallend. We zien een
flinke terugval in het voorkomen van
besmettelijke ziekten, Legale en
Illegale import, pluimvee productie
stijgt en het stropen van wilde
vogels stort in". Added Muffett,
"Twaalf jaar geleden erkende de VS
zijn verantwoordelijkheid in de
markt en maakte effectief een einde
aan de import van wilde vogels. Het
is tijd dat de EU hetzelfde doet."
De volledige tekst van de
verklaring en de complete lijst van
ondertekenaars vindt u op:
www.worldparrottrust.org/trade/eudeceng.htm
top
=================================//===================================
top
NIEUWSBRIEF COM NEDERLAND 25-05-2008
Aan Vogelbonden,
vogelverenigingen, exporteurs,
handelaren, en liefhebbers van
parkiet en papegaaiachtigen.
Betreft eigenaarverklaring bij
de handel in papegaaiachtigen
volgens EU regelgeving 92/65/EEG
Geachte lezer,
In een
gesprek met de heren J. de Haan en
J. de Leeuw van het VWA (Voedsel en
Warenautoriteit) is de certificering
van papegaaiachtigen volgens EU
regelgeving 92/65/EEG besproken. Hierbij aanwezig waren;
De
Vereniging van Im- en Exporteurs van
Vogels en Hobbydieren Dhr. B.
Braam, secretaris van C.O.M.
Nederland. De VWA verzocht ons
de inhoud van dit overleg bekend te
maken, vandaar deze brief.
De bestaande instructie betreffende
de exportcertificering van alle
vogels uit de orde Psittaciformes
(alle parkiet en papegaaiachtigen -
van Grasparkiet t/m Ara) wordt met
onmiddellijke ingang door de VWA
strikter nageleefd. Vanaf nu wordt
er volgens de geldende
VWA-instructies gewerkt wat betekent
dat er een eigenaarverklaring bij
moet zitten om de herkomst van een
psittacose-vrij bedrijf te
garanderen. Dit betekent dat de
exporteurs een verklaring af moeten
geven dat deze vogels afkomstig zijn
van een bedrijf of locatie waar geen
psittacose is gediagnosticeerd, en
deze vogels ook niet in contact zijn
geweest met vogels van een bedrijf
of locatie waar Papegaaienziekte -
Psittacose (Psittakos – Chlamydia
psittaci) is gediagnosticeerd in de
laatste 2 maanden voor afvoer. Om
dit waar te kunnen maken zal bij
iedere verkoophandeling een
eigenaarverklaring getekend moeten
worden, ook door de
kwekers/liefhebbers. Vogels
die niet vergezeld gaan van deze
eigenaarverklaring komen niet in
aanmerking voor de export. Let wel,
veruit het grootste deel van de
gekweekte vogels gaat op export. Het
voortbestaan van de liefhebberij is
van de export afhankelijk. Vogels
vervoeren naar de buurlanden is ook
export en zal ook vergezeld moeten
gaan van een exportcertificaat
(tracés). Parkiet / Papegaaiachtigen
vervoeren naar het buitenland zonder
exportcertificaat is strafbaar. Mede
gezien de thans geldende
transportverordening voor gewervelde
dieren, moet men ook in het bezit
zijn een vervoersvergunning, en een
bewijs kunnen overleggen dat men een
opleiding gevolgd heeft in het kader
van de geldende
transportverordening. De vliegende
brigade die de dier - en
mesttransporten controleren zullen
hier ook op toezien. Wij vertrouwen
op uw volledige medewerking, om de
export van uw vogels mogelijk te
blijven houden. Voor vragen kunt u
zich wenden tot onderstaande
contactpersonen.
De
eigenaarverklaring kan
hier worden gedownload op de
websites van de vogelbonden.
Met vriendelijke groet, Bestuur C.O.M. Nederland
Secretaris Bart Braam .
Contactpersonen:
Voor exporteurs
en handelaren Rinus Borgstein
0653641890 Voor
vogelverenigingen Bart Braam C.O.M.
Nederland 0481-462507 Voor
liefhebbers, raadpleeg uw
vogelvereniging(en) in de buurt.
top
==============//===============
Berichten
van CITES
Als er van de zijde van CITES nieuws te
melden is vindt u dat hier.
klik hier
Op controle door AID of politie
gaan vaak de wildste verhalen.
Ook over wat wel of niet
mag, hoor je vaak verschillende
dingen.
U kunt hieronder een
artikel lezen, waarin alles
staat wat u zou moeten weten.
CONTROLE DOOR DE AID OF DE
POLITIE (opgesteld in
overleg met de AID) 2007
Wat mag wel en wat mag niet! Als de AID in een bepaald gebied
actief is en een aantal volières
van liefhebbers controleert, dan
is het snel overal bekend en kun
je ook vreemde verhalen horen
over wat er allemaal kan en niet
kan. Nu het mogelijk is bijna
alle vogels te houden, is de
verwachting dat de controle ook
zal toenemen, In overleg met de
AID is onderstaand artikel
geschreven, dat u inzicht geeft
in deze materie en waarin de
rechten en verplichtingen van de
vogelliefhebber staan, Voor de
liefhebber van regeltjes is ook
een verwijzing naar de
wetsartikelen opgenomen.
Toezichthoudend - en
opsporingsambtenaar. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen
toezichthoudend ambtenaar en
opsporingsambtenaar. De bevoegdheden van
de toezichthoudend ambtenaar en de
verplichting van de gecontroleerde zijn
vermeld in de Algemene Wet
Bestuursrecht, hoofdstuk 5, art 5,11 t/m
5,20, De bevoegdheden van de
opsporingsambtenaar zijn vermeld in de
Wet op de Economische Delicten, art 18
t/m 26. De ambtenaren van politie en
Algemene Inspectiedienst zijn zowel
toezichthoudend ambtenaar als
opsporingsambtenaar. Een
opsporingsambtenaar is bevoegd uw erf te
betreden ter controle van de daar
aanwezige vogels. Let wel dat controle
ook mogelijk is zonder dat de houder
aanwezig is. Normaal zal men echter
netjes aanbellen bij de voordeur en de
controle aanzeggen. Gebruikelijk is dat
de controlerend ambtenaar u zal vragen
uw medewerking te verlenen om het
onderzoek mogelijk te maken door de
vogels zodanig te laten zien, dat de
ring kan worden gecontroleerd.
Betreden van een woning. Het betreden van een woning is
geregeld in de Algemene Wet op
het Binnentreden. Legitimatie
door de ambtenaar is verplicht
bij het betreden van een woning.
Indien de ambtenaar op
vrijwillige basis de woning mag
betreden van betrokkene, zal hij
zich eveneens legitimeren. Dus:
de ambtenaar zal zich bij het
betreden van een erf of woning,
gevraagd dan wel ongevraagd
legitimeren en het doel van zijn
komst meedelen. Wil de
opsporingsambtenaar ook controle
in uw huis uitvoeren (Opmerking
AID: tegen uw wil), dan: heeft
hij voor onderzoek in de woning
een schriftelijke machtiging
nodig. U dient duidelijk bezwaar
te maken tegen binnentreden.
Onder woning wordt verstaan de
plaats waar iemand zijn privé
huiselijk leven leidt. Deze
plaats is bestemd en wordt
gebruikt voor leven en slapen.
Tot de woning behoren niet de
aan de woning verbonden ruimten
die niet voor het huiselijk
verkeer zijn ingericht en tevens
apart toegankelijk zijn en niet
via de woning worden betreden.
Wil hij ook nog uw woning
(kasten, berging e.d.)
doorzoeken, dan mag dat alleen
op vertoon van een schriftelijke
machtiging tot doorzoeken van de
woning in het bijzijn van een
officier van justitie of een
politieambtenaar die hiertoe is
aangewezen (hulpofficier).
Machtiging tot huiszoeking. Ook dan moet u duidelijk uw wil
kenbaar maken en dus bezwaar
maken. Wanneer tegen de wil van
de bewoner met een machtiging
tot binnentreden of een
machtiging tot huiszoeking toch
het onderzoek heeft plaatsgehad,
dan zal de opsporingsambtenaar
het verslag van binnentreden
tegen de wil van de bewoner
uiterlijk op de 4de dag na die
waarop in de woning is
binnengetreden, toezenden aan
degene die de machtiging heeft
gegeven. Processen-verbaal
kunnen worden opgevraagd bij de
griffie, meestal tegen een
kleine vergoeding. U weet dan
wat justitie u ten laste legt.
Als u de opsporingsambtenaar
zelf binnen laat zonder dat u
daartegen bezwaar maakt, door
hem b.v. en kopje koffie aan te
bieden, dan heeft hij deze
machtiging niet nodig.
Constateert hij dan een
strafbaar feit, dan kan hij
handelend optreden.
Inbeslagname. Hij kan ook tot
inbeslagname bv. van uw vogels
besluiten. U krijgt dan een bewijs van
ontvangst. Een bewijs van ontvangst van
in beslaggenomen voorwerpen/goederen
wordt door de verbalisant ingevuld en
ondertekend. Dit bewijs wordt zo
mogelijk ter plaatse uitgereikt, maar
kan ook per post worden toegezonden. Het
is verstandig erop te attenderen dat u
wenst dat individuele kenmerken van uw
vogels in het bewijs worden vermeld, dus
bijv. de ringnummers. Hoewel op dit punt
de voorlichting wel eens anders is
geweest, wordt erop gewezen dat het de
ambtenaar niet is toegestaan de houder
als opslaghouder aan te
wijzen.(Opmerking AID: Tenzij U
daartegen geen bezwaar heeft) Indien
vogels c.q. goederen in beslag worden
genomen, zullen deze gedeponeerd moeten
worden op een daarvoor bestemde plaats.
In het Hand - havingsdocument Floraen
Faunawet is vermeld dat de in
beslaggenomen vogels ALTIJD uit het
verkeer moeten worden genomen. De
opsporingsambtenaar kan u ook verzoeken
om vrijwillig afstand te doen van de in
beslaggenomen goederen (vogels,
vangmiddelen e.d.) en daarvoor te
tekenen. Als u echter van mening bent
dat deze inbeslagname onterecht is, moet
u hiervoor niet tekenen.
Informatie via de vogelbonden Op
het bondsbureau is een administratie
bijgehouden als bedoeld in artikel 9 van
het Vogelbesluit 1994. Ook onder de
nieuwe regelgeving is zo'n administratie
verplichting. Onder de nieuwe
regelgeving moet deze administratie
zelfs eens per drie maanden aan het
ministerie van LNV ter beschikking
worden gesteld. In het belang van het
opsporingsonderzoek naar vermoedelijke
strafbare feiten kan de toezichthoudend
ambtenaar of opsporingsambtenaar
(politie of AID) inzage eisen in deze
ringenadministratie.
Enkele punten die u als leidraad kunt
gebruiken bij controle van uw vogels.
• Als de opsporingsambtenaar
zich (aan uw voordeur) bij u meldt, zal
hij zich legitimeren en het doel van
zijn komst meedelen. Informeer dan
duidelijk naar zijn naam en namens welke
bevoegde dienst hij de controle uitvoert
en vraag hem zo nodig zich te
legitimeren. (noteer naam en dienst
waartoe hij behoort) • Vergezel de
opsporingsambtenaar en blijf hoffelijk. • Op vragen die u in moeilijkheden
kunnen brengen, bent u niet verplicht te
antwoorden. • Vinden er handelingen
plaats die het welzijn van uw vogels
nadelig beïnvloeden, meld dat dan aan de
opsporingsambtenaar en protesteer hier
tegen. • Verleen zo nodig medewerking
aan de controle door bv. zelf de vogels
te vangen. • Bij een eventuele
inbeslagname kunt u verzoeken als
voorlopig opslaghouder te worden
aangesteld, maar gezien de richtlijn van
justitie zal daaraan (Opmerking AID: bij
voorkeur) geen gevolg worden gegeven.
Vraag, naar welk asiel de vogels worden
gebracht (Opmerking AID: Het is echter
geen verplichting voor de AID dit
kenbaar te maken) • Als men u
verzoekt vrijwillig afstand te doen van
het in beslaggenomen voorwerp of goed en
dan wel een afstandsverklaring te
tekenen, moet u zich realiseren dat u
die vogels of goederen niet meer
terugkrijgt.
bron;
NBvV
top
==============//===============
top
NIEUWSBRIEF COM
NEDERLAND 3-3-2008
CITES vergunning of
certificaat aanvragen.
Regeling
Administratie Omdat nog niet iedereen
bekend is met de
Regeling Administratie
geven wij hier een korte
uitleg. Voor levende
dieren die tot een
beschermde diersoort
horen, moet u in
bepaalde gevallen een
registratie bijhouden.
Dit is bepaald in de
‘Regeling Administratie
bezit van en handel in
beschermde dier- en
plantsoorten’ van de
Flora- en faunawet.
Voor welke dieren moet u
een registratie
bijhouden? U moet
een registratie
bijhouden voor de
volgende levende, in
gevangenschap gefokt en
geboren dieren: ·
Vogels, opgenomen in
Bijlage A ·
Gewervelde dieren (geen
vogels), opgenomen in
Bijlage A · Vogels en
andere uitheemse
gewervelde dieren,
opgenomen in Bijlage B.
Er geldt een
uitzondering voor vogels
die zijn voorzien van
een naadloos gesloten
pootring (als bedoeld in
de Regeling afgifte en
kenmerken gesloten
pootringen en andere
merktekens) en voor
vogels die zijn
opgenomen in Bijlage I
van de Regeling
Administratie. ·
Dieren, opgenomen in
Bijlage IV van de
Habitatrichtlijn
(Richtlijn 92/43/EEG).
Meer informatie? Kijk voor de volledige
‘Regeling Administratie
bezit en handel in
beschermde dier - en
plantensoorten’ op onze
website:
www.minlnv.nl/loket.
Klik op ‘Vergunning en
ontheffing’, ‘CITES’,
‘Wet- en regelgeving’ en
klik op ‘Nationaal’.
Heeft u nog vragen dan
kunt u contact opnemen
met het CITES-bureau.
Op de website van
UNEP-WCMC kunt u met de
Latijnse naam van uw
dier of plantsoort
nagaan onder welke
CITES-Bijlage de soort
valt. Klik op 'Animals'
(dieren) of 'Plants'
(planten). Vink
vervolgens 'Soorten’ aan
en klik op ‘Zoeken’. Vul
(een deel van) de
Latijnse naam in bij
'Genus' en klik op
‘Display Details’.
Tenslotte ziet u onder
het tabblad ‘Legal’
welke Bijlage van
toepassing is. Neem bij
twijfel altijd contact
op met het CITES-bureau. Link:
www.unep-wcmc.org/eu/Taxonomy/index.cfm
Contactinformatie U kunt het CITES-bureau
bereiken op de volgende
manieren:
Telefoon Voor
algemene vragen kunt u
op werkdagen tussen
08.30 en 16.30 uur
gratis bellen met Het
LNVLoket: 0800-22 333
22. Vanuit het
buitenland: +31 592
332958. Voor specifieke
vragen belt u tussen
14.00 en 16.00 uur. U
wordt dan doorverbonden
met een medewerker van
het CITESbureau. Post
(ook voor het
toesturen van
aanvraagformulieren) Dienst Regelingen /
CITES-bureau Postbus
19530 2500 CM Den
Haag
U kunt uw fax voor het
CITES-bureau faxen naar:
070-37 86 139. Vermeld
duidelijk op de fax dat
deze bestemd is voor het
CITES-bureau. Het
CITES-bureau is ook per e-mail
bereikbaar:
cites@minlnv.nl.
Algemene
informatie
CITES staat voor de
‘Convention on
International Trade in
Endangered Species of
wild fauna and flora’.
Wereldwijd kent CITES
een kleine 180 leden,
waaronder alle lidstaten
van de Europese
Gemeenschap en dus ook
Nederland.
Door
middel van vergunningen
en certificaten wordt de
(commerciële) handel van
meer dan 30.000
beschermde soorten
planten en dieren
gereguleerd. In
Nederland wordt de
CITES-regelgeving
uitgevoerd door het
CITES-bureau. Het
CITES-bureau is
onderdeel van Dienst
Regelingen van het
Ministerie van Landbouw,
Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV).
Voor wie? Veel mensen hebben
beroepshalve of
hobbymatig met
beschermde planten en
dieren te maken.
Bijvoorbeeld: - U
koopt een papegaai in
een dierenwinkel - U
neemt een souvenir mee
van vakantie. - U
exporteert bloembollen; - U kweekt en handelt
bedrijfsmatig in vogels; - U fokt hobbymatig
reptielen; - U neemt
een schildpad over van
een familielid die er
niet meer voor kan
zorgen.
CITES-regelgeving Op internationaal niveau
zijn de bedreigde
soorten opgenomen in
drie verschillende
bijlagen. De bijlage
waarin een soort is
opgenomen bepaalt of
internationale handel is
toegestaan en zo ja,
onder welke voorwaarden.
De Europese
Gemeenschap heeft de
CITES-regelgeving
vastgelegd in
verordeningen. De
Europese regelgeving
kent naast de
CITES-vergunningen het
EG-certificaat voor
eigendomsoverdracht en
commerciële handelingen
binnen de Europese Unie.
In Nederland is de
Flora- en faunawet van
kracht. Door deze wet
kan CITES uitvoering
geven aan de Europese
regelgeving en zijn
overtredingen strafbaar
gesteld. De Flora- en
faunawet kent een verbod
op ‘het onder zich
hebben’ van bepaalde
soorten. Voor
particulieren geldt
bijvoorbeeld een
algeheel verbod op het
houden van apen en de
meeste katachtigen.
Waar kan ik een
CITES vergunning of
certificaat aanvragen? U kunt een aanvraag voor
een CITES vergunning of
certificaat indienen bij
het CITES-bureau. Op de
internetsite
www.minlnv.nlloket
vindt u meer informatie
over CITES in het
algemeen, wet - en
regelgeving en wordt
uitgelegd hoe u een
vergunning of
certificaat kunt
aanvragen. Kies bij
onderwerpen voor
‘Vergunning en
ontheffing’ en ‘CITES’.
U kunt ook contact
opnemen met het
LNV-loket op
0800-2233322
(voorkeurtoets 5) of een
e-mail sturen naar
cites@minlnv.nl.
top
===============//================
top Dringende oproep COM
Nederland
Mei 2008.
Al vele
jaren is men binnen
allerlei instanties en
de overheid bezig om tot
een verdere invulling te
komen van de Flora en
Faunawet, en de
gezondheids en
Welzijnswet voor dieren.
In 2006 is weer de
discussie op gang
gekomen over welke
soorten vogels wel of
niet mogen worden
gehouden in de toekomst.
Binnen C.O.M. Nederland
en de Commissie
wetgevingen is er al
veel energie gestoken in
dit onderwerp. Dit
gebeurt door het
bezoeken van veel
vergaderingen en het
hebben van regelmatige
contacten betreffende de
wetgeving, binnen
allerlei commissies,
instanties en het
ministerie. Ook nu in
2007-2008 zijn we daar
volop mee bezig. Op dit
moment wordt er op
aandringen van de Tweede
kamer weer gewerkt aan
een soort Positieflijst.
Deze
lijst zal straks moeten
aangeven welke dieren we
wel en niet mogen
houden, en onder welke
voorwaarden.
top
==============================//==============================
top
Zijn Chocolade en
Cafeïne giftig?
Voor ons als mens nee,
maar voor onze vogels
ja. Chocolade bevat een
substantie genaamd
theobromine. Cafeïne en
theobromine behoren tot
de chemische groep van
alkaloiden, genaamd
gemethyleerde xanthines.
Deze worden gevonden in
kool, koffie, thee en
chocolade. Ook
cacaobonen bevatten hoge
concentraties
theobromide, zo'n 40 mg
per gram, en zijn dus
zeer gevaarlijk om te
geven aan dieren. 20 mg
theobromide is voor een
Grijzeroodstaart al
dodelijk. Als een soort
drug, veroorzaakt
methylxanthine een
stimulatie van het
centrale zenuwstelsel,
stimulatie van diurese
(waterhuishouding in het
lichaam),
hartspierstimulatie en
stimulatie van het
gladde spierweefsel.
Methylxanthine's worden
erg snel en gemakkelijk
opgenomen via de
mondholte en de maag. De
lever moet deze
chemische stoffen
afbreken en de
afvalproducten worden
afgevoerd door de
nieren. Deze chemicaliën
tasten daarom het
centrale zenuwstelsel en
de nier als eerste aan.
Zij veroorzaken
verhoogde
lichaamsactiviteit wat
kan leiden tot
tachycardie (veel te
hoge hartslag). Vanwege
deze verhoogde
lichaamsactiviteit
kunnen er
uitvalsverschijnselen
voorkomen. De nieren
worden gestimuleerd om
sneller te werken en
veel urine te
produceren. Dit zal
leiden tot dehydratie.
Ademhaling zal zeer snel
gaan en er zal
hyper-thermie (te hoge
lichaamstemperatuur)
optreden wat zal
resulteren in de dood.
De dood treedt meestal
na ongeveer 24 uur in na
de eerste symptomen . Er
is geen tegengif voor
deze stoffen. We kunnen
alleen de gevolgen
behandelen met speciale
zorg en medicijnen om de
verschijnselen te
remmen. Voor een
vogel kan een kleine
hoeveelheid chocolade al
dodelijk zijn. Hoe
meer cacao er verwerkt
wordt in een product des
te gevaarlijker is het
voor dieren. Hoe sneller
het metabolisme werkt,
hoe minder van de stof
er nodig is voor een
fataal einde. Bij katten
is slechts 80-150 mg per
kg lichaamsgewicht al
fataal. Een hond heeft
maar 5 gram per kilo
nodig. Een vogel heeft
een nog sneller
metabolisme dan een kat
en nog een veel kleiner
lichaam, zodat slechts
een kleine hoeveelheid
toxisch zal zijn en
mogelijk de dood tot
gevolg kan hebben. Omdat
we niet precies weten
welke hoeveelheid
toxisch is voor vogels,
moeten we vermijden dan
onze vogels in contact
komen met iets van
koffie of chocolade.
Het is niet te begrijpen
dat er in
dierenspeciaalzaken in
chocolade gehulde
pinda's verkocht worden
als lekkernij voor
vogels!
top
==============================================//=============================================
top
30-09-2008
Dennis Papegaaien
Eigenlijk zijn het
groepsdieren die in de
tropen moet leven, maar
ja, veel mensen vinden
het gezellig en willen
het toch. Een papegaai
thuis, te koop in de
papegaaienwinkel. Maar
hoe weet je nou of het
dier helemaal in orde
is? En wat als u een
papagaai koopt die ziek
is, vliegt uw geld dan
letterlijk de deur uit?
U denkt een beo te
kopen, maar het blijkt
een andere vogel te
zijn. U koopt een
1-jarige papegaai maar
die blijkt al meer dan
20 jaar oud te zijn. Of
u koopt tot 2 keer toe
een papegaai, maar die
sterft dezelfde week.
Tientallen klachten
staan er op internet
over Dennis Papegaaien
en wij gaan verhaal
halen.
De twee
winkels van Dennis
papegaaien in Den Haag
en in Den Ilp (bij
Amsterdam) bestaan al
jaren. En er is ook al
jaren iets mis met de
vogels die Dennis fokt
en verkoopt. Veel mensen
kopen hier een papegaai
die al snel na aankoop
doodgaan. Ze krijgen dan
vaak een tegoedbon, maar
er is nooit een nieuwe
vogel voor deze mensen.
Ze kunnen dan tegen
bijbetaling wel een
vogel meekrijgen die
eigenlijk goedkoper is. Sati Kavrar kocht in
december 2007 een
edelpapegaai (vrouwtje)
bij Dennis voor 800 euro
plus 80 euro aan
verzekering. Het beestje
was na 2 dagen al ziek.
Ze bracht haar terug en
Dennis zou haar
verzorgen. Toen Sati na
twee dagen Dennis belde
zei hij dat het beestje
was overleden. Er werd
beweerd dat Sati het
beestje had uitgehongerd
. Sati wilde het beestje
graag terug om het bij
de dierenarts te laten
onderzoeken, maar dat
kon niet, het was al
gecremeerd. Sati heeft
in de weken daarna elke
week gebeld of er al een
nieuwe papegaai voor
haar was, maar die was
er nooit.
Zo
zijn er tientallen
gedupeerden met
soortgelijke verhalen.
De papegaai van Coba van
Duijvenbode heeft haar
850 euro gekost. Dennis
vertelt haar dat ze ook
een verzekering moet
afsluiten voor het
beestje, voor het geval
er iets zou gebeuren.
Dit kost nog eens 200
euro. Zes weken later
komt ze erachter dat hij
veerrot heeft en is
ermee terug gegaan naar
Dennis. Ze was verzekerd
en kreeg een nieuw
beestje mee, van 1,5
jaar oud. Hier ging Coba
mee akkoord, maar ze
moest wel weer een
nieuwe verzekering
afsluiten. Papegaaien
hebben een ringetjes om
hun poot waarop het
geboortejaar staat. Toen
Coba een dierenarts
bezocht, vertelde deze
haar dat de papegaai in
1987 geboren was en dus
al 20 jaar oud was! Coba
belt woedend Dennis op
en hij zegt dat ze "niet
moet zeuren en dat het
wel vaker voorkomt dat
een oude ring gebruikt
wordt."
Dokter Hedwich van de
Horst van het NOP
Veldhoven (Nederlandse
Opvang Papegaaien): "Het
komt heel sporadisch
voor dat er ringetjes
worden gebruikt uit
bijv. het jaar daarvoor.
Hele oude ringen komt
NIET voor. De
verzekering die klanten
afsluiten bij Dennis
Papegaaien is dubbel.
Mensen hebben sowieso al
garantie als ze kunnen
aantonen dat fout bij de
verkoper/kweker ligt en
krijgen dan hun geld
terug. Ze MOETEN dan hun
geld terug krijgen in
tegenstelling tot wat
Dennis Jansen doet
(tegoedbon)."
Dennis beweert in de
koopovereenkomst dat al
zijn papegaaien tam
worden en gaan praten.
Maar wij hebben van een
deskundig dierenarts
gehoord dat hij dat niet
zo kan stellen, want je
kunt nooit garanderen
dat een papagaai gaat
praten of tam wordt.
We hebben contact
gezocht met Dennis
Papegaaien en hebben hem
vragen gesteld over zijn
verzekeringsplan en
werkwijze. Hieronder
ziet u na een verklaring
van Dennis Jansen onze
vragen en zijn
antwoorden.
Dennis Jansen:
Wanneer er door Dennis
Papegaaien een vogel
tegoed moet worden
gegeven i.v.m.
inruil/omruil, wordt er,
wanneer er binnen
afzienbare tijd niet de
exacte leeftijd en/of
soort beschikbaar is,
ten allen tijde een
soortgelijke vogel
aangeboden! U moet weten
dat er vele soorten zijn
en niet altijd binnen
een bepaald tijdsbestek
geboren worden.
Zo ook inzake de mensen
welke bij u de klachten
gemeld hebben. Zij zijn
niet gewillig een andere
vogel te nemen, maar ook
niet geduldig genoeg wat
langer te wachten op de
exacte soort en/of
leeftijd zoals besteld.
Alle babyvogels
worden als volgt
gekweekt: Vogels leggen
eieren in maart/april
(21/28 dagen broedtijd),
vogels worden 5 weken
door ouders
grootgebracht, dan
worden ze nog 4 weken
door Dennis Papegaaien
grootgebracht. Dus de
meeste baby papegaaitjes
zijn in
juli/augustus/september
weer aanwezig, zoals
besproken met al onze
klanten welke wachten op
een jonge vogel.
Vragen
Opgelicht?!: U
verkoopt verzekeringen;
bij wie loopt die
verzekering?
Dennis Jansen: Bij
Dennis Papegaaien
Opgelicht?!:
U verkoopt verzekeringen
die onnodig zijn, kosten
80 euro (soms andere
bedragen), terwijl een
consument via de wet
altijd al recht heeft op
garantie als kort na de
aankoop een gebrek naar
boven komt. Waarom doet
u dat?
Dennis
Jansen: Wanneer de
klant gebruikt maakt van
de wettelijke garantie
en de vogel ziek wordt
of overlijdt, moet een
specialist-dierenarts
bepalen wat de oorzaak
is of was. Deze
onderzoeken en/of
secties zijn minimaal
vele honderden euros !
Wanneer de klant de
vogel verzekert, krijgt
de klant bij ziek worden
of overlijden een nieuw
vogel, dit zonder enige
tussenkomst van
dierenarts wat betreft
onderzoeken en/of
sectie. Wanneer zou
blijken dat de klant de
vogel heeft laten
vallen/tegen een raam
zijn nek breekt/doodgaat
door verslikking (voeren
met spuit) krijgt de
klant bij wettelijke
garantie niets! De
verzekering van Dennis
Papegaaien dekt volledig
alles wat er ook maar
kan gebeuren met een
jonge papegaai.
Tevens is de klant ook
verzekerd voor
noodzakelijke
dierenartskosten, al
eerder genoemd, deze
kosten zijn bij de
papegaaienartsen zeer
tot heel hoog in de
praktijk!
Opgelicht?!:
In uw
koopovereenkomst staat
dat u de klant afstand
wilt laten doen van "het
recht tot ontbinding van
de koopovereenkomst",
bijvoorbeeld als het
beest ziek is. Dat kan
niet, want u heeft niet
het recht dat zo te
stellen, omdat het in de
wet bepaald is dat
iemand daar geen afstand
van kan doen. Waarom
doet u dat?
Dennis Jansen:
Dit
recht staat sinds 1970
vermeld in ons
garantieplan, wij hebben
nog nooit deze
bepalingen aangehaald in
enige kwestie wat
betreft garantie.
Opgelicht?!: U zegt in de
koopovereenkomst dat
alle papegaaien tam
worden en gaan praten;
wij hebben van een
deskundig dierenarts
gehoord dat u dat niet
zo kan stellen. Je kunt
nooit garanderen dat een
papagaai gaat praten of
tam wordt.
Dennis Jansen:
Wij
kunnen 99% garanderen
bij bepaalde soorten dat
deze tam zijn en blijven
en zeer goed gaan
praten. Welke dierenarts
heeft sinds 1970
ervaring met papegaaien?
Maar deze garantie moet
uw programma niet te
letterlijk nemen, wij
geven een levenslange
omruilgarantie voor wat
voor reden dan ook! Het
gaat er hier om dat de
klant de vogel bij ons
terug brengt en niet in
een asiel of zogenaamd
opvang tehuis belandt
wanneer er problemen
komen, zoals:
schreeuwen,
gedragsstoornis of
eenkennigheid. Wij
plaatsen deze vogels in
ons park met
soortgenoten en de klant
krijgt van ons een
soortgelijke vogel mee
om het van jongs af aan
nogmaals te proberen,
ieder dier reageert
anders. Niemand koopt
een dier om deze ooit
weg te doen, toch!? Maar
daarom zitten de asiels
overvol , wij blijven zo
op deze manier altijd
mede verantwoordelijk
voor de door ons
gekweekte papegaaien,
ara’s en kaketoes.
Opgelicht?!: Waarom moet iemand die
zich dan toch bij u
verzekerd heeft voor
evt. ziekte van een
papagaai eerst contact
met u opnemen? Waarom
kan zo’n klant niet
direct naar een
dierenarts naar keuze om
de ziekte vast te laten
stellen, of naar de
verzekeringsmaatschappij?
Dennis Jansen:
Wanneer de vogel met
spoed moet worden
behandeld voor bijv. een
gebroken snavel of
-poot, of door te hete
pap gescheurde krop,
weten wij binnen 10
minuten welke
papegaaienarts er per
direct kan helpen. Er
zijn in Nederland maar 6
goede papegaaienartsen,
moet u weten. Meestal
-en dat moet uw
''deskundige
dierenarts'' kunnen
beamen -, worden er door
de gewone dierenartsen
veelal foute diagnoses
gesteld, dit omdat deze
zeer kundige artsen
gewoonweg te weinig
papegaaien behandelen.
Wij besparen onze
klanten met deze
papegaaienverzekering
vele extra kosten bij de
dierenarts wanneer er
iets gebeurt met de
vogel. Wanneer de vogel
(meestal) fluitend groot
wordt, is het onnodig
geweest, maar dat is met
alle verzekeringen
natuurlijk.
Het
nemen van een papegaaien
verzekering is geheel
vrijblijvend en wordt
niet verkocht, zoals uw
programma dit noemt.
Klik hier om de video in
een nieuw scherm te
openen
=================================
Voorbeeldbrief
sommatie Heeft u
na problemen met de
aankoop van een papegaai
een tegoedbon gekregen
van Dennis Papegaaien?
En ondervindt u
problemen bij het
verzilveren van deze
bon? Speciaal voor de
mensen die hun geld
terug of een andere
papegaai willen, hebben
we een voorbeeld -
sommatiebrief gemaakt.
Met deze brief geeft u
Dennis Jansen van Dennis
Papegaaien een week de
tijd om zijn
verplichtingen na te
komen. Doet hij dit
niet, kunt u uw recht
via een advocaat/jurist
uitoefenen.
Brief 1: Als u uw aankoopbedrag terug wilt en
geen nieuwe papegaai.
Dennis Papegaaien
Torenstraat 34 2513
BS Den Haag
<uw woonplaats>,
<datum>
Betreft: sommatie
Geachte meneer
Jansen, In
<maand en jaar>
heeft u mij een
tegoedbon aangeboden
voor een vogel uit uw
assortiment, omdat mijn
originele aankoop niet
aan de verwachtingen
voldeed. Tot heden heb
ik bij u de bon niet
kunnen verzilveren,
omdat u mij niet kunt
leveren wat u mij
toegezegd heeft. Op
grond hiervan beroep ik
mij op het recht om mijn
aankoopbedrag terug te
ontvangen.
Aankoopbedrag:
<vul het bedrag in>
Ik verzoek en
zonodig sommeer u om
binnen zeven dagen na
heden het bovengenoemde
bedrag te betalen
middels overboeking op
rekening
<uw rekeningnummer>
t.n.v.
<uw naam>.
Geeft u aan deze
sommatie geen gevolg,
dan stel ik u hierbij
voor als dan in gebreke,
en ben ik genoodzaakt
een advocaat/jurist in
te schakelen om mijn
recht uit te oefenen.
Hoogachtend,
<uw handtekening>
<uw naam>
-----------------------//----------------------
Brief 2: Als u binnen een week in de
gelegenheid wilt worden
gesteld om een nieuwe
papegaai uit te zoeken.
Zo niet, wilt u uw geld
terug.
Dennis Papegaaien
Torenstraat 34 2513 BS
Den Haag
<uw
woonplaats>, <datum>
Betreft: sommatie
Geachte meneer Jansen,
In <maand en jaar>
heeft
u mij een tegoedbon
aangeboden voor een vogel
uit uw assortiment, omdat
mijn originele aankoop niet
aan de verwachtingen
voldeed. Tot heden heb ik
bij u de bon niet kunnen
verzilveren, omdat u mij
niet kunt leveren wat u mij
toegezegd heeft. Op grond
hiervan beroep ik mij op het
recht om mijn aankoopbedrag
terug te ontvangen.
Aankoopbedrag:
<vul
het bedrag in> Ik
verzoek en zonodig sommeer u
om mij binnen zeven dagen in
de gelegenheid te stellen om
een nieuwe papegaai uit te
zoeken. Als u mij deze
gelegenheid niet binnen de
gestelde periode biedt, wil
ik het bovengenoemde
aankoopbedrag terug middels
overboeking op rekening
<uw
rekeningnummer>
t.n.v. <uw naam>.
Geeft u aan deze sommatie
geen gevolg, dan stel ik u
hierbij voor als dan in
gebreke, en ben ik
genoodzaakt een
advocaat/jurist in te
schakelen om mijn recht uit
te oefenen.
Hoogachtend,
<uw
handtekening>
<uw
naam>
LAATSTE NIEUWS CITES-BUREAU
Als
organisatie hebben we de laatste tijd
regelmatig meldingen gekregen dat er
intensief wordt gecontroleerd op de
naleving van de CITES verordening, en
vooral het bijhouden van de registratie.
Met de A.I.D. en Bureau LASER is
hierover gesproken, en in de volgende
Nieuwsbrief wordt een en ander nog eens
duidelijk uiteengezet.
Vriendelijke groeten
Bart Braam Secretaris
Nieuwsbrief
februari 2008
Regeling
Administratie Omdat nog niet
iedereen bekend is met de Regeling
Administratie geven wij hier een korte
uitleg. Voor levende dieren die tot
een beschermde diersoort horen, moet u
in bepaalde gevallen een registratie
bijhouden. Dit is bepaald in de
‘Regeling Administratie bezit van en
handel in beschermde dier- en
plantsoorten’ van de Flora- en faunawet.
Voor welke dieren moet u een
registratie bijhouden? U moet een
registratie bijhouden voor de volgende
levende, in gevangenschap gefokt en
geboren dieren: - Vogels, opgenomen
in Bijlage A - Gewervelde dieren
(geen vogels), opgenomen in Bijlage A
- Vogels en andere uitheemse
gewervelde dieren, opgenomen in Bijlage
B. Er geldt een uitzondering voor
vogels die zijn voorzien van een
naadloos gesloten pootring (als bedoeld in de Regeling afgifte en
kenmerken gesloten pootringen en andere
merktekens) en voor vogels die zijn
opgenomen in Bijlage I van de Regeling
Administratie. - Dieren, opgenomen
in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn
(Richtlijn 92/43/EEG). Meer
informatie? Kijk voor de volledige
‘Regeling Administratie bezit en handel
in beschermde dier- en plantensoorten’ op onze website:
www.minlnv.nl/loket . Klik op
‘Vergunning en ontheffing’, ‘CITES’,
‘Wet- en regelgeving’ en klik op
‘Nationaal’. Heeft u nog vragen dan kunt
u contact opnemen met het CITES-bureau.
Op de website van UNEP-WCMC kunt u
met de Latijnse naam van uw dier of
plantsoort nagaan onder welke
CITES-Bijlage de soort valt. Klik op
'Animals' (dieren) of 'Plants'
(planten). Vink vervolgens 'Soorten’ aan
en klik op ‘Zoeken’. Vul (een deel van)
de Latijnse naam in bij 'Genus' en klik
op ‘Display Details’. Tenslotte ziet u
onder het tabblad ‘Legal’ welke Bijlage
van toepassing is. Neem bij twijfel
altijd contact op met het CITES-bureau.
Link:
www.unep-wcmc.org/eu/Taxonomy/index.cfm
Contactinformatie , U kunt het
CITES-bureau bereiken op de volgende
manieren: Telefoon Voor algemene
vragen kunt u op werkdagen tussen 08.30
en 16.30 uur gratis bellen met Het
LNVLoket: 0800-22 333 22. Vanuit het
buitenland: +31 592 332958. Voor
specifieke vragen belt u tussen
14.00 en 16.00 uur. U wordt dan
doorverbonden met een medewerker van het
CITESbureau. Post (ook voor het
toesturen van aanvraagformulieren) Dienst Regelingen / CITES-bureau
Postbus 19530 2500 CM Den Haag
U kunt uw fax voor het CITES-bureau
faxen naar: 070-37 86 139. Vermeld
duidelijk op de fax dat deze bestemd is
voor het CITES-bureau. Het
CITES-bureau is ook per e-mail
bereikbaar:
cites@minlnv.nl.
top
==================================================//====================================================
Oerles
park 'weigert geen enkele papegaai'
top In een grote vogelkooi zit een groene
papegaai. Het dier is zo dik dat-ie
nauwelijks op zijn stokje kan zitten.
Gevolg van een jarenlang liefdevolle,
maar ondeskundige verzorging. In de
volgende kooi zit een krijsende
roodstaart met een kale borst. Het dier
is na jarenlang eenzaam verblijf in een
kooi zo gefrustreerd geraakt dat hij
zichzelf heeft kaalgeplukt.
Zomaar twee willekeurige dieren die
recent bij het Oerlese papegaaienpark
zijn binnengebracht. De dierenarts moet
de vogels nog onderzoeken, maar een leek
kan zien dat ze er niet goed aan toe
zijn. "Wij weigeren niets" , zegt
directeur Tonnie van Meegen, "maar je
ziet hoe sommige dieren erbij zitten. Of
deze dieren het redden? Ik weet het
niet."
Vrijwel alle papegaaien
die binnenkomen zijn verkeerd gevoerd.
Veel eigenaren geven een mix van noten
en zaden. Maar papegaaien zijn net
mensen: die pikken de lekkerste hapjes
eruit. Zonnebloempitten, bijvoorbeeld.
En die zijn veel te vet. De
noodzakelijke toevoeging van vers fruit
en groente schiet er vaak bij in. Nog
erger is dat de dieren uit misplaatste
dierenliefde allerlei lekkernijen
krijgen toegestopt, zoals chocolade of
koekjes. Andere dieren komen ziek
binnen. Sommige eigenaren houden wel
heel veel van hun Taco of Pepe, maar als
er hoge rekeningen dreigen van de
dierenarts maken ze toch maar liever een
ritje naar Oerle.
Papegaaien
zijn geen huiskamervogels, stelt W.
Weinbeck, voorzitter van de
Nederlands-Belgische bond Pakara
(Papegaaien, kaketoes, ara's). "Het zijn
en blijven wilde dieren." Veel mensen
kopen een papegaai in een opwelling. De
bond waarschuwt daarvoor. Niet alleen
omdat een papegaai heel veel verzorging
nodig heeft, maar ook omdat ze lang
meegaan. Hoe lang? " Met een goede
voeding en verzorging kunnen ze vijftig,
misschien zelfs zestig jaar worden, maar
de meeste halen dat niet." Veterinair
patholoog dr. G. Dorrestein uit Vessem,
die alle autopsies voor het Oerlese park
verricht, vindt dat te optimistisch.
Volgens Dorrestein – niet te verwarren
met de directeur van Blijdorp – is de
gemiddelde leeftijd van
papegaai-achtigen hooguit 35 jaar. "Het
verschilt per soort. Een grote ara wordt
ouder dan een Amazone-papegaai, die al
met 25 jaar ouderdomsverschijnselen
vertoont. Er zijn er die zeggen dat hun
dier zeventig jaar oud is, maar ik heb
dat nog nooit gezien."
Weinbeck
van Pakara noemt de opvang in Oerle
'niet ideaal', maar wel nuttig. "Het is
beter dan niets. Want waar zouden
afgedankte papegaaien dan naartoe
moeten?" Medewerkers van het park hebben
deze week de papegaaien handmatig
geteld. Daaruit bleek dat er dieren
worden vermist. Bij het NOP zijn vaker
papegaaien gestolen, waaronder de vogel
die 'I love you' kon zeggen.
bron: ed.nl aanmaakdatum: 16-01-2009
top
===============//===============
Muizen en ratten vangen zonder gif
.
top
Klik op plaatje
Afrika. Het op één na grootste tropisch
regenwoud ter wereld ligt in Centraal
Afrika. Dit oerbos strekt zich uit over
landen als Kameroen, Gabon en Congo.
Onze meest naaste bloedverwanten wonen
hier: de chimpansee, de gorilla en de
bonobo (dwergchimpansee).
Het Afrikaanse oerbos heeft een
oppervlakte van ongeveer 2 miljoen
vierkante kilometer; dat is drie maal zo
groot als Frankrijk. De helft hiervan
ligt in de Democratische Republiek
Congo.
Het tropisch regenwoud van
Afrika is van grote ecologische waarde;
het bos herbergt 270 soorten zoogdieren,
waarvan er 39 alleen in het Afrikaanse
regenwoud voorkomen. Okapi's (verwant
aan de giraffe), bosolifanten en talloze
kleurrijke vogels vinden hier onderdak.
Daarnaast zijn er in het bos meer dan
10.000 plantensoorten te vinden, waarvan
er 3.300 nergens anders ter wereld
voorkomen.
Er was eens… Ooit
was het regenwoud van Afrika één grote
groene deken, die zich uitstrekte van
Senegal tot Ethiopië, en van Zuid-Sudan
tot Zimbabwe. Maar de oorspronkelijke
bossen van West-Afrika, Nigeria, Ghana
en Ivoorkust zijn al vrijwel geheel
verdwenen, met name door houtkap,
conversie naar landbouwgrond en
mijnbouwprojecten.
Het resterende
regenwoud wordt letterlijk in stukken
gezaagd door industriële houtkap. Het
woud wordt geplunderd voor boomsoorten
zoals Afrormosia en Wengé, die veel geld
opleveren. De bewoners van het bos
krijgen nauwelijks vergoeding voor
exploitatie van hun grond of worden
grofweg geïntimideerd. Sommige
houtsoorten zijn inmiddels met
uitsterven bedreigd.
Europa is
grootgebruiker De Europese markt is
één van de grootste afnemers van
Afrikaans hout. De meeste
houtkapconcessies in Afrika zijn in
handen van grote Europese
houthandelaren, waaronder ook
Nederlandse bedrijven.
Meer
informatie
http://www.greenpeace.nl/campaigns/oerbossen-2
-----------------------------------------------------
top
|