<-Home

Inhoud, wist u dit ?      

Consultatie van de Europese Commissie over invasieve soorten. 
DE TOEKOMST VOOR ONZE HOBBY.

Parkieten sociëteit West-Brabant

Nieuwsbrief NBvV  27 mei 2010.

Laatste nieuws NOP   

De spijsvertering.

Het verenpak van onze vogels.

Biggencompost.

Alle vogels leggen eieren.

Papegaaienvoeding de nieuwemanier.

Anti-oxydanten.

Dierenspeciaalzaak bij u in de buurt.

Duizend papegaaien in beslag genomen. 

      Imported African Parrots.

            

Toename illegale vogelimport gevaarlijk.

Life verslag uit Afrika  (Meyer papegaai)

Meer info over Cites.

Europarlement wil invoer wilde vogels beperken.

Toezeggingen CITES.

Teflon toxicose bij vogels.

Importverbod in het wild gevangen vogels.

Eigenaarverklaring  handel in papegaaiachtigen.

Berichten van CITES

Controle door de AID of de politie.

CITES vergunning of certificaat aanvragen.

Dringende oproep COM Nederland.

Zijn chocolade en Cafeïne giftig?

Opgelicht;  Dennis Papegaaien.

Nieuwsbrief COM Nederland, Regeling Administratie.

Oerles park 'weigert geen enkele papegaai'

Muizen en ratten veilig vangen

Oerbossen

 

  

=============================//==================================

Consultatie van de Europese Commissie over invasieve soorten

De Europese Commissie is op dit moment wetgeving aan het voorbereiden om te voorkomen dat invasieve soorten een verdere bedreiging kunnen vormen voor onze inheemse soorten. Dit is op zich een goed plan. Helaas kunnen enkele van de mogelijke voorstellen een beperking van onze hobby inhouden. Zo is het mogelijk dat het enkel toegestaan wordt om een beperkt aantal soorten te houden en te kweken. Een zogenaamde positieflijst welke in Belgie al van kracht is voor zoogdieren. Natuurlijk is het van belang dat wij als vogelliefhebbers aantonen dat we op een verantwoordelijke manier vogels kunnen houden. Helaas is er door een aantal verenigingen weinig ruchtbaarheid gegeven aan de enquete. Dit terwijl het erg belangrijk is dat zo veel mogelijk mensen de enquete invullen.
 

Lees verder op onderstaande linken.

Dirk Van den Abeele;     http://www.ornitho-genetics.info/?p=3531

Parkieten sociëteit  ;  http://www.parkietensocieteit.nl/ps/index.php?   option=com_content&view=article&id=53&Itemid=368 

 

-----------------------------------------------------------------------------

 
 EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT

Milieu: Hoe denkt u over ongenode gasten?
Brussel, 29 februari 2012 –

Er zijn veel gevallen bekend van dieren en planten die terecht zijn gekomen in een milieu dat niet hun natuurlijke milieu is en zich nu zo snel verspreiden dat zij een bedreiging vormen voor de biologische diversiteit. Sommige aanvankelijk "uitheemse" soorten zoals de tomaat of de aardappel werden in het verleden probleemloos geïntroduceerd. Talrijke andere soorten daarentegen, waaronder Canadese ganzen, Amerikaanse brulkikkers, Japanse duizendknoop en Caulerpa verspreiden zich nu in ons milieu, bedreigen onze lokale flora en fauna en brengen onze ecosystemen en onze biodiversiteit enorme schade toe. Dergelijke "invasieve uitheemse soorten" kunnen ook een gevaar opleveren voor de volksgezondheid, schade toebrengen aan gewassen en dieren en ernstige economische gevolgen hebben. De Europese Commissie zoekt naar mogelijkheden om het probleem aan te pakken – waaronder een specifiek wetgevingsinstrument – en wil dankzij een onlineraadpleging nagaan welke oplossing de beste is. De resultaten van de raadpleging zullen leiden tot een voorstel dat later dit jaar zal worden bekendgemaakt.
Milieucommissaris Janez Potočnik zei in dat verband: "De schade die ons natuurlijk kapitaal door invasieve soorten wordt berokkend, wordt op minstens 12 miljard euro per jaar geraamd. Het ogenblik is aangebroken voor een doeltreffend beleid waarmee deze toenemende dreiging een halt kan worden toegeroepen."
Momenteel worden meer dan 11 000 uitheemse soorten in het Europese milieu aangetroffen waarvan 10% tot 15% invasief zijn geworden. De huidige maatregelen om te verhinderen dat ze ons territorium binnendringen en zich verspreiden, zijn onsamenhangend en tevens onvoldoende om voor een drastische verlaging van de risico's te zorgen. De Commissie tracht derhalve deze leemte op te vullen en een op drie pijlers gebaseerde aanpak uit te werken die aansluit bij de door het VN-verdrag inzake biologische diversiteit voorgestelde aanpak. In de eerste plaats moeten we voorkomen, als tweede stap zijn vroege detectie en snelle reactie aan de orde en als laatste hulpmiddel dienen zich uitroeiing of beheersing van de bedoelde soorten aan zodat hun negatieve gevolgen zo veel mogelijk worden beperkt.
Door middel van de onlineraadpleging wordt nagegaan hoe deze aanpak kan worden toegesneden op de realiteit te velde. De raadpleging zal betrekking hebben op eventuele handelsbeperkingen, etiketteringsregelingen, controlemechanismen, uitroeiingsmaatregelen en het herstel van beschadigde ecosystemen. In het kader van de raadpleging zullen de belanghebbende partijen, met inbegrip van individuele burgers, het bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de consumenten, belangengroepen, de ngo-gemeenschap en nationale autoriteiten worden verzocht hun mening uiterlijk 12 april 2012 kenbaar te maken.

Achtergrond
De introductie van uitheemse soorten is het gevolg van bewuste of toevallige menselijke actie. Sommige geïntroduceerde soorten brengen enorme voordelen voor onze maatschappij en onze economie met zich mee; andere daarentegen verstoren het evenwicht van ecosystemen en verspreiden zich op zeer destructieve wijze. Aziatische tijgermuggen die knokkelkoorts (dengue) veroorzaken bijvoorbeeld, komen ons grondgebied binnen in de vorm van inactieve eitjes op banden, en in water voorkomende organismen die schadelijk zijn voor mariene milieus worden in het algemeen geïntroduceerd via het ballastwater van schepen. Gezien het toenemende handels en reisverkeer wordt verwacht dat meer uitheemse soorten zullen worden geïntroduceerd.
Na het habitatverlies wordt dit probleem beschouwd als de tweede grootste bedreiging voor de biodiversiteit. 's Werelds biodiversiteit staat momenteel zeer onder druk door talrijke bedreigingen die vaak het gevolg zijn van de menselijke activiteit en door de klimaatverandering worden geïntensifieerd. De biodiversiteit schraagt een vloed aan ecosysteemgoederen en -diensten (voedsel, brandstof, vezels, luchtkwaliteit, waterhuishouding en -kwaliteit, bodemvruchtbaarheid en nutriëntencyclus) en is een determinerende factor voor het welzijn van de mens. Toch gaat ongeveer twee derde van de ecosysteemdiensten in de wereld erop achteruit. In de EU komt deze achteruitgang tot uiting in ineenstortende visbestanden, verregaand bodemverval, dure beschadigingen door overstromingen en het verdwijnen van wilde diersoorten.

Nadere informatie:


U kan niet meer deelnemen aan de raadpleging :  (stemmen t/m 12-04-2012)
http://ec.europa.eu/environment/consultations/invasive.htm

Voor meer inlichtingen over uitheemse soorten ga naar:
http://ec.europa.eu/environment/nature/invasivealien/index_en.htm

Contact :
Joe Hennon (+32 2 295 35 93)
Monica Westeren (+32 2 299 18 30)

 

 

top

==================================================================================

 

 

Parkieten sociëteit West-Brabant

 

Vogelbeurs 2014

top

23-09-2020

Inmiddels zijn we weer een maand verder, maar helaas gooit corona nog steeds roet in het eten.
Het zal niemand zijn ontgaan dat het virus nog lang niet weg is en dit heeft wederom gevolgen voor onze planning voor
de komende periode.

De beurs en bijeenkomst zoals die in oktober gepland stonden komen bij deze te vervallen.
We betreuren dit uiteraard enorm en hopen jullie een volgende keer beter nieuws te kunnen melden.

Voor verdere ontwikkelingen houden wij u via de nieuwsbrief op de hoogte.

Vriendelijke groet,
Het bestuur van PSWB

Elke 2e zondag van de maand in Sint-Willebrord.

Elke 2e zondag van de maand wordt er in  “De Lanteern“ Dorpsstraat 119.  4711 EG  Sint-Willebrord
Tel. 0165-382345   een welbekende en druk bezochte vogelbeurs gehouden.

Nieuw is dat het een beurs betreft voor alle soorten vogels behalve grijpvogels zoals kwartel fazanten en andere loopvogels verboden op grond van de faunawet . Ook niet-zelfstandige vogels zijn niet-welkom / verboden op deze beurs. Het welzijn van onze vogels is het belangrijkst, maar ook een goede presentatie van onze liefhebberij. Daarom is ons streven om de vogels in beurskooien of TT kooien te krijgen. Deze beurs is voor iedereen toegankelijk en is geopend van 09.00 uur tot 12.00 uur. Ingebrachte vogels kunnen geruild en/of verkocht worden en dienen te worden geplaatst in de door de vereniging beschikbaar gestelde beurskooien.

Aanverwante artikelen voor het houden van, of kweken met onze vogels worden door onze hoofdsponsor zaadhandel Kees Zagers uit St, Willebrord en de firma Heesakkers uit Erp te koop aangeboden.

Organisatie;
Contactpersonen:
M.v.Benthem 0165 - 387633
mvbenthem@home.nl

P.Pattijn secretaris PS afd. 
West Brabant 06 – 14126911 
of   0168 - 484746
ps.wb@hotmail.com

 

 

 

 

  

Ook onze maandelijkse ledenvergadering  wordt gehouden in de “ De Lanteern “ Dorpsstraat 119.  
4711 EG
  Sint-Willebrord Tel. 0165-382345

Organisatie;
Contactpersonen:
M.v.Benthem 0165 - 387633
mvbenthem@home.nl

P.Pattijn secretaris PS afd. 
West Brabant 06 – 14126911 
of   0168 - 484746
ps.wb@hotmail.com

 

     

 

top

========================================//==========================================


top                         

 

Nieuwsbrief NBvV
27 mei 2011.

Vogelmarkten, vogelbeurzen, vogelhandel.
Wat mag er in de toekomst nog wel en wat mag er niet meer.

Informatie over de stand van zaken.

Op 11 maart 2011 heeft het ministerie van EL& I een concept Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)
gepubliceerd op het internet. Het besluit bevat voorschriften over;

het fokken en socialiseren (het zich aan de mensen aanpassen) van gezelschapsdieren
de vakbekwaamheidseisen van beheerders
de huisvesting en verzorging van het dier
Het besluit vervangt het Honden- en katten besluit van 1999.

Doel van de regeling
De handel, opfok en opvang van gezelschapsdieren aan regels binden om zo tot verbetering van het welzijn
van het dier te komen.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Een ieder die bedrijfsmatig gezelschapsdieren verkoopt, ten verkoop in voorraad houdt, aflevert, in
bewaring neemt of fokt. Dit zijn onder andere: (tussen)handelaren in dieren, detailhandel in
gezelschapsdieren, fokkers van gezelschapdieren waaronder ook kennels en catteries en pensions en
asielen voor gezelschapdieren.Op http://www.internetconsultatie.nl/ gezelschapsdieren vindt u de
complete tekst van de Algemene Maatregel van Bestuur (29 artikelen) en de toelichting die erbij hoort
(18 bladzijden).De internetconsultatie, waarmee een ieder gelegenheid heeft gekregen zijn zegje te doen,
heeft geduurd van 11 maart tot 11 april 2011.

Reactie van C.O.M.-Nederland
Het is lastig om in het kort en voor iedereen duidelijk aan te geven hoe de reactie van C.O.M.-Nederland,
dus van de ANBvV, NBvV, BEC en Parkietensociëteit, is geweest. Met een constante verwijzing naar allerlei
artikelen wordt dit stuk echter onleesbaar.

Terecht begint de reactie van C.O.M.-Nederland met de opmerkingen, dat een eerdere betrokkenheid van
de bonden vast een beter en duidelijker product had opgeleverd, omdat er nu veel zaken nog onduidelijk
zijn. Verder merkt C.O.M.-Nederland op dat, hoewel voorstander van een goed dierenwelzijn, maatregelen
geen belemmering mogen vormen voor mensen die hun hobby uitoefenen, een hobby die als sinds
mensenheugenis bestaat. De maatregelen zijn bedoeld om met name de handel in vogels te reguleren,
maar treffen zo onbedoeld ook onze hobby.Net als elke regeling begint ook deze AMvB met een aantal
definities. Duidelijk wordt aangegeven dat onze vogels onder de definitie "gezelschapsdieren" vallen.
Hieronder zal dan ook “vogels”worden gebruikt, dan blijft alles wat dichter bij huis.

De regeling (artikel 3) gaat uit van een algemeen verbod van handel in vogels. Eigenlijk gaat het veel verder
dan handel want er staat:“verkopen, ten verkoop in voorraad houden, af te leveren, in bewaring te nemen of
te fokken ten behoeve van verkoop of aflevering van nakomelingen”Dan volgt er natuurlijk een "tenzij".
En deze "tenzij" zegt dat dit met vogels wel mag wanneer er bij de uitvoering van die activiteiten geen
sprake is van “handelen in zekere omvang en met zekere regelmaat en winstoogmerk.”C.O.M.-Nederland
legt in haar reactie naar het ministerie uit dat een dergelijke omschrijving niet erg duidelijk is.
Verder wil C.O.M.-Nederland nadrukkelijk dat vogelmarkten- en beurzen, die volgens de regels verlopen,
blijven bestaan. C.O.M.-Nederland wijst er bovendien op dat zij zelf in een eerder stadium al een regeling
voor markten en beurzen heeft vastgesteld. “Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing
indien degene onder wiensverantwoordelijkheid gezelschapsdieren in bewaring worden genomen,
aannemelijk maakt dat er bij de uitoefening van die activiteit geen sprake is van handelen in zekere omvang
en met zekere regelmaat.” Dit is de letterlijke tekst van het derde lid van artikel 3.C.O.M.-Nederland
wijst er nadrukkelijk op dat de verkoopklasse of -afdeling bij een tentoonstelling niet onder deze regeling
hoort te vallen. De vraag is of hier sprake is van “handelen in zekere omvang en zekere regelmaat”.
Bovendien wordt er op gewezen dat met name op tentoonstellingen de voorschriften nadrukkelijk in acht
worden genomen en er sprake is van een gezonde en gecontroleerde situatie.

Artikel 4 van de regeling zegt dat handel enz. alleen maar mag plaatsvinden "in een door een bij onze
minister aangemelde inrichting". Ook bij dit artikel wijst C.O.M.-Nederland op de verkoopafdeling bij een
tentoonstelling en de zorg die er aan die verkoopvogels wordt besteed.

Afgezien van een aantal vragen, waarop C.O.M.-Nederland graag een helder antwoord wil hebben, wordt
ook nadrukkelijk de vraag aan het ministerie voorgelegd of artikel 15 ook geldt voor particulieren.
In dit artikel wordt namelijk gesproken over het geven van voorlichting aan de koper over huisvesting,
voeding enz. C.O.M.-Nederland merkt op dat binnen de hobby voorlichting geven over huisvesting en voeding
al een algemene gewoonte is.

Verder roept ook artikel 20 de nodige vragen op.
Het tweede lid zegt o.a. dat "voortplanting niet op natuurlijke wijze moet plaatsvinden" en "het aantal
nesten dat een gezelschapsdier krijgt de gezondheid of het welzijn van dat dier of de nakomeling niet mag
benadelen". C.O.M.-Nederland vraagt zich hierbij af wat wordt verstaan onder "voortplanting op
onnatuurlijke wijze" en hoe men "het aantal nesten denkt te handhaven". Bovendien is opgemerkt dat het
aantal nesten altijd afhankelijk is van de omstandigheden.

Tot zover een beknopte samenvatting van de reactie van C.O.M.-Nederland.
U hebt gezien dat C.O.M.-Nederland als overkoepelende organisatie van vogelhouders geen mening heeft
gegeven over de regulering van de commerciële handel. C.O.M. Nederland realiseert zich in voldoende mate
dat handelaren volgens deze regeling uitsluitend mogen verkopen vanuit hun inrichting en er van markten,
waarop ook handelaren vogels aanbieden, geen sprake meer kan zijn. Voor sommige afdelingen zal dat een
geweldige tegenvaller zijn.

Reactie van het ministerie
C.O.M.-Nederland heeft naar aanleiding van deze reactie het volgende bericht van het ministerie ontvangen:
"Uw reactie is definitief. Wij danken u dat u de moeite heeft genomen om te reageren. Mede door uw
reactie zijn wij in staat kwalitatief betere regelingen te maken. Wij zullen uw reactie dan ook met zorg
bekijken". Nergens wordt echter aangegeven hoe de verdere planning precies is.

Tot slot
Nadere informatie bij het ministerie leert dat er veelvuldig gebruik is gemaakt van de internetconsultatie.
Er liggen ongeveer 50 reacties van verschillende organisatie. Deze reacties worden momenteel door de
beleidsambtenaren op het ministerie beoordeeld.Ongetwijfeld zullen naar aanleiding daarvan een aantal
zaken aan de staatssecretaris ter beoordeling moeten worden voorgelegd. Er is geen vaststaande planning,
maar de woordvoedster van het ministerie verwacht dat de tekst van een aangepaste AMvB na het
zomerreces zal worden besproken in de ministerraad. Daarna moet advies worden gevraagd aan de Raad
van State, en dient consultatie plaats te vinden van de Europese commissie en komt een en ander nog aan de
orde in de Eerste en Tweede Kamer. Nog een heel traject te gaan dus, maar als er geen opmerkelijke
zaken gebeuren dan zou inwerkingtreding begin 2012 een reële mogelijkheid zijn.

Hoofdbestuur NBvV

 

top

=====================================//=============================================
NOP

                              Zie link:

http://www.ed.nl/regio/asten/richard-loomans-koopt-papegaaienpark-oerle-1.3711469

top

======================================//===========================================

 

top                                              De spijsvertering


Het verteren van harde graankorrels vraagt om spijsverteringsorganen die in staat moeten zijn de graankorrels om te zetten in stoffen die door het vogellichaam kunnen worden opgenomen om te worden gebruikt voor energie en vernieuwing. Het is een zwaar verteringsproces, dat veel energie vraagt, maar de spijsverteringsorganen zijn daar goed op ingesteld.

Een graankorrel opgenomen door de snavel komt in de keelholte, waar speeksel wordt toegevoegd; daarin bevinden zich stoffen die een begin maken met de afbraak van de koolhydraten. Vervolgens gaat de korrel via de slokdarm naar de krop waar hij in het opgenomen water wordt geweekt. De krop is eigenlijk niets anders dan een verwijd gedeelte van de slokdarm, waar het voedsel enige tijd kan worden bewaard en waaruit het met kleine beetjes wordt doorgevoerd naar de kliermaag. In de wanden van de kliermaag bevinden zich klieren die verteringssappen afscheiden (enzymen). Twee belangrijke verteringssappen zijn pepzine en zoutzuur, die gezamenlijk het eiwit gedeelte verteren. Het zoutzuur heeft nog twee functies; ten eerste doodt het door z’n antiseptische werking de schimmels en bacteriën die eventueel met het

voedsel werden opgenomen, ten tweede lost het de in het voedsel aanwezige calciumzouten op. De graankorrel heeft tot en met het passeren van de kliermaag nog steeds z'n zelfde vorm behouden, alleen is hij wat gezwollen door het weken en de inwerking van de verteringssappen.

Kliermaag.

De graankorrel is nog lang niet geschikt om opgenomen te worden in het lichaam. Het vermalen van de graankorrel gebeurt in de spiermaag, een platte geribbelde buis bekleed met een harde keratinelaag, die samen met opgenomen scherpe steentjes voor het kleinmaken van de graankorrel zorgt. Als de graankorrel in zeer kleine stukjes is vermaalt, kunnen de verteringssappen nog beter hun werk doen. De graankorrel is een dunne brij geworden, die wordt doorgevoerd naar de dunne darm, die het verteringsproces voortzet. De dunne darm bestaat uit drie gedeelten, nl. de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de echte dunne darm. De twaalfvingerige darm is lusvormig, met binnenin z'n lus de alvleesklier of pancreas. De pancreas is een belangrijk orgaan, dat z'n enzymen aan de twaalfvingerige darm afgeeft. Deze enzymen zorgen voor de verdere afbraak van eiwitten en koolhydraten.

Eiwitten worden gesplitst in aminozuren en koolhydraten in enkelvoudige suikers. In de nuchtere darm worden vanuit de lever de galsappen toegevoerd, die de vetten splitsen in vetzuren en glycerol. Van de nuchtere darm wordt het nu geheel vloeibare voedsel doorgevoerd naar de dunne darm, waarin zich de darmvlokken bevinden, die zorgen voor de opname in de bloedbaan. De onverteerbare stoffen worden doorgevoerd naar de dikke darm en via de cloaca uit het lichaam verwijderd. Het bovenstaande geeft in grote lijnen weer wat zich tijdens het verteringsproces afspeelt.

 

top 

======================================================================================

 

 

top      Het verenpak van vogels.

Het verenpak van vogels is zeer doelmatig en geheel aangepast aan de eisen waaraan het moet voldoen. Het is licht en sterk en geeft de vogel het vermogen te vliegen en z'n lichaamswarmte te regelen. Het is in de zomer koel en 's winters een goed isolerende mantel, die de lichaamswarmte lang vast kan houden. We kunnen de veren indelen in:  1.grote veren     2.dekveren     3.donsveren

 

Grote veren
De grote veren of vliegveren bestaan uit slagpennen, armpennen en staartpennen. Deze vliegveren stellen een vogel in staat te vliegen en zijn van een sterke constructie. Vliegveren hebben een sterke schacht, die tot het eind van de veer doorloopt. Aan weerszijden van die schacht hebben ze een brede en een smalle zijde. Aan de schacht bevinden zich de baarden en baardjes, die onderling verbonden worden door de zogenaamde haakjes en de veer tot een sterk geheel maken. De schacht ontstaat uit een veerfollikel in de huid, wat te vergelijken is met een haarzakje bij de mens. In de veerfollikel komt de veer tot ontwikkeling. Naar de veerfollikel lopen bloedvaten die de nodige voedingsstoffen aanvoeren om de veer te laten groeien. De veerschacht begint bij de zogenaamde veernavel, een rond gaatje dat de voedingsstoffen doorlaat naar de groeiende veer. Als de veer volgroeid is, wordt de veernavel afgedicht.

Dekveren
Dekveren zijn ongeveer van dezelfde constructie als de vliegveren, maar de schacht is minder sterk ontwikkeld en loopt niet zover door als bij de vliegveren. De dekveren dienen om de vogel z'n stroomlijn bij het vliegen te geven en als beschutting tegen wind en regen. Ze bevinden zich op de vleugels en op die lichaamsgedeelten die in direct contact staan met de buitenlucht.

Donsveren  
Donsveren hebben een heel korte schacht, nauwelijks buiten het lichaam uitstekend. De baarden zijn volledig ontwikkeld, maar worden niet verbonden waardoor ze nogal warrig zijn. Deze veren doen dienst als isolatie en bevinden zich op verschillende plaatsen onder de dekveren en aan het onderlichaam.
 

Veervelden
De veren komen niet gelijkelijk verdeeld over het lichaam voor, maar op zogenaamde "veervelden". Vanaf de ondersnavel loopt een veerveld naar de borst, dat voor het borstbeen zich vertakt om dan als twee veervelden aan weerszijden van het borstbeen te lopen en bij de aars weer bij elkaar te komen, vanwaar ze gezamenlijk overgaan in de staart. Op de scharnierende gedeelten van poten en vleugels bevinden zich geen veren. Over de kop loopt een veerveld naar de staart, dat ongeveer bij de staartwortel ophoudt. Vanaf de dijen lopen de veervelden naar de staartinplant, vanwaar ze overgaan in de staartpennen.

De rui.
Na het kweekseizoen worden vrijwel alle veren op het vogellichaam vernieuwd. Een proces dat zich van de zomer (half juli) tot in het begin van de winter (half december) afspeelt.
De rui begint bij de eerste slagpen (gerekend van binnenuit). Bij beide vleugels vallen deze slagpennen gelijktijdig uit. Wanneer de nieuwe pen voor driekwart volgroeid is, valt de volgende pen uit. Er vallen nooit meer slagpennen tegelijk uit, want dit zou het vliegvermogen van de vogel te veel aantasten. Na het ruien van de zevende slagpen begint het ruien van de armpennen ook weer vanaf de binnenste gerekend. Het aantal armpennen dat per jaar geruid wordt, is niet voor elke vogel gelijk. Sommige vogels ruien maar twee of drie armpennen per jaar, anderen meer en weer anderen ruien alle armpennen. Ongeveer tegelijk met het ruien van de armpennen, ruien ook de dekveren en staartpennen. Staartpennen ook weer in paren en te beginnen met de binnenste. Het ruien van de staartpennen geschiedt niet op rij, maar om en om, om het draagvlak van de staart zoveel mogelijk intact te houden. De op één na buitenste staartpen ruit het laatst. Dit zijn tevens de laatste grote pennen die geruid worden.
 

Kop-, hals-, borst- en buikveren ruien tegelijk met de vleugeldekveren en soms in hele groepen tegelijk, waardoor de dieren geheel of gedeeltelijk een kale kop krijgen. Donsveren ruien vrijwel het gehele jaar door. Aan de kwaliteit van de donsveren is af te lezen in wat voor conditie een vogel zich bevindt. Zodra de lichaamsconditie van een vogel niet optimaal is, is dit zichtbaar aan de donsveren, vooral aan de donsveren die zich rondom de aars bevinden. De veren zijn dan stijf en hard en komen niet uit de hulzen. Dit kan een gevolg zijn van ziekte of verkeerde voeding, of men is te lang doorgegaan met broeden(door eieren of jongen uit het nest weg te nemen zal een koppel steeds weer opnieuw willen beginnen), waardoor de vogel niet in de gelegenheid is geweest zich tijdig te herstellen. Daarom is het verstandig niet meer dan twee broedsels per jaar te doen.
Het ruiproces is geen ziekte, zoals sommige liefhebbers nog wel geloven, maar een normaal proces, dat bij een goede conditie normaal verloopt. Jonge vogels moeten vanaf hun geboorte in 30 a 50 dagen opgroeien en een compleet verenpak opbouwen; onder normale omstandigheden geschiedt dat zonder problemen.

Tijdens het opgroeien van de jongen kunnen er problemen voordoen. Dit uit zich later door zogenaamde "groeistrepen" in het verenpak. Het is dan duidelijk te zien, vooral aan de slagpennen dat zich een storing heeft voorgedaan tijdens het groeien.

Als een vogel in een minder goede conditie is, kunnen er zich storingen in de groei van de veren voordoen; deze kunnen zich uiten in bloedpennen en buispennen.
 

Bloedpennen
Bloedpennen kunnen ontstaan doordat het bloedvaatje in de veerfollikel beschadigd is en er bloed in de spoel van de schacht vloeit. Soms wil het zich nog wel herstellen, maar in ieder geval moet u een bloedpen er nooit uittrekken, omdat er toch meestal geen betere nieuwe pen voor in de plaats komt en het uittrekken nogal met bloedverlies gepaard gaat.

Buispennen
Buispennen ontstaan doordat het vliesje om de groeiende pen niet wil scheuren. De beide haarden kunnen dan niet hun normale stand innemen en de veer blijft in opgerolde toestand. Buispennen zijn meestal het gevolg van een doorstane ziekte, een verkeerde voeding of een slechte conditie van de vogel.

Qua warmte regulatie zijn er ook verschillen tussen mensen en zoogdieren. Het verenkleed is een zeer effectieve isolator en kan door bijvoorbeeld het opzetten van de veren nog voor een regelbare isolatie zorgen. Wanneer een vogel zijn kop tussen de veren steekt kan dit de warmteafgifte tot 30% laten afnemen. Verder bezitten bijna alle vogels geen onderhuidse vetlaag, welke bij zoogdieren wel voorkomt. Zoals al eerder genoemd hebben vogels geen zweetklieren en daarom regelen zij de koeling voornamelijk via de ademhaling. Wel kunnen vogels water uit hun huid verdampen, maar dit vindt niet plaats met behulp van zweetklieren. Om af te koelen gaat een vogel sneller ademen terwijl de hoeveelheid in- en uitgeademde lucht afneemt. Verder komt bij het vliegen veel warmte vrij, welke zo snel mogelijk afgevoerd dient te worden.

Wilt u nog meer weten over, De evolutie van veren.   klik dan  hier.

 

 top

==========================================================

 

 

top                Biggencompost

VAM biggencompost.
Waarom VAM biggencompost voor onze vogels ?
Door de lage zuurgraad ( pH=3, 4)goed voor maag en darmflora. 

Door het hoge gehalte koolstof heeft het een zuiverende werking .
Bevordert de spijsvertering. Een uitgebalanceerd voedingssupplement, op basis van natuurlijke grondstoffen.  Bevat de volgende mineralen en sporenelementen. Kalium Mangaan Calcium Zink Magnesium Borium Fosfor Koper ijzer Molybdeen. Het gebruik bewijst de kracht van het product. Vogelsoorten die het goed opnemen zijn onder andere: kanaries, Forpussen, Gouldamadinen, Neophema's, Afrikaanse prachtvinken, Grote parkieten en papagaaien, Australische prachtvinken, Postduiven, Europese cultuurvogels .


Veen als voedingssupplement
Tuinturf is een product dat afkomstig is uit een waterrijk en een voedselarm milieu dat over het algemeen eeuwen oud is. Door lokaal bepaalde geografische omstandigheden zoals een waterdichte klei leemlaag en een dalvormige omgeving is een milieu ontstaan dat door de hoge neerslagcijfers in ons zeeklimaat zeer waterrijk is. Door deze dalvormige omgeving is een zuur milieu ontstaan waardoor de afstervende planten min of meer werden geconserveerd. Hier door werd het afstervende veenmos niet omgezet in humus, en kwam op deze manier ook niet tot beschikking van de heersende vegetatie. Hier door bleef het milieu voedselarm en kon de specifieke veenvegetatie zich handhaven. Deze veenvegetatie bestond voornamelijk uit sfagnumsoorten en wollegras. Door de eeuwen heen is soms een laagdikte van meerdere meters ontstaan waardoor winning voor diverse toepassingen economisch interessant werd.


Gebruik  
In eerste instantie werd het veen uitsluitend gebruikt als brandturf. Voor dit doeleind werd de turf veelal met de hand gestoken en daarna gedroogd. Hierna werd de turf veelal met platbodems vervoerd naar de grote steden waar het nagenoeg in ieder huis werd gebruikt voor verwarming en kookdoeleinden. Pas vrij laat is ontdekt dat veen door een specifieke behandeling zeer goede eigenschappen bezat voor de plantenteelt.Wanneer het veen in natte toestand voldoende lange tijd doorvriest wordt de interne celstructuur gebroken waardoor het veen in staat is water op te nemen en weer af te geven. Dit is de belangrijkste eigenschap van tuinturf, waardoor het met name ook geschikt werd voor het gebruik als groeimedium.


Winning
Het veen wordt voor de winter diep geploegd zodat de vorst liefst zo diep mogelijk in het veen kan doordringen.In het voorjaar wordt door regelmatig cultiveren, de structuur verder verfijnd en eventuele aanwezige onkruidzaden onschadelijk gemaakt door dat ze na het ontkiemen door het cultiveren worden gedood. Wanneer het veen op deze wijze voldoende droog is geworden kan het oogsten beginnen en wordt het veen met behulp van bulldozers in grote bulten gedrukt. Het is nu tuinturf geworden. Daarnaast is het zo dat tuinturf in gedroogde toestand nagenoeg geheel bestaat uit koolwaterstoffen. Voor de productie van de beroemde norit maag/darm tabletten bestaat de grondstof dan ook voornamelijk uit turf.
De tuinturf heeft nu dus drie belangrijke eigenschappen:
 1:Het is zuur:pH 3,5 4,5
 2:Het bestaat voor een belangrijk deel (95%) uit koolwaterstoffen
 3:het bevat naast aminozuren ook nog, zij het in kleine hoeveelheden, bepaalde mineralen.


Opmerking;
Tegenwoordig verkoopt men ook biggencompost speciaal uitgebalanceerd voor vogels ,de naam van de leverancier is AVI TERRA het is zeker het proberen waard .Het zal uw vogels zeker in de rui ,maar nog meer de vogels uit de zwartreeks goed doen.
Ingezonden : Avi Terra :  Bodemmineralen voor vogels.


                                                         
Samenstelling:  Avi Terra is samengesteld uit doorvroren zwartveen, geselecteerde klei soorten en verrijkt met sporenelementen. Deze receptuur garandeert een natuurlijke samenstelling en is daardoor een verantwoorde aanvulling op het voedselaanbod voor uw vogels. 


Toepassing:  Avi Terra heeft een aan zurende werking, bevordert de spijsvertering en heeft een gunstige invloed op de darmflora. Avi terra wordt gegeven om tekorten aan mineralen en sporenelementen aanvullend te dekken. Hierdoor kan de algehele weerstand van de vogel verbeteren. Door het hoge gehalte organische stof(koolstof) heeft het bovendien een zuiverende werking. Avi Terra is zacht van structuur waardoor de vogels het graag en goed opnemen. Avi Terra heeft haar goede werking in de praktijk bij de volgende vogelsoorten na jarenlange proefnemingen bewezen:  Kanaries, Gould amadine, Prachtvinken, Papegaaien,Parkieten,Postduiven, Europese cultuurvogels.


Gebruiksaanwijzing:  Gebruik steeds een schoon schaaltje of bakje. Verstrek per koppel één eetlepel (= 15 cm³) per twee à drie dagen.  Indien het Avi Terra is uitgedroogd, dient men weer verse Avi Terra te verstrekken.Wanneer verstrekken  Avi Terra kan altijd worden verstrekt met uitzondering van de periode dat de jonge vogels in het nest verblijven. Na gebruik.  Na gebruik de verpakking altijd goed afsluiten om uitdroging te voorkomen. Garantie  Bodemmineralen voor vogels op basis van doorvroren zwartveen, geselecteerde kleisoorten en sporenelementen. Samenstelling: 90% doorvroren zwartveen, 10% klei en 0,25 kg/m³ sporenelementen. PH3,5-4,5 . EC<0,5mS/cm.

 Inhoud: 10 Liter , Gewicht 4 kg . prijs +/- €3.00
Jan der Linden Kortgene

Tel. +31(0)113 302348
E-mail    aviterra@zeelandnet.nl 

 

top

=================================================================

            Alle vogels leggen eieren.

top 

Alle vogels leggen eieren. Maar waarom doen sommige soorten er tien dagen over om ze uit te broeden, terwijl andere weken of zelfs maanden zitten te wachten op het uitkomen van hun kuikens? Deze vraag fascineert biologen al tijden en een volledig antwoord lijkt nog altijd niet in zicht.
Life history theorie
Rond de jaren ’50-‘60 van de vorige eeuw waren de Amerikaan Alexander Skutch en de Engelsman David Lack geboeid door de verschillen tussen zangvogels uit de tropen en zangvogels uit gematigde streken. Ze zagen dat legsels (het aantal eieren in een nest) van tropische vogels vaak kleiner zijn dan legsels van vogels in Noord-Amerika en Europa. Ook vonden ze dat tropische soorten langer over het uitbroeden van hun eieren doen. En dat terwijl in de tropen nesten veel vaker leeggeplunderd worden door roofdieren. Het werk van Skutch en Lack heeft een belangrijke basis gelegd voor de huidige dierecologie en met name voor het denken over life history evolutie.
De theorie van life history evolutie neemt aan dat als gevolg van natuurlijke selectie biologische beslissingen geoptimaliseerd worden. Een voorbeeld van zo'n beslissing is het antwoord op de vraag van een vogelmoeder: hoeveel eieren zal ik leggen? De theorie stelt dat evolutionaire beslissingen het gevolg zijn van een kosten-baten analyse. De oudervogel “weegt af” hoeveel hij/zij investeert in het heden (huidige voortplanting) en hoeveel in de toekomst (eigen overleving en toekomstige voortplanting). Individuen van een langlevende soort, bijvoorbeeld een Manakin, produceren vaak maar één klein legsel per jaar en “rekenen” erop dat ze een jaar later weer kunnen broeden.
 

Afb. 1: De Geelbroekmanakin is een typische tropische soort met een broedperiode van 19 dagen en een legselgrootte van 2 eieren. bron: Irene Tieleman


Individuen van kortlevende soorten daarentegen, zoals Kool - en Pimpelmees, maken het liefst twee of meer grote legsels per jaar, omdat de kans dat ze de winter overleven en een jaar later weer kunnen broeden klein is.

 Afb. 2: De Koolmees heeft zoals veel vogels uit gematigde streken een korte broedperiode (13 dagen) en grote legsels (7-12). bron: Maaike de Heij

Als we eenzelfde soort kosten - baten analyse toepassen op de lengte van de broedduur dan stuiten we op een wonderlijke tegenstrijdigheid. In een omgeving met een hoge kans op nestpredatie zou je een enorme natuurlijke selectie verwachten voor een zo kort mogelijke eifase. Een rekensommetje om dit toe te lichten: stel dat de kans dat een nest gevonden wordt door een roofdier 5% per dag is, een realistisch getal. Dat betekent dat een nest met een broedduur van 12 dagen 54% kans heeft om uit te komen, terwijl eieren die 20 dagen bebroed moeten worden slechts een kans van 36% hebben om kuikens op te leveren.
Het gekke is dat in de tropen deze voorspelling helemaal niet uitkomt. Juist daar is er een hoge kans op nestpredatie én hebben vogels een lange broedperiode. En waarom bestaan er eigenlijk lange broedperiodes? Zijn er bepaalde beperkingen waardoor het broeden in sommige gevallen niet sneller kan, of zitten er ook voordelen aan een lange eifase? Misschien helpt het eerst meer inzicht te krijgen in de patronen van variatie en in de fysiologische en gedragsmechanismen die de broedduur kunnen beïnvloeden.


Afb,3: De Grijzeroodstaart heeft
een broedperioden van +/- 28dagen
en legsels van 3 á 4 eieren.
Vuistregels,
Er zijn een paar vuistregels om in je achterhoofd te houden. Ten eerste, grotere vogels leggen grotere eieren. Ten tweede, grotere eieren doen er langer over om uit te komen. Dat is wel logisch, want elk ei begint met één bevruchte eicel en er zijn meer celdelingen nodig om een groter kuiken te maken. De grote uitdaging voor biologen is het verklaren van de variatie in de lengte van de broedperiodes nadat je gecorrigeerd hebt voor deze vuistregels. Want ook als je lichaamsgrootte en eigrootte in de analyse meeneemt blijft er een enorme variatie in broedperiodes over. De broedduur van kleine zangvogels bijvoorbeeld varieert tussen de verschillende soorten van ongeveer 9 tot 23 dagen.

Patronen van variatie.
De broedperiode lijkt te variëren met leefomgeving. Zo hebben veel zeevogels, zoals Stormvogels en Albatrossen, een relatief lange eifase. Na de vroege waarnemingen van Skutch in de tropen is er niet zo lang geleden discussie ontstaan of er wel of niet een systematisch verschil is in broedduur tussen vogels uit de tropen en soorten uit gematigde streken. Ondanks die discussie is iedereen het erover eens dat er in de tropen meer variatie bestaat. In de tropen van Midden-Amerika hebben sommige kleine zangvogels, zoals Schoffelsnavels, Manakins en Miervogels, een relatief lange broedduur van 18-23 dagen. In hetzelfde gebied hebben Dikbekjes en Vireos en andere soorten na 12-13 dagen broeden al kuikens. Kortom, tot welke groep vogels je behoort lijkt een belangrijke invloed te hebben op de tijd die je op je eieren zal moeten zitten. Dit soort waarnemingen hebben geleid tot onderzoeken om te bepalen op welk taxonomisch niveau de meeste variatie in broedduur te vinden is. Met taxonomisch niveau bedoelen we soort, geslacht, familie, orde, enzovoort. Dat zijn de niveaus die in de biologie gebruikt worden voor de systematische rangschikking van soorten op grond van overeenkomsten in hun eigenschappen. Veel van de variatie in broedduur ligt op hogere taxonomische niveaus: Er zijn grote verschillen in broedperiode tussen ordes en families, maar kleine verschillen tussen geslachten binnen een familie en tussen nauw verwante soorten. En hoe zit het binnen soorten? Zit elke Koolmees even lang op haar eieren? De variatie binnen een populatie van een soort is meestal vrij klein. Er zijn uitzonderingen, vaak samenhangend met weersomstandigheden. Tijdens koude periodes in het voorjaar bijvoorbeeld duurt het soms wat langer voor eieren uitkomen. Deze verlenging van de broedduur kan het gevolg zijn van gemiddeld lagere ei temperaturen. En er zijn extreme gevallen bekend waarin het twee keer zo lang als normaal duurde voor eieren uitkwamen. Maar meestal is de variatie binnen soorten in de orde van een dag of hooguit een paar dagen. En in het algemeen geldt dat de variatie in broedduur veel kleiner is binnen soorten dan tussen soorten.

Mogelijke evolutionaire beperkingen.
Terug naar de vraag waarom er lange broedperiodes bestaan: zijn er beperkingen waardoor deze periode in sommige soorten niet korter kan? De manier waarop de variatie in broedperiodes verdeeld is over de stamboom van alle vogels suggereert dat fylogenetische beperkingen misschien een rol spelen. Fylogenetische beperkingen hebben te maken met de ontwikkeling van soorten in de loop van hun evolutie. Als een soort eenmaal een bepaalde eigenschap heeft gekregen door evolutie, dan zitten de soorten die later daaruit voortkomen soms “opgezadeld” met dezelfde eigenschap. Een beperking dus. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn omdat er geen genetische variatie over is voor andere eigenschappen. Dus volgens dit idee hebben hedendaagse soorten hun broedduur geërfd van hun “voorouder-soorten” en was er weinig verandering in broedduur mogelijk. Met andere woorden, Koolmezen en Pimpelmezen hebben allebei een korte broedperiode omdat hun gezamenlijke vooroudermees een korte broedperiode had. En Geelbroekmanakins en Witkruinmanakins hebben allebei een lange broedperiode omdat de oer-Manakin haar eieren lang bebroedde. Dit idee is moeilijk te testen want we kunnen geen metingen doen aan oervogels, omdat die al eeuwen geleden uitgestorven zijn.
 


Er is in slechts twee huidige soorten, de Kip en de Spreeuw, gekeken naar genetische variatie in broedduur. De Kip is natuurlijk een logische soort voor dergelijk onderzoek. Mensen fokken al jaren Kippen en zouden met selectie voor snellere embryonale ontwikkeling graag tot een hogere productie willen komen. Toch is het onmogelijk gebleken te selecteren op eieren die sneller uitkomen. Er is vrijwel geen genetische variatie voor de broedduur; de lengte van de eifase lijkt volledig vast te liggen. Hetzelfde geldt voor Spreeuwen, die zijn onderzocht in een nestkasten -kolonie. Of andere vrijlevende soorten ook zo weinig genetische variatie voor broedperiode bezitten weten we niet. Voor veel ecologen is het moeilijk voor te stellen dat er in de honderden, duizenden en miljoenen jaren van evolutie geen genetische variatie is ontstaan in de duur van de broedperiode, en dat deze periode volledig fylogenetisch vastligt. Veranderingen in het DNA kunnen toch voortdurend nieuwe variatie maken? Misschien dat we in de toekomst meer zullen ontdekken over de genetische achtergrond van variatie in broedperiodes bij vrijlevende vogels.
Mechanismen: fysiologie, gedrag en omgeving.
De duur van de broedperiode wordt beïnvloed door allerlei factoren, variërend van microklimaat van het nest tot gedrag van de oudervogels. Er is veel onderzoek gedaan naar het verband tussen de temperatuur van de eieren, het gedrag van de ouders en de weersomstandigheden. De invloed die het samenspel van deze factoren heeft op de lengte van de broedperiode is vooral bestudeerd binnen soorten. Veel vogels doen hun uiterste best om hun eieren lekker op temperatuur te houden.

Afb. 4  

Deze grafiek laat de eitemperatuur in de loop van de dag zien van een Dikbekorganist, een tropische soort,alleen het vrouwtje  bebroed de eieren. Aan het temperatuursverloop van de eieren kan je zien hoeveel tijd een oudervogel op het nest doorbrengt. De zwarte balk geeft de nacht aan. De pijlen geven aan wanneer de pop       van de eieren is ;de eitemperatuur gaat dan onmiddellijk omlaag. 

Als de eieren gemiddeld kouder zijn ontwikkelen de embryo’s zich langzamer en wordt de broedperiode langer. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens een koude periode in het voorjaar, en vooral bij soorten waarvan alleen het vrouwtje broedt. Een broedende pop gaat tijdens de dag regelmatig voor een korte periode van de eieren af om zelf voedsel te zoeken.

Op koude dagen heeft zo’n ouder meer voedsel nodig om warm te blijven, en soms kost het ook meer tijd om voedsel te vinden als het koud is. Insecten zijn dan bijvoorbeeld minder actief. Zo heeft onderzoek bij Koolmezen laten zien dat vrouwen op koude dagen minder tijd op het nest doorbrengen. Daardoor wordt de temperatuur van de eieren gemiddeld lager, en de broedperiode langer. Dat broedende vogels een balans zoeken tussen eieren warm houden en zelf eten zoeken blijkt onder meer uit experimenten waarin eieren kunstmatig werden afgekoeld of verwarmd in het nest.
Zo brachten Savannegorzen 22% meer tijd op hun eieren door als deze kunstmatig afgekoeld werden, vergeleken met nesten die met rust gelaten werden. Ze zaten daarentegen 28% minder tijd op het nest als de eieren kunstmatig verwarmd werden. Maar ondanks dat de eieren de hele tijd kunstmatig lekker warm gehouden werden zaten de gors-vrouwtjes toch nog een deel van de dag op hun nest. Het gedrag van een oudervogel wordt dus niet volledig bepaald door de temperatuur van de eieren. Kan de interactie tussen de tijd die een ouder op het nest doorbrengt, de ei-temperatuur en de lengte van de broedperiode ook de verschillen in broedperiode tussen soorten verklaren? Daar lijkt het niet op. Ook soorten die een lange broedperiode hebben houden hun eieren lekker warm. Ons werk in de tropen van Panama leverde bijvoorbeeld een gemiddelde ei-temperatuur van 36.8oC op voor de Geelbroekmanakin die een broedduur van 19 dagen heeft. Ook de Roodkeel-Miertangare, met een broedperiode van slechts 13 dagen, hield haar eieren gemiddeld op 36.7oC.
Voordelen van lange broedduur?
Zoals we eerder zagen heeft een langere broedduur als nadeel dat de kans dat eieren overleven tot ze uitkomen kleiner is. Vooral in een omgeving waarin de nestpredatie hoog is kan dit resulteren in een laag broedsucces, wat evolutionair gezien een groot nadeel is. Veel evolutionair biologen vragen zich dan ook af of er geen voordelen zitten aan een lange broedperiode die tegen dit nadeel kunnen opwegen. Er zijn allerlei ideeën geopperd, maar niet iedereen is het hier met elkaar over eens.

Afb.5  De eieren van de kiwi zijn in verhouding de grootste van alle vogels. De broedperioden is +/-70 á 80 dagen. Soms worden er twee eieren gelegd met een tussenpose van 22 dagen.

Eén van de verwachtingen is dat een langere embryonale ontwikkelingstijd leidt tot een kwalitatief beter kuiken. Waaruit de kwaliteit van een kuiken bestaat en hoe je die kan meten is niet helemaal duidelijk. Eén suggestie is dat kuikens die langer in het ei gezeten hebben een betere afweersysteem tegen ziektes en parasieten hebben kunnen ontwikkelen. Dit idee zou kunnen verklaren waarom in de tropen, met relatief veel ziektekiemen, de broedduur vaak langer is. Maar het roept ook gelijk de vraag op waarom dan niet alle tropische vogels een lange broedduur hebben, in plaats van slechts een deel. Een andere verwachting komt voort uit de waarneming dat soorten met een lange broedperiode ook vaak een hoge overleving van oudervogels kennen. Om het risico dat ze zelf gegrepen worden door een roofdier te minimaliseren zouden ouders zo min mogelijk tijd op het nest doorbrengen, waardoor de eieren kouder zijn en de broedperiode langer wordt.

 

Een belangrijke aanname is dat het nest een gevaarlijke plek is voor ouders.
Het achterliggende idee, gebaseerd op life history theorie, is dat vogelouders een afweging maken tussen hun eigen kans op overleven en het produceren van jongen. Door weinig op het nest te zitten wordt de kans dat een ouder aangevallen wordt kleiner en het risico dat de jongen de eifase niet overleven groter. Dit is wel een aardig idee, maar er zijn geen aanwijzingen dat soorten met een lange broedperiode minder tijd op het nest zitten en koudere eieren hebben. Integendeel, de ei -temperatuur van soorten met korte en lange broedperiodes is ongeveer gelijk.  
Samenvattend…                               
Ondanks dat we een deel van de variatie in de duur van de broedperiodes kunnen verklaren met lichaamsgewicht, eigrootte, en verwantschap, begrijpen we de redenen voor een groot deel van de variatie tussen soorten nog niet. Misschien dat onderzoek in de toekomst zal uitwijzen in hoeverre de duur van broedperiodes vastligt door beperkingen in fylogenie, in fysiologische mechanismen of in gedrag van oudervogels. En misschien zullen we nieuwe voordelen van een lange broedperiode ontdekken, en uitvinden hoe voor - en nadelen van de broedduur tot zoveel variatie tussen soorten
hebben kunnen leiden. Voorlopig blijft het een mysterie.

Bronnen
Davis, S.D., J.B. Williams, W.J. Adams, S.L. Brown (1984) The effect of egg temperature on attentivenss in the Belding’s Savannah Sparrow. Auk 101: 556-566.
Drent, R.H. (1975) Incubation. Pp. 333-420 in Farner, D.S. and King, J.R. (eds.) Avian Biology, Academic Press, New York.
Martin, T.E. (2002) A new view of avian life-history evolution tested on an incubation paradox. Proceedings of the Royal Society London B 269: 309-316.
Ricklefs, R.E. (1993) Sibling competition, hatching asynchrony, incubation period, and lifespan in altricial birds. Current Ornithology 11: 199-276
Tieleman, B.I., J.B. Williams, R.E. Ricklefs. (2004). Nest attentiveness and egg temperature do not explain the variation in incubation period in tropical birds. Functional Ecology:
 in druk.

Zie ook:
De life history-fysiologie link (Engels)
Website Irene Tieleman (Engels)

 

top

======================//====================

 

top Papegaaienvoeding de nieuwe manier.

Door; Michel van der Plas, Stichting Papegaaienhulp.


Een veel besproken onderwerp in de wereld der papegaaienhouders is de voeding. Terecht overigens omdat de voeding grotendeels bepaalt of de vogel zich prettig voelt. U bepaalt tenslotte waar de vogel uit mag kiezen in zijn voerbak.

De ervaring van dierenartsen die het kunnen weten is dat het meestal droevig is gesteld met het menu dat de papegaai krijgt voorgeschoteld. Helaas kunnen wij als opvang  en voorlichtingscentrum alleen maar beamen dat dit bijna altijd waar is. Wij beseffen dat dit een harde conclusie is, maar de dagelijkse praktijk wijst uit dat nog steeds veel vogels moeten eten uit een voerbakje dat is gevuld met verkeerde voeding.

Onderzoek in de dierenartsenpraktijk wijst uit dat nog steeds meer dan 80 % van de problemen zijn veroorzaakt door de verstrekte voeding. De verzorger valt echter nauwelijks iets te verwijten. Die voert wat hem bij aanschaf wordt verteld of wat hem in de winkel wordt aangeboden. Dit is niet vreemd want ook de schrijver van dit artikel is op die manier begonnen. Pas na langdurige klachten en het experimenteren met verschillende voedermanieren wordt duidelijk dat men verkeerd is voorgelicht.
Belangrijk is ook dat voeding vaak op de lange termijn pas echt zijn gevolgen laat zien. Wat u nu voert kan uw vogel over vijf jaar het leven kosten. Waar wij met onze goedbedoelde adviezen nogal eens tegenop lopen is de reactie:” Ja maar hij doet het er al jaren goed op”. Het teruglopen van de conditie van de vogel is altijd een dermate geleidelijk proces dat de eigenaar het pas opmerkt als het al te laat is. Niemand wil horen dat hij zijn vogel niet goed verzorgt, zelfs niet als hij het onbewust doet. Toch is ons advies om uw vogel een keer per jaar te laten onderzoeken door een in vogels gespecialiseerde dierenarts. Hoewel wij bij Stichting Papegaaienhulp geen dierenartsen zijn, zijn wij wel in papegaaien gespecialiseerd. Onze ervaring ook met verschillende dierenartsen is dat er geen twee zijn die u hetzelfde advies geven. Ook in adviezen van dierenartsen zit kwaliteitsverschil dus u kan altijd gebruik maken van onze second opinion of die van een andere dierenarts.

In de rest van dit verhaal zal ik mij richten op de filosofie die wij hebben over de voedingsmanieren van papegaaien. Denk er daarbij aan dat als u aan tien verschillende voedingsdeskundigen vraagt wat goede papegaaienvoeding is dat u tien verschillende adviezen krijgt. Mogelijk alle tien ook goede adviezen dus u bepaalt zelf wat u het meest aanspreekt. Ik zal u er nu van proberen te overtuigen waarom wij de voeding geven die wij nu geven.

De ouderwetse manier
Algemeen aanvaard en nog steeds de meest verstrekte voeding is het alom bekende zaadmengsel. Dit mengsel bestaat al eeuwenlang voornamelijk uit een mengeling van zonnebloempitten, tarwe, haver, boekweit, millet, cedernoten en paddy met daaraan, afhankelijk van de fabrikant, aan toegevoegd een keuze uit pompoenpitten, lijnzaad, witzaad, dari, maïs, erwten, hondendiner en pinda’s.

Pinda’s
Om met de pinda’s te beginnen, kunnen we zeggen dat een voer dat pinda’s als bestanddeel heeft niet serieus kan worden genomen. Al sinds de jaren zeventig is bekend dat pinda’s zeer slecht zijn voor papegaaien. Ten eerste omdat het teveel calorieën bevat waardoor papegaaien zeer snel een overgewicht ontwikkelen. Ten tweede omdat pinda’s nogal eens begroeid zijn met een schimmel die het giftige aflatoxine produceert. Dit gif wordt opgestapeld in de lever van de vogel en is in kleine hoeveelheden al schadelijk en in grote hoeveelheden dodelijk. Eenmaal in het lichaam aanwezig zal dit gif niet meer uit het lichaam verwijderd kunnen worden. Dat pinda’s nog steeds als papegaaienvoer worden verkocht, komt vooral door het vastgeroeste idee dat apen en papegaaien pinda’s eten. Ondanks waarschuwingsbordjes kampen alle dierentuinen nog dagelijks met mensen die de bordjes negeren. Gewapend met een zakje pinda’s of brood worden de dieren onbewust vergiftigd en worden de zorgvuldig uitgestippelde diëten uit evenwicht gebracht. Geen pinda’s dus.

Tarwe                                                                        
Vervolgens de tarwe. Een zeer goedkoop graan dat ook prima geschikt is als papegaaienvoer. Als ze het tenminste zouden eten. Van de honderden papegaaien die ondergetekende heeft verzorgd was er niet een die tarwe at. Na overleg met andere papegaaienliefhebbers bleek dat ook zij hun papegaaien niet aan de tarwe kregen. Slechts in geweekte vorm wordt tarwe soms gegeten. Ditzelfde geld voor maïs, erwten, dari en katjang idjoe. Eenmaal zorgvuldig geweekt en eventueel gekiemd is dit een prima voeding. Gedroogd zal bijna geen papegaai ervan eten.

lijnzaad
Tenslotte het lijnzaad. Ook dit wordt bij Stichting Papegaaienhulp niet aan het mengsel toegevoegd. Het heeft bij ons de bijnaam lijmzaad gekregen, omdat als het nat wordt lijnzaad zich zeer vast hecht aan alle oppervlakken. Het is dan zeer moeilijk te verwijderen en zelfs met de nagel niet altijd los te krijgen. Omdat het daarnaast ook niet zeer geliefd is bij de meeste papegaaien hebben we om schimmelvorming van vastgeplakt lijnzaad te voorkomen, dit zaad verwijdert uit het mengsel. Behalve dat bestanddelen niet worden gegeten of gewoonweg slecht zijn voor de papegaai, hebben zaadmengsels nog meer nadelen. Zaadmengsels zijn nooit volledig en zaad moet altijd als bijvoer worden gezien. Zaden missen essentiële aminozuren, vitaminen en mineralen ongeacht hoeveel verschillende zaden er aan het mengsel zijn toegevoegd!

Toevoegingen
Om deze tekorten aan te vullen moeten altijd extra’s als eivoer, hondenvoer of andere toevoegingen worden verstrekt. Probleem hierbij is dat vogels dit pas eten als de zaden streng worden gerantsoeneerd. Een vogel eet naar energiebehoefte en zal dus beginnen met datgene te eten dat de meeste energie bevat. Vet dus. Zonnepitten zijn voor de meeste papegaaien favoriet omdat ze veel vet bevatten. Zodra zijn energiebehoefte is bevredigd stopt de vogel met eten. Het minder vette voer blijft dus vaak liggen waardoor eenzijdige voeding een feit is. Indien een goed zaadmengsel (wat u waarschijnlijk zelf zult moeten mengen omdat er eenvoudigweg vrijwel geen goede mengsels worden aangeboden) wordt aangevuld in de juiste verhoudingen met de juiste aanvullingen, kan men dus tot een prima papegaaienvoer komen. Mits de papegaai natuurlijk ook alles daadwerkelijk opeet.

Pellets
Alle hiervoor genoemde problemen leidden er in de jaren tachtig toe dat een aantal fabrikanten een voer gingen ontwikkelen dat alle ingrediënten bevatte. Bij vrijwel alle andere diersoorten is dit al volledig ingeburgerd. Wie mengt er tenslotte tegenwoordig nog zelf zijn hondenvoer. Een nobel streven dus dat echter vanuit de wereld van de papegaaienkwekers met argusogen werd gevolgd. Terecht overigens want de eerste brokjes waar de fabrikanten mee kwamen waren zo slecht van samenstelling dat het nauwelijks beter was dan zaad.

In de loop der jaren en met toenemende concurrentie werden vooral in de Verenigde Staten steeds betere pellets geproduceerd. Veel gehoorde kritiek op pellets is dat het eenzijdig en saai voor de vogels zou zijn en dat het niet of slecht wordt gegeten.
Een goed pelletvoer zal niet eenzijdig zijn omdat het alle voedingsstoffen moet bevatten. Dat het saai is hebben we in ons opvangcentrum niet kunnen vaststellen. Mede omdat het advies is om er wel fruit, groenten, onkruid en eventueel kiemzaden bij te geven. Bij ons is gebleken dat vogels die pellets krijgen net zolang bezig zijn met eten als vogels die zaden krijgen.

Dat het slecht wordt gegeten is slechts ten dele waar. De meeste papegaaien zijn zeer conservatief en houden dus niet van veranderingen. Het is inderdaad zo dat de meeste papegaaien niet direct iets nieuws zullen uitproberen dus ook pellets niet. Ons is opgevallen dat hoe ouder een papegaai is, hoe moeilijker hij aan iets nieuws is te wennen.
Slechts 5% van onze papegaaien had meer dan twee weken nodig om aan pellets te wennen. Al deze vogels waren kaketoes of vogels ouder dan 35 jaar. Slechts 1 vogel van 40 jaar oud wilde absoluut niet aan pellets beginnen. Omdat deze vogel ook een wat zwakkere gezondheid had is hij een weekje naar de dierenarts gegaan waarna hij alsnog pellets ging eten, eerst gemengd met een beetje babyvoeding later ook zonder toevoeging. Tegenwoordig lukt het ons met Zupreem pellets vrijwel iedere vogel binnen drie dagen op pellets over te zetten zonder ze te laten hongerlijden. Wij kunnen dus nu spreken van een 100% score en mensen die zeggen dat hun vogel geen pellets eet kunnen dus niet op onze instemming rekenen. Wel is het zo dat er een gezonde dosis doorzettingsvermogen nodig is. Het is belangrijk eigenwijzer te zijn dan de vogel. Maar men hoeft de vogel echt niet uit te hongeren om resultaat te bereiken.
De meest gebruikte methoden om vogels over te zetten op een nieuw soort voer zijn:

1. Ineens overschakelen, de meeste vogels zullen zonder veel problemen snel beginnen aan het nieuwe voer.
2. Langzaam afbouwen, steeds iets minder van het oude en meer van het nieuwe voer geven.
3. Keuze beperken, door ‘s ochtends pellets te geven en ‘s avonds een beetje zaad krijgt de vogel overdag een hongergevoel zodat hij datgene in zijn voerbak toch maar opeet.
4. Aantrekkelijk maken, door aan de pellets iets lekkers toe te voegen zoals bijv. sinaasappelsap, vruchtenlimonade, appelmoes, water of iets anders dat de vogel lust en dat in de pellet trekt, wordt de pellet aantrekkelijker gemaakt voor de vogel. Ook kunt u het voer malen en op deze manier gemengd aanbieden.
5. Prijzen, een goed opgevoede vogel zal eten wat u hem aangeeft, door de vogel te prijzen als hij het voer van u aanpakt en nog meer te prijzen als hij het opeet zal hij het ook vanzelf gaan eten. Op deze manier wordt goed gedrag beloond.
6. Voorbeeld, als u meerdere vogels heeft en één daarvan eet wel pellets dan is het; zien eten, doet eten en zullen veel weigeraars alsnog beginnen.
7. Laatste mogelijkheid, de lastigste manier om hardnekkige weigeraars aan pellets te wennen is via dwangvoeding, meestal is het aan te raden dit niet zelf te doen maar laten doen door een deskundige dierenarts. Hierbij wordt het voer gemalen en rechtstreeks via een sonde in de krop gebracht uw dierenarts zal u hierbij verder helpen uw vogel aan het goede voer te helpen.
 

Een combinatie van deze mogelijkheden geeft vaak de beste resultaten. Het meeste succes boeken wij door punten 3, 5 en 6 te combineren. Zoals u ziet is het niet altijd een makkelijke zaak om uw vogel aan gezonde voeding te helpen. Omdat pellets zoveel voordelen hebben is het volgens ons het voer van de toekomst. Toch hebben pellets ook wel nadelen.

Phytonutriënten
Een moeilijk woord dat niet anders betekent dan levende voedingsstoffen. Al heel lang is bekend dat mens en dier niet kunnen leven zonder bepaalde voedingsstoffen zoals bijv. vitamines. Hiervan is de werking bekend, evenals de gevolgen van een gebrek eraan. Sinds jaren is ook al het bestaan van zogenaamde phytonutriënten bekend. Een voorbeeld hiervan is chlorofyl de stof die bladeren een groene kleur geeft. Tot voor kort werd er geen voedingswaarde aan deze stoffen toegeschreven. Nu denken sommige wetenschappers daar echter heel anders over. En wie er logisch over nadenkt komt zelf ook tot de conclusie dat gedroogd(en dus dood) fruit minder gezond moet zijn dan vers(en dus levend) fruit. Bewezen is dat een gebrek aan levende voedingsstoffen leidt tot lichamelijke klachten. Dit is het nadeel van pellets. Pellets zijn geextrudeerd (verhit) of geperst en dus dode voeding. Overigens zijn gedroogde zaden ook geen grote bron van phytonutriënten en dus geen geschikte aanvulling voor pellets. Veel beter is het verstrekken van vers fruit, groenten, gekiemde zaden en/ of schone onkruiden.

Vers eten
Goede pellets zijn dus een prima basisvoeding die tot een gezondere vogel (waardoor minder dierenartskosten) kunnen leiden. Voor zover de huidige kennis van diervoeding reikt is het dus verstandig met mate vers voedsel erbij te verstrekken. Dit betekent dagelijks een kleine hoeveelheid (en niet eens per week heel veel) een gevarieerde keuze van liefst ecologisch geteeld fruit, groente, gekiemde zaden of onbespoten gewassen onkruid.

Omdat ons vaak gevraagd wordt naar voorbeelden van dergelijke toevoegingen volgen er hier enkele.
De top 10 van meest gevoerd groenvoer is:
Appel, zomer en winterwortel, banaan, druif, verse maïs, bessen, sinaasappel, kiwi, paprika en perzik/ pruim. Ik wil nogmaals benadrukken dat de verstrekte hoeveelheden klein moeten zijn vooral van banaan omdat die voornamelijk uit zetmeel bestaan. Naast deze top 10 zijn er nog vele andere soorten die verstrekt kunnen worden. Dit is uiteraard ook grotendeels afhankelijk van het seizoen. Andere veel gegeven soorten zijn:
Augurken, vijgen, kersen, clementines, paardebloem(de gehele plant), rozenbottel, lijsterbes, vogelmuur, sla, andijvie, spinazie, kool, aardbei, erwt, biet, granaatappel, selderij, litchi , mango, gras, framboos, braam, aalbes, kruisbes, vuurdoornbes, zwarte bes, vlierbes, gekookte aardappel(zonder zout), ananas, papaja, peterselie, koolraap, weegbree, peterselie, broccoli, pompoen, meloen e.d. Deze lijst is niet compleet maar geeft wel de meest gevoerde producten.

Geef nooit avocado omdat dit giftig is voor vogels.
Pas ook op voor bespoten, vervuild (uitwerpselen van andere dieren) en bedorven groenvoer. Het groenvoer eerst goed afspoelen voordat u het aan uw vogel verstrekt.
Fruit dat wijzelf eerst schillen voordat we het eten (banaan, citrusvruchten e.d.) kunt u uw vogel ook het beste zonder schil verstrekken.

Gekiemde zaden
Zoals gezegd zijn ook gekiemde zaden zeer gezond voor uw vogel. Door zaden één dag te laten weken komt de kiem tot leven en wordt het zaad niet alleen beter verteerbaar maar ook meer gevuld met belangrijke voedingstoffen die liggen opgeslagen in de kiem.
Het grote nadeel van kiemzaden is de grote bederfelijkheid. Niet alleen de kiemen van het zaad komen bij toevoegen van water en warmte tot leven maar ook allerlei micro-organismen als schimmels. Om zaden op een veilige manier te kiemen adviseren wij te kiezen voor zaden of peulvruchten die snel ontkiemen. Goede voorbeelden zijn zonnepitten, safloorpitten en katjang idjoe. Laat deze 24 uur in schoon water weken en zet ze dan nog 24 uur droog weg na ze goed te hebben afgespoeld. Nu zijn de zaden ontkiemd en na nogmaals afspoelen en eventueel te koken zal uw vogel ze graag eten.
Goed gekiemde zaden bederven niet snel omdat de zaden zelf allerlei verdedigingstechnieken hebben om zichzelf tegen micro-organismen te beschermen. Wees echter zeer bedacht op schimmels, op warme dagen ontwikkelen deze zich razendsnel.

Peulvruchten
Bij het kiemen van peulvruchten moet men erom denken dat deze veel fytinezuur bevatten. Fytinezuur is een stof die zich bindt met mineralen en sporenelementen zoals calcium, zink en ijzer. Teveel fytinezuur zorgt dus voor een kalkgebrek en men moet dus oppassen met gekiemde peulvruchten zoals erwten en bonen.

Tenslotte moet nog de vraag beantwoord worden welk merk pellets onze voorkeur heeft. Hoewel Stichting Papegaaienhulp niet het doel heeft andere merken af te kraken, willen we vanwege de grote kwaliteitsverschillen tussen de diverse merken een voorkeur uitspreken. Ons favoriete merk op dit moment is Zupreem dat helaas in Nederland nog slecht is te verkrijgen maar in de VS marktleider is. Een goede tweede is Harrison’s Bird Foods (HBF) dat helaas pinda’s bevat en nogal sterk uitzet als het nat wordt (dus ook in de krop). Beide merken worden zeer goed geaccepteerd door de vogels en zorgen voor een mooi verendek, stevige ontlasting en goede gezondheid.

Dat het laatste woord over papegaaienvoeding nog niet is gezegd daar is iedereen het over eens maar voorlopig zullen we het hiermee moeten doen. Als er aanleiding voor is zal deze folder direct worden aangepast.
Deze tekst is voor het laatst aangepast op 30 maart 2006.
Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met:

Michel van der Plas
Stichting Papegaaienhulp   

 

top

=============//==============

 

   top Anti-oxydanten


Door de EG toegestane anti-oxydanten :
Nu komen we pas bij de echte boosdoeners als je het over pellets/brokken hebt. Antioxydanten zijn stoffen die o.a. het ranzig worden van vetten tegengaat. Er bestaan diverse natuurlijke antioxydanten zoals vitamine E en vitamine C.hoewel deze ook chemische zijn conserveren ze natuurlijk??? ja raar hè natuurlijk conserveren met chemische vitaminen. Maar er bestaan ook diverse chemische anti-oxydanten zoals Ethoxiquine, BHA en BHT. Ethoxiquine is een chemische stof die als pesticide wordt gebruikt. Deze stof is voor menselijke consumptie verboden maar helaas mag het in huisdierenvoeding gebruikt worden. Bijna alle voedingsfabrikanten gebruiken Ethoxiquie als antioxidant in hun vogelvoeders. Het is goedkoop! En in de dierenvoeding draait nu eenmaal alles om geld.... Bij onderzoeken naar Ethoxiquine is aangetoond dat het kankerverwekkend is. Het beïnvloed tevens de vruchtbaarheid en kans zelfs tot onvruchtbaarheid leiden. Ook wordt aangenomen dat Ethoxiquine epileptische aanvallen kan veroorzaken. BHA en BHT zijn chemische stoffen die het zenuwstelsel aantasten. Ook deze stoffen worden veelvuldig in brokken verwerkt om het ranzig worden van vetten tegen te gaan. brokken met Ethoxiquine, BHA en BHT bevatten dus letterlijk vergif! Nu zijn de voederfabrikanten heel slim en ook voor wat betreft deze stoffen proberen ze de regelgeving te omzeilen. Veel fabrikanten voegen het namelijk zelf niet toe en kunnen dan op de verpakking zetten: ´Geen chemische anti-oxydanten toegevoegd´. Als consument denk je daarmee een voer gevonden te hebben wat vrij is van deze giftige stoffen maar helaas is dat niet altijd waar. Als Ethoxiquine, BHT of BHA aan de grondstoffen is toegevoegd dan hoeft de fabrikant dit niet op de verpakking te vermelden de biologische bedrijven mogen deze grondstoffen niet gebruiken.....

top

=============//=============

 

top Voor een Dierenspeciaalzaak bij u in de buurt.

klik hier

Zoek op uw postcode .

 

top 

=============//==============


 Afrikaanse Grijze roodstaart papegaaien-slager gearresteerd!!

Kameroen:
Geplaatst op woensdag 28 maart 2012 - 14:48

-------------------------------------------------- ------------------------------
Cameroon: African grey parrot butcher arrested
-------------------------------------------------- ------------------------------


Walter Nana Wilson, AfrikaNieuws verslaggever in Buea, Kameroen

Een beruchte papegaai trapper, Roger Atangana, en drie van zijn handlangers, zijn opnieuw gearresteerd.
Atangana werd betrapt met 113 papegaai koppen, 43 dode papegaaien, 85 gerookte papegaaien,
13 levende papegaaien en 1650 staarten binnen het Lobéké National Park, in de oostelijke regio
van Kameroen. Twee motoren werden ook in beslag genomen van de stropers.

Atangana werd gearresteerd op 21 maart door rangers en leden van het Rapid Intervention Brigade Kameroen,
bekend in het Frans als BIR. Het World Wide Fund for Nature, WWF financiële en logistieke steun voor
de anti-stroperij operatie.

Dit is de zesde keer dat Atangana en co zijn gearresteerd in Lobéké, illegaal vangen en onthoofden de
Afrikaanse grijze papegaaien. De stroper is al vijf keer veroordeeld tot milde gevangenis variërend
tussen 25 dagen tot 6 maanden.

In 2008 gearresteerde de politie Atangana voor het bedreigen van het leven van rangers met een granaat.
Hij werd in de boeien geslagen en kreeg 5 maanden gevangenisstraf voor een militaire rechtbank in Yaounde.
Maar hij keerde terug naar het park in maart 2011, en werd opnieuw gearresteerd en veroordeeld tot
25 dagen in de gevangenis en veroordeeld tot een boete van FCFA 2.400.000, (EURO 3,664) te betalen
op 12 april 2011.

Volgens Mounga Abana, Conservator (park warden) voor Lobéké
National Park, is het Atangana geweest
die achter de slachting van een geschatte 10.000 papegaaien in Lobéké zit, tussen 2005 en 2012. 

"Lobéké
National Park was een veilige haven voor een groot aantal Afrikaanse grijze papegaaien.
Maar vandaag de dag is het aantal papegaaien sterk teruggelopen als gevolg van stroperij, legt Mounga uit.

De bedreiging van Grijze roodstaarten papegaaien is verergerd als gevolg van het onthoofden en het
plukken van de rode staartveren van deze vogel, in tegenstelling tot in het verleden, toen de vogels
werden gevangen en levend verhandeld. Het is nog niet duidelijk waarom stropers de koppen van deze
papegaaien afsnijden, maar een gearresteerde verdachte  die in februari 2008 met 353 koppen en 2000
staarten werd betrapt vertelde boswachters dat deze worden gebruik voor genezing van geesteszieke patiënten.

Kameroen ëxporteerd aanvankelijk een quotum van 12.000 papegaaien per jaar.
Maar als gevolg van stroperij, CITES (de Conventie inzake de internationale handel in bedreigde in het
wild levende dier-en plantensoorten) schortte de uitvoer van papegaaien uit Kameroen.

Kennis te nemen van deze kritieke dreiging, Cameroon's Ministry van Bosbouw en Wild, MINFOF in
december 2006, overgeboekt van de grijze papegaai van klasse B (gedeeltelijk beschermd) van klasse 'A'
(volledig beschermd) soorten. Capture wordt onderworpen aan een speciale toestemming van de Wildlife ministerie.

WWF is actief ondersteunen van pogingen tot instandhouding in Lobéké de afgelopen tien jaar.
Zacharie Nzooh, WWF Lobéké project manager, zegt dat hij hoopt dat de rechterlijke macht
Kameroen zal een volledige zin hard op de recidivist.

"We zijn op zoek naar een rechter om te helpen de grijze papegaaien te redden door dichtslaande
zinnen die zal afschrikken, eens en voor altijd, beruchte stropers uit decimeren deze prachtige vogel,
" Nzooh verklaard.

De verdachten zullen berecht in een rechtbank in Yokadouma, East Region van Kameroen.





 

top 

=============//==============

 

top  Duizend papegaaien in beslag


 

Wederom papegaaien in Kameroen in beslag genomen.

Bron: Newscore, 4 februari 2010

Het lijkt niet te stoppen maar nadat er eind 2009 al 300 papegaaien in beslag genomen zijn er eind Januari wederom 700 papegaaien op het vliegveld in beslag genomen. Vermoedelijk waren het hoofdzakelijk Grijze roodstaarten. Ambtenaren vonden de vogels die in 14 kratten waren samengepakt. Een deel van de vogels waren al overleden. De overgebleven vogels werden aan het ministerie van Wildlife overhandigd om daarna naar een zoologisch park in Limbe, in het zuidwesten van het land gebracht te worden. Helaas slaagde de politie er niet in om de smokkelaars in de kraag te grijpen omdat ze vermoedelijk al getipt waren ( door medewerkers van de vlieghaven ) over de politie actie. De uiteindelijke bestemming is onbekend gebleven. Kameroen heeft de officiële export stilliggen in afwachting van veldonderzoek naar de populaties wilde papegaaien.

=============//==============

vr 05 feb 2010

Douala - Douanebeambten op een vliegveld in Kameroen hebben meer dan duizend papegaaien in beslag genomen. De smokkelaars waren van plan de grijze roodstaarten vanuit het West-Afrikaanse land naar de golfstaten Bahrein en Koeweit te brengen, zo maakte natuurbeschermingsorganisatie Wildlife Direct vrijdag bekend.

„Het is de grootste lading papegaaien die ooit in Kameroen in beslag is genomen”, aldus een woordvoerder van het opvangcentrum waar de papegaaien naar toe zijn gebracht. De vogels bevonden zich al enkele dagen in een container, voordat de douane de vondst deed. Enkele tientallen dieren hebben het niet overleefd.

Grijze roodstaarten zijn internationaal zeer gewild als huisdieren. De handel in de vogels is aan strikte regels gebonden om de populaties in het wild te beschermen.

 

=============//==============

 

 

top                                   Imported African Parrots

De Europese grenzen zijn per 1 juli 2007 gesloten voor de import van vogels uit alle overige delen van de wereld. Wij zullen het in de toekomst dus nagenoeg moeten doen met wat er nu bij liefhebbers aanwezig is. Kweken is daarom de boodschap!!

Ik heb dit stukje geplaatst zodat u een idee kunt krijgen wat er zo al geimporteerd werd aan Afrikaanse papegaaien, in dit geval Grijze roodstaarten en senegal papegaaien. Ook kunt u onder soorten bij iedere soort de vanglijsten bekijken.

Land van herkomst

Cameroon

Democratic Republic of the Congo

Guinea   

Guinea Bissau

Liberia

Mali

Senegal

Sierra Leone

soorten

Grijzeroodstaart

Grijzeroodstaart

Senegal papegaai

Senegal papegaai

Timneh Grijze roodstaart

Senegal papegaai

Senegal papegaai

Timneh Grijze roodstaart

aantallen imports 2001

12.000

10.000

9,000

7,000

3,000

19,000

16,000

2,000

De tijdelijke importstop voor vogels, die vanwege het gevaar voor vogelgriep werd ingesteld, heeft de levens van honderdduizenden zeldzame en exotische vogels gered.  Dit verklaarde de RSPB . Lees verder…

top

============//=============

 

Toename illegale vogelimport gevaarlijk .

top

 

Gepubliceerd op donderdag 30 november 2006 16:00

(Novum) - De illegale invoer van wilde vogels is enorm toegenomen door de strengere importverboden in de Europese Unie na de vogelgriepepidemie. De onwettige handel in de wilde vogels is lucratief geworden, stelt de Europese vereniging van importeurs van vogels en levende dieren donderdag.

Volgens voorzitter Rinus Borgstein van de vereniging vormt de illegale handel een ernstige bedreiging voor de gezondheid, omdat er meer zieke vogels Nederland binnenkomen. Hij schat het aantal illegaal geïmporteerde uitheemse vogels in de EU sinds de nieuwe importverboden begin dit jaar op tienduizend. Daarvan zijn er volgens hem vele honderden in Nederland ingevoerd. Ook in ons land komen er behoorlijk wat vogels binnen, in alle soorten en maten. Ze worden niet gecontroleerd op ziektes en worden vaak onder erbarmelijke omstandigheden vervoerd.
 

De prijzen van wilde vogels zijn na de striktere importregels enorm gestegen, zegt Borgstein. Een roodstaart papegaai kostte vroeger honderd dollar. Vorige week hoorde ik dat er vierhonderd zijn verkocht voor 250 doller per stuk. De illegale vogelhandel verloopt volgens Borgstein meestal niet via internet, maar via mond-tot-mondreclame.

EU-commissaris Markos Kyprianou voor volksgezondheid wil de zakelijke import van wilde vogels beperken tot dieren afkomstig uit nog minder landen, zoals Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en Chili. Dat zijn voor ons als importeurs oninteressante landen. De plannen van Kyprianou lossen niets op en maken de risico's alleen maar groter, doordat er tienduizenden vogels via illegale kanalen binnenkomen, zegt Borgstein.

Bron: Elsevier


                                                                             
top

==================//==================



Life verslag uit Afrika:


Interview met een papegaaienonderzoeker  Steve Boyes, een wildernisgids en student zoölogie aan de Universiteit van KwaZulu/Natal, Zuid-Afrika, beantwoord vragen over zijn ervaringen bij het bestuderen van de Meyer´s papegaai. Steve werkt tegenwoordig voor de World Parrot Trust aan een lobby om de wildvang vogelhandel in Afrika te verbieden en het schrijven van zijn doctoraal zoölogie in Pietermaritzburg, Zuid-Afrika. Dit zijn een paar inzichten over het leiden van het Meyer´s Papegaaien Project in de Okavango Delta. Hoe raakte je in eerste instantie betrokken bij onderzoek naar papegaaien in Afrika? Sinds mijn jeugd ben ik geïnteresseerd in het Afrikaanse vogelleven en mijn ouders zorgde ervoor dat wanneer mogelijk we in de wildernisgebieden waren van Zuid-Afrika en Namibië om zoveel mogelijk te leren en in ons op te nemen. Als jonge enthousiaste vogelaar is één van de makkelijkste roep om te herkennen de contactroep van de Poicephalus papegaai, voor mij de Meyer’s en de Bruinkop papegaaien Poicephalus cryptoxanthus in het Kruger National Park, Zuid- Afrika. Ik herinner me dat ik altijd op deze hoogtonige contactroep reageerde iedere keer als ik hem hoorde, herhaaldelijk degenen om me heen er op attent makend dat er een papegaai was overgevlogen, een gewoonte die ik 20 jaar later zeer bruikbaar vond. Dus de genegenheid om de Meyer’s papegaai te bestuderen was altijd al aanwezig. Ik woonde al 18 maanden in de Okavango Delta, waar ik werkte voor de Wilderness Safari als kampmanager en gids, toen Professor Perrin van de Universiteit van KwaZulu-Natal, ontdekte dat ik me in de Okavango ophield, hij benaderde me met het aanbod mijn doctoraal zoölogie te halen over de Meyer’s papegaai. Natuurlijk sprong ik op deze mogelijkheid in en mijn betrokkenheid bij bescherming van en het onderzoek naar de Afrikaanse papegaai is sindsdien alleen maar toegenomen. Waarom zijn jij en je team zo
enthousiast over het werken met de Meyer’s papegaai? Meyer’s papegaaien Poicephalus meyeri hebben het grootste verspreidingsgebied dan ieder andere Afrikaanse papegaai, de lengte van Afrika van Zuid-Afrika helemaal omhoog tot het zuiden van Soedan. Hij is verreweg de meest voorkomende papegaai in Afrika, het best geschikt voor de huidige klimatologische omstandigheden en de overwegend savanne struikgewassen in zuidelijk en oostelijk Afrika. Eigenlijk is de Meyer’s papegaai een specialist in het aanpassen, die het bij het rechte eind heeft, gezien de huidige habitatomstandigheden in Afrika! Dit is de belangrijkste papegaai in Afrika en door het ecologische mechanisme te begrijpen wat zijn succes ondersteunt over het hele continent is fundamenteel voor de ontwikkeling van een beschermingsplan voor alle Afrikaanse papegaaien. De Meyer’s papegaai zou inzicht kunnen verschaffen over de beperkte verspreiding en omstreden status van andere Poicephalus papegaaien, zoals de Kaapse papegaai Poicephalus robustus, Niam-Niam papegaai Poicephalus crassus, Geelmasker papegaai Poicephalus flavifrons, Rüppel’s papegaai Poicephalus ruppellii en de Kongo papegaai  Poicephalus gulielmi. Bovendien is de Meyer papegaai een fascinerende, intelligente en interactieve vogel die je altijd doet verrassen en verbazen. Je eerste rustige ervaring in een boom en een pop Meyer’s papegaai je voorzichtig observeert en dan aanneemt dat je waarschijnlijk geen gevaar betekent is heel emotioneel. In dit opzicht en die stilte realiseer je je dat ze zelfbewust en complex van karakter is. Ze taxeert je écht. Na jaren in het project door broedparen apart te onderscheiden (door gebruikmaking van unieke teugelkentekenen) begonnen we tevens uitgesproken karakteristieken in de vogels afzonderlijk te zien – dapper, nerveus, onverschillig, agressief etc. Het feit om iedere soort van dichtbij te leren kennen is heel opwindend en stimulerend. Bij wat voor soorten ander werk ben je betrokken? Ik werk op dit moment voor de World Parrot Trust om de import van wildvang vogels naar Zuid-Afrika een halt toe te roepen, in het bijzonder de Grijze roodstaart Psittacus erithacus en de Senegal papegaai Poicephalus senegalus. We werken samen met NGO’s, kwekers en importeurs om onnodige vijandigheden te vermijden als we ons standpunt aan de regering voorleggen. Voor meer informatie hierover neem dan contact op met: boyes@worldparrottrust.org
Bovendien ben ik bezig met de aanvang van het Okavango Nesting Project met het Botswana Department of Wildlife & National Parks en University of Botswana door te kijken naar de nestbiologie van alle in nestholtes broedende vogels, zoogdieren en reptielsoorten in de Okavango Delta.
Vertel ons eens een bijzonder memorabel verhaal uit de jaren van het project? Er is een bijzonder hartverscheurend verhaal. Het paar (boven)was het liefdesverhaal van het researchproject, omdat ik hun broedactiviteiten drie seizoenen had gevolgd. In 2004, identificeerde ik deze papegaaien afzonderlijk door gebruikmaking van hun gele koptekeningen. Dat eerste seizoen brachten ze twee jongen groot, waarbij ze waarschijnlijk een verspeelde door de enorme regenval en het daaruit voortvloeiende gebrek aan proteïne voor snelle groei van het kuiken dat jaar. In 2005, nestelden ze
opnieuw, maar deze keer verloren ze hun kuikens door een onbekende predatie gebeurtenis nadat ze waren uitgekomen. In 2006, miste ik ze omdat ik werkte voor de University van California, Berkeley. Toen ik in 2007 aankwam, was ik heel benieuwd om te zien of ze nog steeds samen waren en dezelfde nestholte gebruikte. Dat was zo en zodoende werden ze de sterren van het veldseizoen van 2007. We verwachtten dat het uitkomen ging plaatsvinden, dus bezochten we de nestholtes dagelijks. Op een morgen, kreeg ik een telefoontje van een van de vrijwilligers, die me vertelde dat er iets verschrikkelijk verkeerd was in deze nestholte. De man schreeuwde wild aan de ingang van de nestholte, maar ging niet naar binnen. Daarna voegden zich twee andere papegaaien bij hem, die aan de chaos meededen. Ze waren zó opgewonden dat het af en toe leek of ze met elkaar aan het vechten waren. Na twee uur observeren stak een genetkat zijn kop uit de holte (onder), zodoende bevestigend dat de pop en de eieren waren vernield. Bij inspectie van het nest een week later, ontdekten we dat ze samen met één uitgekomen jong en twee niet uitgekomen jongen was gedood. Het was verschrikkelijk te zien hoe de man in de boom bleef roepen. Hij bleef er drie dagen, terwijl hij tot laat in de avond bleef roepen. We zagen hem zelfs van ellende in het maanlicht rondvliegen. Deze papegaai was zelfbewust en hield van zijn partner – dit was meer dan paarvorming, ze waren een koppel voor het leven. Wat zijn een
paar van de vervullingen van het Meyer’s papegaaienproject in de afgelopen tijd? In januari 2007 hebben we ons eerste onafhankelijke onderzoekskamp opgezet. Het kamp geeft ons de mogelijkheid om vrijwilligers te huisvesten en ieder moment dat we wakker zijn aan het papegaaienonderzoek te wijden en bescherming d.m.v. educatieve programma’s, lezingen aan toeristen en het aantrekken van professionele gidsen in de Okavango Delta. Het veldseizoen van 2007 werd mogelijk gemaakt door een donatie van de British Ecological society en verschillende privé donateurs, in het bijzonder Julie Drier uit de Verenigde Staten. Op 5 februari is het kamp gedoopt als “Vundumtiki Parrot Camp”. “Vundumtiki” betekent één kleine vis”- een zin uit een Bayei folklore verhaal van het eiland. Vundumtiki Island ligt op het knooppunt van de Maunachira en Kiankiandavu Channels in het noordoosten van Okavango Delta, Botswana. Dit is één van de meest afgelegen locaties in het Okavango Delta systeem. Het ligt 3 uur van het dichtstbijzijnde vliegveldje en 15 tot 48 uur van Maun, de dichtstbijzijnde stad (300km)  een écht wildernisgebied. Voor ons intensieve onderzoeksprogramma tijdens het belangrijkste broedseizoen tussen januari en juli 2007 hadden we om de beurt twee tot vier vrijwilligers kamperen. Ze hadden allemaal uiteenlopende ervaringen die van invloed waren op hun leven.

 

 

 

 

 

 

“Vundumtiki Parrot Camp” is de thuisbasis voor het Meyer’s Parrot Project. Vundumtiki Island ligt naast Maunachira Channel in het Okavango Delta systeem .

Wat dragen vrijwilligers bij aan het project?

 In principe maakt de vrijwilliger deel uit van het team en is betrokken bij alle aspecten van het project en wonen in het kamp (waaronder wassen, hout sprokkelen, koken etc.) Het veldseizoen van 2007 was gericht op het belangrijkste nestseizoen. Vrijwilligers draaiden in ploegen van 5 uur om de nestholtes te observeren, dwars door het oerwoud met een gids die gediplomeerd was om in de “Big-5” te lopen met gasten en het klaarmaken en schoonmaken van onderzoeksmateriaal. Vrijwilligers versterkten het team voor tenminste een maand en allekosten in het kamp werden vergoed. Wat de vrijwilligers alleen maar hoefden te doen was naar Maun komen daar vlogen we ze vandaan. De vrijwilligers waren meestal jonge studenten die geïnteresseerd waren in ecologie en kwamen zelfs van de University of Arizona, USA. Het leven in de Okavango wildernis is onvoorspelbaar en consequenties als er iets verkeerd gaat zijn definitief. We moeten uiterst voorzichtig zijn in ons doen en laten. Desondanks hadden de meeste vrijwilligers diverse ervaringen die van invloed waren op hun leven tijdens het project. Tussen hun verhalen waren aangevallen door olifanten, leeuwen die een buffel doden bij een nestplaats, samen met de plaatselijke leeuw een douche nemen en zich beschermen tegen een horde bavianen op het eiland. Gelukkig raakte niemand gewond, alleen de plaatselijke hyena toen er planken op hem ineen zakten (ik denk dat de planken slechter af waren dan de hyena). Allemaal bedankt die zo hard gewerkt hebben om het kamp op te zetten, zo geduldig waren bij de 10-uurs observaties en zo dapper bij de rimboewandelingen, dat alles voor onderzoek en bescherming van papegaaien. Voor mij was hun betrokkenheid tweeledig, waarbij ik hun een persoonlijke relatie wilde leren en vormen met de papegaaien en ook het gevoel bijbrengen voor de plek in een wildernisgebied weg van de invloeden van buitenaf. Wat waren je belangrijkste resultaten? Gebaseerd op observaties tussen 2004 en 2007 werd duidelijk dat het vermijden van onderlinge strijd door het kiezen van specifiek seizoenvoedsel en broedstrategieën centraal stond om antwoord te geven op een belangrijke vraag voor de aanvang van het project. “Welke factoren stellen de Poicephalus meyeri in staat om zo “succesvol” te zijn in hun natuurlijke habitat?” Gedurende de eerste twee jaar van het Meyer’s Parrot Project waren we gefocust op hun voedselecologie, habitatvoorkeur en specifiek gedrag (b.v. broedseizoenen, verzorging, onderlinge verzorging, slapen etc.) m.b.t. regenval per seizoen, bronnen van overvloed en de jaarlijkse overstromingen in het studiegebied. In 2006 deed ik dataverwerking aan de University of California, Berkeley, in het lab van Prof. Steve Beissinger, genereerde fondsen en ontwierp projectplannen voor het veldseizoen van 2007. De tijd in Berkeley veranderde de manier waarop ik tegen ecologisch onderzoek aankijk en maakte het noodzakelijk dat ik terugkeerde naar Vundumtiki. Belangrijke ontdekkingen in de drie jaar in het veld houden in: Meyer’s papegaaien sporen bronnen op door overvloed en vermijden strijd met andere vruchtenetende vogels en primaten. Ze schreeuwen als ze geschikte voedselbomen vinden en zaden van onrijpe vruchten ontdekken en plaatsen met peulvruchten die onbereikbaar zijn voor ander zaadeters. Ze kunnen uiterst harde noten kraken van de Marula Scherolcarya birrea, Mokolwane palm Hyphaene petersiana en Baobab Adansonia digitata vruchten, zodoende exclusief toegang hebben tot de proteïnerijke zaden. Dit gedrag wordt niet waargenomen bij andere vogels in de Okavango Delta of Poicephalus papegaaien ergens anders in Afrika. Er werd het hele jaar gebroed, maar 95% van de broedactiviteiten viel binnen de periode maart-juli (d.w.z. de wintermaanden). Dit leek samen te vallen met het einde van het natte seizoen, het begin van de overstroming, het einde van de broedactiviteiten bij de Grote glansspreeuw Lamprotornis australis (zodoende concurrentie met deze grote, agressieve holenbroedende vogelsoort te vermijden) en een piek in het teisteren van het Marula fruit, de Vaalboomknoppen Terminalia sericea, Kierieklapper Combretum hereronse en de knoppen van de Mopane Colophospermum mopane door parasietenlarven, voedsel wat ze bijna uitsluitend eten. Wat zijn je verwachtingen voor de toekomst van het project? Op het ogenblik heb ik jet druk met mijn doctoraal te schrijven aan de University of KwaZulu-Natal hier in Zuid-Afrika, waarna ik graag zou teruggaan naar de Okavango Delta om mijn werk voort te zetten aan de Meyer’s papegaai met het Research Centre for African Parrot Conservation tot het einde van het jaar. We hebben een driejarig contract voor onderzoek en verblijf van de Office of the President in Botswana en toestemming van Wilderness Safaris Botswana voor dezelfde periode om Vundumtiki Island te gebruiken. We hadden in 2007 beperkt succes bij de 105 nestboxen die we hadden opgehangen rond het studiegebied. We maakten gebruik van 6 verschillende nestboxontwerpen, maar bereikten geen broedsucces in de nestboxen. We hopen variaties op het meest succesvolle ontwerp van het broedseizoen van 2007 te testen om zodoende een nestboxontwerp te ontwikkelen dat gebruikt kan worden in andere gebieden waar, vanwege houtkap, zich geen geschikte nestholtes bevinden. Zoals bij iedere ander project van deze soort, voorzien vragen in hun eigen behoefte omdat ontdekkingen óf huidige veronderstellingen ondermijnen óf nieuwe mogelijkheden openen voor onderzoek. Op dit moment train ik Zenzele Mpofu van het Department of Wildlife & National Parks om het project van me over te nemen als ik klaar ben aan het einde van het jaar, zodat we een onderzoekstation voor lange termijn opzetten en onze visie mogelijke uitbreiden naar andere vogelsoorten. Ik wil graag wat ik geleerd heb tijdens mijn studie van de Meyer’s papegaai toepassen op andere Afrikaanse vogelsoorten, om zodoende de veronderstellingen over hen resulterend uit deze studie . Het is tevens mijn droom en interesse om, tegen 2010, een “African Parrot Expedition” van negen maanden te kunnen ondernemen waarbij alle geïdentificeerde brongebieden voor alle Afrikaanse papegaaien-populaties, en tijd door te brengen om hun broedgedrag, status en beschermingsbiologie (vooral voorvallen van mensenpapegaaien conflicten en de handel) te taxeren, terwijl we fotograferen, ringen en bloed afnemen van alle soorten en ondersoorten om zodoende voor eens en altijd het verhaal van de Afrikaanse papegaaienevolutie en biogeografie af te ronden. Ik zou alle correspondentie m.b.t.mogelijke samenwerking of steun voor dit initiatief op prijs stellen. Zoals altijd het geval is zijn we afhankelijk van fondsen van onder-steunende bedrijven en charitatieve donaties van privépersonen. Met dit doel wil ik charitatieve donaties vragen voor het project aan de World ParrotTrust. Heb je tot slot nog wat te zeggen aan de lezers? Antoine de Saint Exupery zei: Velen zijn deze natuurgetrouwheid vergeten, maar je moet het niet vergeten. Je blijft voor altijd verantwoordelijk voor wat je hebt getemd”. Laten we de wildvanghandel een halt toe roepen, omdat we al meer hebben dan we aankunnen, zoals men kan zien in de opkomst van de Gabriel Foundation in Denver, die toegewijd zorg draagt voor verstoten gezelschapspapegaaien. De moderne avicultuur is nu genoeg ontwikkeld om in vraag van de internationale vogelhandel te voorzien, zodoende de natuurlijke menselijke nieuwsgierigheid in alle mooie dingen te bevredigen en natuurlijk onze wens voor onvoorwaardelijk gezelschap en de vrede die we voelen bij de aanwezigheid van een dier. Een totale stop op de wildvang vogelhandel is niet alleen een noodzaak van economisch en beschermingsbelang, maar ook een ethische.


In dit deel van Afrika is de meest veilige plek om door de verrekijker te staren voor het observeren van nesten op het dak van de Landrover.

Projectvrijwilligers hebben opwindende en onvoorspelbare ervaringen als ze ondergedompeld zijn in het project en de omgeving. Hoewel er interesse was, hebben we geen broedsucces met de nestboxen tot nog toe.             

 

 

 

We hopen dat de boxen de komende seizoenen gebruikt gaan worden, om gemakkelijker de groeiende nestlingen te bereiken. Wilgenrupsen zijn de belangrijkste dieetbestanddelen tijdens het broedseizoen. Het hoge proteïnedieet stopt twee weken voor het uitvliegen, waarna de kuikens vegetarisch zijn.

 

 

 

 

       Vertalingen

Ria Vonk - Willemstad

 

top

==================//==================

 

top.                 Meer info over Cites

CITES staat voor de ‘Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora’. Wereldwijd kent CITES een kleine 180 leden, waaronder alle lidstaten van de Europese Gemeenschap en dus ook Nederland

Door middel van vergunningen en certificaten wordt de (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren gereguleerd. In Nederland wordt de CITES-regelgeving uitgevoerd door het CITES-bureau. Het CITES-bureau is onderdeel van Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Voor wie?
Veel mensen hebben beroepshalve of hobbymatig met beschermde planten en dieren te maken. Bijvoorbeeld:

- U koopt een papegaai in een dierenwinkel

- U neemt een souvenir mee van vakantie.

- U exporteert bloembollen;

- U kweekt en handelt bedrijfsmatig in vogels;

- U fokt hobbymatig reptielen;

- U neemt een schildpad over van een familielid die er niet meer voor kan zorgen.


CITES-regelgeving
Op internationaal niveau zijn de bedreigde soorten opgenomen in drie verschillende bijlagen. De bijlage waarin een soort is opgenomen bepaalt of internationale handel is toegestaan en zo ja, onder welke voorwaarden.

De Europese Gemeenschap heeft de CITES-regelgeving vastgelegd in verordeningen. De Europese regelgeving kent naast de CITES-vergunningen het EG-certificaat voor eigendomsoverdracht en commerciële handelingen binnen de Europese Unie.

In Nederland is de Flora- en faunawet van kracht. Door deze wet kan CITES uitvoering geven aan de Europese regelgeving en zijn overtredingen strafbaar gesteld. De Flora- en faunawet kent een verbod op ‘het onder zich hebben’ van bepaalde soorten. Voor particulieren geldt bijvoorbeeld een algeheel verbod op het houden van apen en de meeste katachtige.

Waar kan ik een CITES vergunning of certificaat aanvragen?
U kunt een aanvraag voor een CITES vergunning of certificaat indienen bij het CITES-bureau. Op de internetsite www.minlnv.nl\loket vindt u meer informatie over CITES in het algemeen, wet- en regelgeving en wordt uitgelegd hoe u een vergunning of certificaat kunt aanvragen. Kies bij onderwerpen voor ‘Vergunning en ontheffing’ en ‘CITES’. U kunt ook contact opnemen met het LNV-loket op 0800-2233322

Informatie over CITES.
Ministerie van landbouw natuur en voedselkwaliteit (LNV)
Telefoon: 078 - 6395101
E-mail: cites@minlnv.nl

top

=================//================


top      Europarlement wil invoer

          wilde vogels beperken.

Telegraaf di 27 feb 2007, 11:05

BRUSSEL - De import van wilde vogels zoals papegaaien moet strenger, vindt de verantwoordelijke commissie van het Europees Parlement. De parlementsleden willen verder gaan dan een voorstel van de Europese Commissie om de invoer te beperken tot enkele gebieden.

„Het risico is dat die gebieden dan vogels doorvoeren vanuit andere illegale gebieden”, verwoordde Dorette Corbey (PvdA) dinsdag het gevoel van de commissie milieu en gezondheid. „We willen ook dat alleen gecertificeerde bedrijven de vogels mogen vangen. Dat moet voorkomen dat bedreigde soorten verder wegkwijnen. Of dat de vangers nare dingen zoals lijmstokken gebruiken voor de vangst.” De Europese Unie beperkt sinds 2005 de invoer van wilde vogels met tijdelijke maatregelen. Het nieuwe voorstel moet dat omzetten in een vaste regeling. De importbeperking moet zowel het vogelgriepvirus H5N1 buiten Europa houden als bedreigde vogels beschermen.

top

========================================================

 

top                                                         Toezeggingen CITES

 

Kamerstuk | 19-01-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DN. 2005/4115
datum : 19-01-2006
onderwerp : Toezeggingen CITES
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer over CITES op 16 maart 2005 en het Voortgezet Algemeen Overleg van 24 maart 2005 heb ik u twee toezeggingen gedaan.
Per brief van 13 juni jl. (TRCJZ/2005/1839) heb ik u op de hoogte gebracht van de stand van zaken op dat moment. Met deze brief informeer ik u over:

Mijn conclusies inzake het rapport van de Stichting Papegaaien en Parkieten Welzijn over een nulquotum voor in het wild gevangen vogels;
Bestrijding van de illegale ivoorhandel;
Voorbereidingen CoP14.
1. Importverbod op uit het wild gevangen vogels.
Het rapport van de Stichting Papegaaien en Parkieten Welzijn gaat in op de gevolgen van het uit de natuur vangen van papegaaien. Eerder ontving ik ook oproepen van diverse NGO's via de World Parrot Trust, die pleiten voor een complete importstop op uit het wild gevangen vogels. Ik heb het rapport en de oproepen bestudeerd. Wegens het technische karakter van het rapport en de specifieke expertise die vereist is om het goed te kunnen beoordelen, heb ik het rapport ook voorgelegd aan de onafhankelijke commissie bedreigde uitheemse dier en plantensoorten. Mijn bevindingen komen overeen met de conclusies van deze commissie.

Conclusies rapport
Een aantal conclusies in het rapport van de Stichting Papegaaien en Parkieten Welzijn kan ik onderschrijven:

Het behoud van soorten in de natuur verdient de voorkeur boven fok in gevangenschap.
De hoogte van prijzen van vogelsoorten is grotendeels bepalend voor de mate waarin de soort wordt bedreigd. Een actieve bescherming ter plaatse leidt tot een geringere mortaliteit door verstoring van nesten. In het rapport wordt ook een vergelijk getrokken met het importverbod dat de Verenigde Staten hebben zoals vertaald in de Wild Bird Conservation Act van 1992  (WBCA). Die vergelijking gaat mijns inziens mank. De Verenigde Staten kunnen vanwege hun belangrijke positie op het Amerikaanse continent gemakkelijker enkelzijdig maatregelen treffen. Overigens voorziet de WBCA in de nodige uitzonderingen. Nederland heeft binnen de EU rekening te houden met tal van lidstaten, waarbij regelgeving tot stand komt door middel van dialoog.

Reactie op het rapport
Laat ik voorop stellen dat ik de bezorgdheid van de Kamer deel. Uw en mijn doelstelling is beleid te ontwikkelen dat het beste is uit het oogpunt van soortenbehoud. Na het rapport grondig bestudeerd te hebben, blijf ik van mening dat verdere invoerbeperkingen vanuit Nederland dan de huidige onder de bestaande EU-regelgeving niet wenselijk zijn. Onderstaand zet ik uiteen welke aanvullende redenen, die niet in het rapport vermeld zijn, mij tot deze conclusie leiden.

Een permanent importverbod van papegaaien zet geen rem op de illegale handel, want het is aannemelijk dat de ongereguleerde handel toeneemt door het prijsopdrijvend effect dat zal ontstaan omdat vogels niet meer legaal te verwerven zijn. In de praktijk zien we dat in landen waar al lang een uitvoerverbod geldt, stroperij blijft plaatsvinden ( bush meat, lokale handel). Tenzij er goede en betaalbare alternatieven zijn, zoals gekweekte vogels, zal een totaalverbod ook voor een aantal vogelimporteurs de motivatie weghalen om vogels op een legale en duurzame manier te betrekken. Uit ervaringen met andere landen blijkt dat uit het wild gevangen vogels met behulp van valse verklaringen worden ingevoerd of erger, zonder CITES-documenten het land worden binnengesmokkeld, vaak onder dieronwaardige omstandigheden.

Een verbod zal de motivatie ondermijnen om ter plaatse beschermende maatregelen te treffen. De gevolgen kunnen verstrekkend zijn. Verschillende vormen van landgebruik concurreren immers met elkaar. Als het economisch nut komt te vervallen is het niet denkbeeldig dat er andere, economisch interessantere vormen van landgebruik intrede zullen doen (ontbossing, veeteelt, verbouwen van soja) met desastreuze effecten op de leefgebieden van vele soorten ter plaatse. De duurzame handel in vogels verschaft veel armen in minder ontwikkelde landen een inkomen en is tegelijkertijd een goede stimulans om deze vogels en hun habitat te beschermen. We dienen ons hierbij te realiseren dat papegaaien - waarin de bulk van de handel plaatsvindt - ook landbouwgewassen eten. Veel lokale bewoners hebben dan ook een reden nodig om deze soorten niet te bejagen.

Verder heb ik ook bedenkingen van bestuurlijke aard. Ten eerste is een enkelzijdig importverbod strijdig met het EG-verdrag (ook strijdig met het CITES-verdrag). Als lidstaat maakt Nederland onderdeel uit van een grote gemeenschappelijke markt met als kenmerk het ontbreken van binnengrenzen. Ten tweede is het twijfelachtig of een (enkelzijdig) importverbod WTO-conform is. En ten derde is het een misvatting dat het handhaven van een totale importstop eenvoudig is. Door de toename van de illegale handel zullen er allerlei wegen gezocht worden om vogels te smokkelen. Dit doet een groot beroep op instanties met opsporings- en handhavingstaken.

Handhavingsaspecten
Tijdens het AO van maart jongstleden heb ik mij ook bezorgd getoond over het niet meer beschikken over quarantaine maatregelen in geval van een permanent importverbod. Door niet gereguleerde handel in vogels ontstaan er juist grotere risico's voor de insleep van besmettelijke dierziekten. Met de geldende quarantaine maatregelen kunnen we deze risico's succesvol inperken, zoals onlangs ook is gebleken in Engeland.

Het is overigens niet zo dat er een grote stroom ongereguleerde handel van CITES-geregistreerde vogels plaatsvindt. De handel in veel CITES-erkende soorten is reeds lang verboden. Deze soorten staan op Annex I van de CITES-regelgeving en op bijlage A van de EU-Verordening. Gereguleerde handel is toegestaan met de doorgaans minder bedreigde soorten. Deze staan vermeld in Annex II (bijlage B van de EU-Verordening). Import van Bijlage B-soorten vereist een importcertificaat, dat pas wordt afgegeven nadat een exportcertificaat is ontvangen. Deze procedure biedt het importerende land de morgelijkheid de echtheid en juistheid van het afgegeven exportcertificaat te verifiëren. Een importcertificaat wordt geweigerd als de Nederlandse Wetenschappelijke Autoriteit concludeert dat door de import de desbetreffende soort in haar voortbestaan wordt bedreigd. Op EU-niveau worden deze adviezen afgestemd op basis waarvan de Europese Commissie bindende tijdelijke importstops kan publiceren. Deze aanpak dwingt betrokken staten tot overleg om tot een betere bescherming ter plaatse van de betreffende soort te komen.

Conclusie regering
Alles afwegende herhaal ik mijn conclusie dat het rapport mij niet heeft kunnen overtuigen dat een Nederlands importverbod de beste garanties biedt voor het voortbestaan van vogels in het wild. Niettemin ben ik bereid, zoals ik ook al eerder aangaf, te bezien of een EU-breed importverbod wel die garanties kan bieden.

2. Bestrijding van de illegale ivoorhandel
Ik heb u toegezegd dat ik contact op zou nemen met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking om te bezien of er mogelijkheden zijn om met behulp van lokale programma's ook de bestrijding van illegale ivoorhandel te ondersteunen. Hierover kan ik u het volgende berichten. De implementatie van het CITES-verdrag heeft in specifieke gevallen een directie relatie met armoedebestrijding. In deze relatie moeten mogelijkheden voor ondersteuning ook gezocht worden.

De mogelijkheid voor ondersteuning van lokale programma's wordt getoetst aan het Beleidsprogramma Biodiversiteit Internationaal ( BBI). De prioriteiten van het beleid over internationale biodiversiteit en de rol van CITES zijn hierin verwoord. Daarbinnen bestaat een financieel instrument dat gezamenlijk door de ministeries van LNV en OS wordt beheerd. De mogelijkheid bestaat om activiteiten op het gebied van armoedebestrijding en CITES te ondersteunen met dien verstande dat OS het programma zal toetsen op de bijdrage aan armoedebestrijding ter plaatse. Ik heb vooralsnog geen verzoeken voor ondersteuning van projecten en/of programma's ontvangen.

3. Voorbereiding CoP14
Tenslotte kan ik u over de voorbereidingen voor CoP 14 het volgende melden. Onlangs zijn in overleg met het CITES-secretariaat de datum en locatie vastgesteld. CoP 14 zal plaatsvinden van 3 tot en met 15 juni in het World Forum Convention Center (WFCC) in Den Haag, voorheen bekend onder de naam Nederlands Congres Centrum (NCC).

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman                                        

top

=========================================================================

 

top         Teflon toxicose bij vogels.

Waarschuwing voor Teflon vergiftiging.
Staan de kerstdagen weer voor de deur. Dan is dit bij uitstek de gelegenheid om eens gezellig met familie of vrienden te gourmetten. Maar pas wel even goed op als u een huiskamer vogel bezit. Lees het onderstaande stukje even goed door, want uw vogel(s) kan overlijden door het gourmetten! Sinds het gourmetten populair is geworden, weten we wat teflon vergiftiging is. Plotseling werden dierenartsen geconfronteerd met vogels die overleden zonder ooit ziek geweest te zijn. Als de omstandigheden waaronder de vogel overleden was werden nagegaan, bleek het steeds te gaan om vogels die waren overleden na een avondje gourmetten. Als de gestorven dieren werden nagekeken bleken zij altijd massale longbloedingen te hebben. Toch kon er geen bacterie, gist of virus aangetoond worden. Daardoor kwam men al snel op het idee dat het om een vergiftiging zou gaan. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Teflon is het laagje dat aan de binnenkant van zogenaamde anti-aanbakpannen wordt aangebracht en wat ook op de meeste gourmetpannetjes zit. Als teflon sterk verhit wordt komt er damp uit vrij. Vogels (niet alleen papegaaien maar ook bv kanaries en de meeste andere vogelsoorten) zijn extreem gevoelig voor deze damp. Als zij dit inademen ontstaan er uitgebreide bloedingen in de longen waar de vogels in het algemeen zeer snel aan overlijden.

 

In principe is het af te raden om anti-aanbakpannen te gebruiken in dezelfde ruimte waar vogels verblijven. Toch is het niet zo dat bij ieder gebruik van een anti-aanbakpan een vogel vergiftigd zal worden. De schadelijke damp komt slechts vrij als de temperatuur van de pan zeer hoog wordt. Dit komt het meeste voor als een anti-aanbakpan leeg op het vuur staat.

 

 

Omdat bij gourmetten ieder zijn eigen pannetje heeft, komt het bij gourmetten vaak voor dat er een tijdje een pannetje leeg op de verhittingsplaat staat. Daarom is gourmetten in een ruimte waar ook de vogels verblijven ten strengste af te raden. Ook als er gebruik wordt gemaakt van anti-aanbakpannen of tostie apparaat in een keuken waar vogels verblijven, kunnen zij beter even verplaatst worden totdat het gevaar geweken is.

Dr. Hans De Wandeler  (B)

 

 

top


========================================================================================================

top                                           PvdD wil importverbod

in het wild gevangen vogels.

Partij voor de Dieren


PvdD roept samen met 200 dierenbeschermingsorganisaties de EU op een einde te maken aan de import van in het wild gevangen vogels 10-12-2004

10 december 2004- Een oplopend gevaar voor besmettelijke ziekten en groeiende zorgen voor het voortbestaan van soorten hebben meer dan 200 organisaties er toe gebracht de Europese Unie op te roepen tot een permanent verbod op de import van in het wild gevangen vogels. De European Union Wild Bird Declaration, getekend door milieu, dierenwelzijn en veterinaire organisaties uit de gehele de wereld is aangeboden aan de lidstaten, EU commissarissen en de leden van het Europese Parlement.

De onderschrijvers van de verklaring dringen er bij de EU op aan, het huidige moratorium op de import van wilde vogels uit Azië uit te breiden en over te gaan tot een permanent verbod op alle commerciële importen van in het wild gevangen vogels.

Het moratorium loopt aanstaande woensdag af. Volgens de onderschrijvers - waaronder RSPCA, Defenders of Wildlife, Greenpeace, American Bird Conservancy, en de World Parrot Trust - vormt de continuering van de handel een bedreiging voor Europeanen door een mogelijke uitbraak van besmettelijke ziektes zoals de Aziatische vogelgriep, waaraan in 2004 al 32 mensen stierven.

Deze handel onderwerpt ook miljoenen vogels aan een inhumane behandeling, is een bedreiging voor natuurbeschermingsprojecten en bedreigt veel soorten met uitsterven. Vanwege deze gevolgen hebben veel landen besloten te stoppen met de import van vogels, waardoor de EU inmiddels de grootste afnemer in deze handel is geworden.

Europa neemt meer dan 80% van de handel van in het wild gevangen vogels voor zijn rekening en importeert zo'n miljoen wilde vogels per jaar voor de huisdierenmarkt. Zoals in de verklaring te lezen valt worden de meeste van deze vogelsoorten met succes in gevangenschap gekweekt waardoor deze importen overbodig zijn.

De dreiging die deze handel voor Europa vormt werd eens temeer duidelijk toen in oktober wilde arenden vanuit Thailand werden binnengebracht in Brussel. Bij een test bleken zij besmet met het H5N1 vogelgriep virus. Volksgezondheid experts van de Europese Unie en de Verenigde Naties kennen dit virus als een van de dodelijkste waarbij 70% van de besmettingen eindigt met de dood. De wereld gezondheidsorganisatie laat weten bezorgt te zijn over de verspreiding van H5N1 dat zou kunnen lieden tot een uitbraak van een grieppandemie zoals de Spaanse griep die in de jaren 1918-1919 ongeveer 40 tot 50 miljoen doden tot gevolg had. De aanwezigheid van deze vogels in het vliegtuig heeft in potentie honderden mensen blootgesteld aan deze dodelijke ziekte.

"De import van wilde vogels is een duidelijke en constante bedreiging voor de Europese pluimvee sector met grote en dure uitbraken van besmettelijke ziektes" zegt Dr. Jamie Gilardi directeur van de World Parrot Trust. Begin dit jaar geteste papegaaien uit Pakistan bleken positief voor Exotic Newcastle Disease in Italië, maar het Europese waarschuwingssysteem faalde en de pluimvee-industrie was te laat met passende maatregelen.

Steeds weer opduikende besmettelijke zieken zoals vogelgriep en Newcastle disease kosten de belastingbetalers honderden miljoenen euro's. "We kunnen niet langer deze kosten en risico's voor de volksgezondheid negeren" gaat Gilardi verder, "het stoppen van de import is een simpele en effectieve methode toekomstige uitbraken te voorkomen."

De verklaring gaat ook in op de gevolgen die deze handel heeft op de vogels zelf en wijst er op dat hoewel wij zorgvuldig onze eigen wilde vogels in Europa met wetgeving beschermen, er maar weinig mensen zijn die zich realiseren dat we wel doorgaan met het afnemen van miljoenen wilde vogels, zoals papgaaien en zangvogels uit Azië, Afrika en Latijns Amerika. Door ziektes en onvoldoende zorg gaan er voor elke vogel die wordt verkocht in een Europese dierenwinkel ergens anders drie vogels dood. De praktijk van deze handel is ook openlijk wreed en overtreed bestaande dierenwelzijnwetten in de meeste, zo niet alle EU Lidstaten. "Als 's werelds grootste afnemer van wilde vogels moet de EU ook verantwoording dragen voor welzijn en soortbehoud kwesties die het gevolg zijn van deze handel" zegt David Bowles, hoofd externe aangelegenheden van de RSPCA.

"Gebrekkige zorg tijdens het vangen en alle stadia voor de uiteindelijke import betekend dat deze importen niet alleen funest zijn voor de vogels zelf maar ook voor het behoud van soorten. De huidige EU regelgeving blijkt niet afdoende om onverzadigbare handel te controleren en bedreigd het voortbestaan van vele soorten.

"Een op de acht vogelsoorten is bedreigd met uitsterven en de handel is een aanzienlijke bedreiging voor veel van deze soorten, Zegt Carroll Muffett, Senior Director International Conservation van Defenders of Wildlife. "Internationale beschermingmaatregelen voor papegaaien kunnen de vraag naar deze vogels simpelweg niet bijbenen."

De verklaring roept de Europese Commissie op om simpele, duidelijke en makkelijk te handhaven wetgeving in te voeren die haar op een lijn brengt met andere ontwikkelde naties, waaronder de Verenigde Staten.

Zoals Michael J. Parr, Vice President for Program Development van American Bird Conservancy duidelijk maakt, "De Wild Bird Conservation Act van de VS wordt in kringen van natuurbehoud, wetgevers en vogelkwekers erkend als een de meest effectieve natuurbeschermingswet ooit aangenomen in de Verenigde Staten. Het Soortgelijk effect van dergelijke maatregelen elders in de wereld is opvallend. We zien een flinke terugval in het voorkomen van besmettelijke ziekten, Legale en Illegale import, pluimvee productie stijgt en het stropen van wilde vogels stort in". Added Muffett, "Twaalf jaar geleden erkende de VS zijn verantwoordelijkheid in de markt en maakte effectief een einde aan de import van wilde vogels. Het is tijd dat de EU hetzelfde doet."

De volledige tekst van de verklaring en de complete lijst van ondertekenaars vindt u op:

www.worldparrottrust.org/trade/eudeceng.htm

 

 

 top

=================================//===================================

top   NIEUWSBRIEF COM NEDERLAND 25-05-2008

Aan Vogelbonden, vogelverenigingen, exporteurs, handelaren, en liefhebbers van parkiet en papegaaiachtigen.

Betreft eigenaarverklaring bij de handel in papegaaiachtigen volgens EU regelgeving 92/65/EEG

Geachte lezer,

In een gesprek met de heren J. de Haan en J. de Leeuw van het VWA (Voedsel en Warenautoriteit) is de certificering van papegaaiachtigen volgens EU regelgeving 92/65/EEG besproken.
Hierbij aanwezig waren;
De Vereniging van Im- en Exporteurs van Vogels en Hobbydieren
Dhr. B. Braam, secretaris van C.O.M. Nederland.
De VWA verzocht ons de inhoud van dit overleg bekend te maken, vandaar deze brief.

De bestaande instructie betreffende de exportcertificering van alle vogels uit de orde Psittaciformes (alle parkiet en papegaaiachtigen - van Grasparkiet t/m Ara) wordt met onmiddellijke ingang door de VWA strikter nageleefd. Vanaf nu wordt er volgens de geldende VWA-instructies gewerkt wat betekent dat er een eigenaarverklaring bij moet zitten om de herkomst van een psittacose-vrij bedrijf te garanderen. Dit betekent dat de exporteurs een verklaring af moeten geven dat deze vogels afkomstig zijn van een bedrijf of locatie waar geen psittacose is gediagnosticeerd, en deze vogels ook niet in contact zijn geweest met vogels van een bedrijf of locatie waar Papegaaienziekte - Psittacose (Psittakos – Chlamydia psittaci) is gediagnosticeerd in de laatste 2 maanden voor afvoer. Om dit waar te kunnen maken zal bij iedere verkoophandeling een eigenaarverklaring getekend moeten worden, ook door de kwekers/liefhebbers.  Vogels die niet vergezeld gaan van deze eigenaarverklaring komen niet in aanmerking voor de export. Let wel, veruit het grootste deel van de gekweekte vogels gaat op export. Het voortbestaan van de liefhebberij is van de export afhankelijk. Vogels vervoeren naar de buurlanden is ook export en zal ook vergezeld moeten gaan van een exportcertificaat (tracés). Parkiet / Papegaaiachtigen vervoeren naar het buitenland zonder exportcertificaat is strafbaar. Mede gezien de thans geldende transportverordening voor gewervelde dieren, moet men ook in het bezit zijn een vervoersvergunning, en een bewijs kunnen overleggen dat men een opleiding gevolgd heeft in het kader van de geldende transportverordening. De vliegende brigade die de dier - en mesttransporten controleren zullen hier ook op toezien. Wij vertrouwen op uw volledige medewerking, om de export van uw vogels mogelijk te blijven houden. Voor vragen kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersonen.

De eigenaarverklaring kan hier worden gedownload op de websites van de vogelbonden.

Met vriendelijke groet,
Bestuur C.O.M. Nederland
Secretaris Bart Braam .

Contactpersonen:
Voor exporteurs en handelaren Rinus Borgstein 0653641890
Voor vogelverenigingen Bart Braam C.O.M. Nederland 0481-462507
Voor liefhebbers, raadpleeg uw vogelvereniging(en) in de buurt.

top

==============//===============

 

                          Berichten van CITES
                            Als er van de zijde van CITES nieuws te melden is vindt u dat hier.

klik hier

================//==============

 

top

 

         Controle door AID of politie

Op controle door AID of politie gaan vaak de wildste verhalen.
Ook over wat wel of niet mag, hoor je vaak verschillende dingen.
U kunt hieronder een artikel lezen, waarin alles staat wat u zou moeten weten.
 

CONTROLE DOOR DE AID OF DE POLITIE
(opgesteld in overleg met de AID) 2007
 

Wat mag wel en wat mag niet!
Als de AID in een bepaald gebied actief is en een aantal volières van liefhebbers controleert, dan is het snel overal bekend en kun je ook vreemde verhalen horen over wat er allemaal kan en niet kan. Nu het mogelijk is bijna alle vogels te houden, is de verwachting dat de controle ook zal toenemen, In overleg met de AID is onderstaand artikel geschreven, dat u inzicht geeft in deze materie en waarin de rechten en verplichtingen van de vogelliefhebber staan, Voor de liefhebber van regeltjes is ook een verwijzing naar de wetsartikelen opgenomen.


Toezichthoudend - en opsporingsambtenaar.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen toezichthoudend ambtenaar en opsporingsambtenaar. De bevoegdheden van de toezichthoudend ambtenaar en de verplichting van de gecontroleerde zijn vermeld in de Algemene Wet Bestuursrecht, hoofdstuk 5, art 5,11 t/m 5,20, De bevoegdheden van de opsporingsambtenaar zijn vermeld in de Wet op de Economische Delicten, art 18 t/m 26. De ambtenaren van politie en Algemene Inspectiedienst zijn zowel toezichthoudend ambtenaar als opsporingsambtenaar. Een opsporingsambtenaar is bevoegd uw erf te betreden ter controle van de daar aanwezige vogels. Let wel dat controle ook mogelijk is zonder dat de houder aanwezig is. Normaal zal men echter netjes aanbellen bij de voordeur en de controle aanzeggen. Gebruikelijk is dat de controlerend ambtenaar u zal vragen uw medewerking te verlenen om het onderzoek mogelijk te maken door de vogels zodanig te laten zien, dat de ring kan worden gecontroleerd.
 

Betreden van een woning.
Het betreden van een woning is geregeld in de Algemene Wet op het Binnentreden. Legitimatie door de ambtenaar is verplicht bij het betreden van een woning. Indien de ambtenaar op vrijwillige basis de woning mag betreden van betrokkene, zal hij zich eveneens legitimeren. Dus: de ambtenaar zal zich bij het betreden van een erf of woning, gevraagd dan wel ongevraagd legitimeren en het doel van zijn komst meedelen. Wil de opsporingsambtenaar ook controle in uw huis uitvoeren (Opmerking AID: tegen uw wil), dan: heeft hij voor onderzoek in de woning een schriftelijke machtiging nodig. U dient duidelijk bezwaar te maken tegen binnentreden. Onder woning wordt verstaan de plaats waar iemand zijn privé huiselijk leven leidt. Deze plaats is bestemd en wordt gebruikt voor leven en slapen. Tot de woning behoren niet de aan de woning verbonden ruimten die niet voor het huiselijk verkeer zijn ingericht en tevens apart toegankelijk zijn en niet via de woning worden betreden. Wil hij ook nog uw woning (kasten, berging e.d.) doorzoeken, dan mag dat alleen op vertoon van een schriftelijke machtiging tot doorzoeken van de woning in het bijzijn van een officier van justitie of een politieambtenaar die hiertoe is aangewezen (hulpofficier).
 

Machtiging tot huiszoeking.
Ook dan moet u duidelijk uw wil kenbaar maken en dus bezwaar maken. Wanneer tegen de wil van de bewoner met een machtiging tot binnentreden of een machtiging tot huiszoeking toch het onderzoek heeft plaatsgehad, dan zal de opsporingsambtenaar het verslag van binnentreden tegen de wil van de bewoner uiterlijk op de 4de dag na die waarop in de woning is binnengetreden, toezenden aan degene die de machtiging heeft gegeven. Processen-verbaal kunnen worden opgevraagd bij de griffie, meestal tegen een kleine vergoeding. U weet dan wat justitie u ten laste legt. Als u de opsporingsambtenaar zelf binnen laat zonder dat u daartegen bezwaar maakt, door hem b.v. en kopje koffie aan te bieden, dan heeft hij deze machtiging niet nodig. Constateert hij dan een strafbaar feit, dan kan hij handelend optreden.
 

Inbeslagname.
Hij kan ook tot inbeslagname bv. van uw vogels besluiten. U krijgt dan een bewijs van ontvangst. Een bewijs van ontvangst van in beslaggenomen voorwerpen/goederen wordt door de verbalisant ingevuld en ondertekend. Dit bewijs wordt zo mogelijk ter plaatse uitgereikt, maar kan ook per post worden toegezonden. Het is verstandig erop te attenderen dat u wenst dat individuele kenmerken van uw vogels in het bewijs worden vermeld, dus bijv. de ringnummers. Hoewel op dit punt de voorlichting wel eens anders is geweest, wordt erop gewezen dat het de ambtenaar niet is toegestaan de houder als opslaghouder aan te wijzen.(Opmerking AID: Tenzij U daartegen geen bezwaar heeft) Indien vogels c.q. goederen in beslag worden genomen, zullen deze gedeponeerd moeten worden op een daarvoor bestemde plaats.   In het Hand - havingsdocument Floraen Faunawet is vermeld dat de in beslaggenomen vogels ALTIJD uit het verkeer moeten worden genomen.  De opsporingsambtenaar kan u ook verzoeken om vrijwillig afstand te doen van de in beslaggenomen goederen (vogels, vangmiddelen e.d.) en daarvoor te tekenen. Als u echter van mening bent dat deze inbeslagname onterecht is, moet u hiervoor niet tekenen.
 

Informatie via de vogelbonden
Op het bondsbureau is een administratie bijgehouden als bedoeld in artikel 9 van het Vogelbesluit 1994. Ook onder de nieuwe regelgeving is zo'n administratie verplichting. Onder de nieuwe regelgeving moet deze administratie zelfs eens per drie maanden aan het ministerie van LNV ter beschikking worden gesteld. In het belang van het opsporingsonderzoek naar vermoedelijke strafbare feiten kan de toezichthoudend ambtenaar of opsporingsambtenaar (politie of AID) inzage eisen in deze ringenadministratie.

Enkele punten die u als leidraad kunt gebruiken bij controle van uw vogels. 
• Als de opsporingsambtenaar zich (aan uw voordeur) bij u meldt, zal hij zich legitimeren en het doel van zijn komst meedelen. Informeer dan duidelijk naar zijn naam en namens welke bevoegde dienst hij de controle uitvoert en vraag hem zo nodig zich te legitimeren. (noteer naam en dienst waartoe hij behoort)
• Vergezel de opsporingsambtenaar en blijf hoffelijk.
• Op vragen die u in moeilijkheden kunnen brengen, bent u niet verplicht te antwoorden.
• Vinden er handelingen plaats die het welzijn van uw vogels nadelig beïnvloeden, meld dat dan aan de opsporingsambtenaar en protesteer hier tegen.
• Verleen zo nodig medewerking aan de controle door bv. zelf de vogels te vangen.
• Bij een eventuele inbeslagname kunt u verzoeken als voorlopig opslaghouder te worden aangesteld, maar gezien de richtlijn van justitie zal daaraan (Opmerking AID: bij voorkeur) geen gevolg worden gegeven. Vraag, naar welk asiel de vogels worden gebracht (Opmerking AID: Het is echter geen verplichting voor de AID dit kenbaar te maken)
• Als men u verzoekt vrijwillig afstand te doen van het in beslaggenomen voorwerp of goed en dan wel een afstandsverklaring te tekenen, moet u zich realiseren dat u die vogels of goederen niet meer terugkrijgt.


bron; NBvV                                                              

   top

==============//===============

 

 

top   NIEUWSBRIEF COM NEDERLAND 3-3-2008

CITES vergunning of certificaat aanvragen.

Regeling Administratie
Omdat nog niet iedereen bekend is met de Regeling Administratie geven wij hier een korte uitleg. Voor levende dieren die tot een beschermde diersoort horen, moet u in bepaalde gevallen een registratie bijhouden. Dit is bepaald in de ‘Regeling Administratie bezit van en handel in beschermde dier- en plantsoorten’ van de Flora- en faunawet.

Voor welke dieren moet u een registratie bijhouden?
U moet een registratie bijhouden voor de volgende levende, in gevangenschap gefokt en geboren dieren:
· Vogels, opgenomen in Bijlage A
· Gewervelde dieren (geen vogels), opgenomen in Bijlage A
· Vogels en andere uitheemse gewervelde dieren, opgenomen in Bijlage B. Er geldt een uitzondering voor vogels die zijn voorzien van een naadloos gesloten pootring (als bedoeld in de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens) en voor vogels die zijn opgenomen in Bijlage I van de Regeling Administratie.
· Dieren, opgenomen in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG).

Meer informatie?
Kijk voor de volledige ‘Regeling Administratie bezit en handel in beschermde dier - en plantensoorten’ op onze website: www.minlnv.nl/loket. Klik op ‘Vergunning en ontheffing’, ‘CITES’, ‘Wet- en regelgeving’ en klik op ‘Nationaal’. Heeft u nog vragen dan kunt u contact opnemen met het CITES-bureau.

Op de website van UNEP-WCMC kunt u met de Latijnse naam van uw dier of plantsoort nagaan onder welke CITES-Bijlage de soort valt. Klik op 'Animals' (dieren) of 'Plants' (planten). Vink vervolgens 'Soorten’ aan en klik op ‘Zoeken’. Vul (een deel van) de Latijnse naam in bij 'Genus' en klik op ‘Display Details’. Tenslotte ziet u onder het tabblad ‘Legal’ welke Bijlage van toepassing is. Neem bij twijfel altijd contact op met het CITES-bureau.
Link: www.unep-wcmc.org/eu/Taxonomy/index.cfm


Contactinformatie
U kunt het CITES-bureau bereiken op de volgende manieren:

Telefoon
Voor algemene vragen kunt u op werkdagen tussen 08.30 en 16.30 uur gratis bellen met Het LNVLoket: 0800-22 333 22. Vanuit het buitenland: +31 592 332958. Voor specifieke vragen belt u tussen 14.00 en 16.00 uur. U wordt dan doorverbonden met een medewerker van het CITESbureau.
Post (ook voor het toesturen van aanvraagformulieren)
Dienst Regelingen / CITES-bureau
Postbus 19530
2500 CM Den Haag

U kunt uw fax voor het CITES-bureau faxen naar: 070-37 86 139.   Vermeld duidelijk op de fax dat deze bestemd is voor het CITES-bureau.
Het CITES-bureau is ook per e-mail bereikbaar: 
cites@minlnv.nl.

Algemene informatie

CITES staat voor de ‘Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora’. Wereldwijd kent CITES een kleine 180 leden, waaronder alle lidstaten van de Europese Gemeenschap en dus ook Nederland.

Door middel van vergunningen en certificaten wordt de (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren gereguleerd. In Nederland wordt de CITES-regelgeving uitgevoerd door het CITES-bureau. Het CITES-bureau is onderdeel van Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Voor wie?
Veel mensen hebben beroepshalve of hobbymatig met beschermde planten en dieren te maken.

Bijvoorbeeld:
- U koopt een papegaai in een dierenwinkel
- U neemt een souvenir mee van vakantie.
- U exporteert bloembollen;
- U kweekt en handelt bedrijfsmatig in vogels;
- U fokt hobbymatig reptielen;
- U neemt een schildpad over van een familielid die er niet meer voor kan zorgen.

CITES-regelgeving
Op internationaal niveau zijn de bedreigde soorten opgenomen in drie verschillende bijlagen. De bijlage waarin een soort is opgenomen bepaalt of internationale handel is toegestaan en zo ja, onder welke voorwaarden.

De Europese Gemeenschap heeft de CITES-regelgeving vastgelegd in verordeningen. De Europese regelgeving kent naast de CITES-vergunningen het EG-certificaat voor eigendomsoverdracht en commerciële handelingen binnen de Europese Unie.

In Nederland is de Flora- en faunawet van kracht. Door deze wet kan CITES uitvoering geven aan de Europese regelgeving en zijn overtredingen strafbaar gesteld. De Flora- en faunawet kent een verbod op ‘het onder zich hebben’ van bepaalde soorten. Voor particulieren geldt bijvoorbeeld een algeheel verbod op het houden van apen en de meeste katachtigen.

Waar kan ik een CITES vergunning of certificaat aanvragen?
U kunt een aanvraag voor een CITES vergunning of certificaat indienen bij het CITES-bureau. Op de internetsite www.minlnv.nlloket vindt u meer informatie over CITES in het algemeen, wet - en regelgeving en wordt uitgelegd hoe u een vergunning of certificaat kunt aanvragen. Kies bij onderwerpen voor ‘Vergunning en ontheffing’ en ‘CITES’. U kunt ook contact opnemen met het LNV-loket op 0800-2233322 (voorkeurtoets 5) of een e-mail sturen naar 
cites@minlnv.nl.

top

 ===============//================

 

 top           Dringende oproep COM Nederland
                   

Mei 2008.

Al vele jaren is men binnen allerlei instanties en de overheid bezig om tot een verdere invulling te komen van de Flora en Faunawet, en de gezondheids en Welzijnswet voor dieren. In 2006 is weer de discussie op gang gekomen over welke soorten vogels wel of niet mogen worden gehouden in de toekomst. Binnen C.O.M. Nederland en de Commissie wetgevingen is er al veel energie gestoken in dit onderwerp. Dit gebeurt door het bezoeken van veel vergaderingen en het hebben van regelmatige contacten betreffende de wetgeving, binnen allerlei commissies, instanties en het ministerie.
Ook nu in 2007-2008 zijn we daar volop mee bezig. Op dit moment wordt er op aandringen van de Tweede kamer weer gewerkt aan een soort Positieflijst.
Deze lijst zal straks moeten aangeven welke dieren we wel en niet mogen houden, en onder welke voorwaarden.    

top 

==============================//==============================

 

top          Zijn Chocolade en Cafeïne giftig?

Voor ons als mens nee, maar voor onze vogels ja. Chocolade bevat een substantie genaamd theobromine. Cafeïne en theobromine behoren tot de chemische groep van alkaloiden, genaamd gemethyleerde xanthines. Deze worden gevonden in kool, koffie, thee en chocolade. Ook cacaobonen bevatten hoge concentraties theobromide, zo'n 40 mg per gram, en zijn dus zeer gevaarlijk om te geven aan dieren. 20 mg theobromide is voor een Grijzeroodstaart al dodelijk. Als een soort drug, veroorzaakt methylxanthine een stimulatie van het centrale zenuwstelsel, stimulatie van diurese (waterhuishouding in het lichaam), hartspierstimulatie en stimulatie van het gladde spierweefsel. Methylxanthine's worden erg snel en gemakkelijk opgenomen via de mondholte en de maag. De lever moet deze chemische stoffen afbreken en de afvalproducten worden afgevoerd door de nieren. Deze chemicaliën tasten daarom het centrale zenuwstelsel en de nier als eerste aan. Zij veroorzaken verhoogde lichaamsactiviteit wat kan leiden tot tachycardie (veel te hoge hartslag). Vanwege deze verhoogde lichaamsactiviteit kunnen er uitvalsverschijnselen voorkomen. De nieren worden gestimuleerd om sneller te werken en veel urine te produceren. Dit zal leiden tot dehydratie. Ademhaling zal zeer snel gaan en er zal hyper-thermie (te hoge lichaamstemperatuur) optreden wat zal resulteren in de dood. De dood treedt meestal na ongeveer 24 uur in na de eerste symptomen . Er is geen tegengif voor deze stoffen. We kunnen alleen de gevolgen behandelen met speciale zorg en medicijnen om de verschijnselen te remmen.
Voor een vogel kan een kleine hoeveelheid chocolade al dodelijk zijn.  Hoe meer cacao er verwerkt wordt in een product des te gevaarlijker is het voor dieren. Hoe sneller het metabolisme werkt, hoe minder van de stof er nodig is voor een fataal einde. Bij katten is slechts 80-150 mg per kg lichaamsgewicht al fataal. Een hond heeft maar 5 gram per kilo nodig. Een vogel heeft een nog sneller metabolisme dan een kat en nog een veel kleiner lichaam, zodat slechts een kleine hoeveelheid toxisch zal zijn en mogelijk de dood tot gevolg kan hebben. Omdat we niet precies weten welke hoeveelheid toxisch is voor vogels, moeten we vermijden dan onze vogels in contact komen met iets van koffie of chocolade.    

Het is niet te begrijpen dat er in dierenspeciaalzaken in chocolade gehulde pinda's verkocht worden als lekkernij voor vogels!

top

      ==============================================//=============================================

 

top     30-09-2008 

Dennis Papegaaien


Eigenlijk zijn het groepsdieren die in de tropen moet leven, maar ja, veel mensen vinden het gezellig en willen het toch. Een papegaai thuis, te koop in de papegaaienwinkel. Maar hoe weet je nou of het dier helemaal in orde is? En wat als u een papagaai koopt die ziek is, vliegt uw geld dan letterlijk de deur uit?

U denkt een beo te kopen, maar het blijkt een andere vogel te zijn. U koopt een 1-jarige papegaai maar die blijkt al meer dan 20 jaar oud te zijn. Of u koopt tot 2 keer toe een papegaai, maar die sterft dezelfde week. Tientallen klachten staan er op internet over Dennis Papegaaien en wij gaan verhaal halen.

De twee winkels van Dennis papegaaien in Den Haag en in Den Ilp (bij Amsterdam) bestaan al jaren. En er is ook al jaren iets mis met de vogels die Dennis fokt en verkoopt. Veel mensen kopen hier een papegaai die al snel na aankoop doodgaan. Ze krijgen dan vaak een tegoedbon, maar er is nooit een nieuwe vogel voor deze mensen. Ze kunnen dan tegen bijbetaling wel een vogel meekrijgen die eigenlijk goedkoper is.
Sati Kavrar kocht in december 2007 een edelpapegaai (vrouwtje) bij Dennis voor 800 euro plus 80 euro aan verzekering. Het beestje was na 2 dagen al ziek. Ze bracht haar terug en Dennis zou haar verzorgen. Toen Sati na twee dagen Dennis belde zei hij dat het beestje was overleden. Er werd beweerd dat Sati het beestje had uitgehongerd . Sati wilde het beestje graag terug om het bij de dierenarts te laten onderzoeken, maar dat kon niet, het was al gecremeerd. Sati heeft in de weken daarna elke week gebeld of er al een nieuwe papegaai voor haar was, maar die was er nooit.

Zo zijn er tientallen gedupeerden met soortgelijke verhalen. De papegaai van Coba van Duijvenbode heeft haar 850 euro gekost. Dennis vertelt haar dat ze ook een verzekering moet afsluiten voor het beestje, voor het geval er iets zou gebeuren. Dit kost nog eens 200 euro. Zes weken later komt ze erachter dat hij veerrot heeft en is ermee terug gegaan naar Dennis. Ze was verzekerd en kreeg een nieuw beestje mee, van 1,5 jaar oud. Hier ging Coba mee akkoord, maar ze moest wel weer een nieuwe verzekering afsluiten. Papegaaien hebben een ringetjes om hun poot waarop het geboortejaar staat. Toen Coba een dierenarts bezocht, vertelde deze haar dat de papegaai in 1987 geboren was en dus al 20 jaar oud was! Coba belt woedend Dennis op en hij zegt dat ze "niet moet zeuren en dat het wel vaker voorkomt dat een oude ring gebruikt wordt."

Dokter Hedwich van de Horst van het NOP Veldhoven (Nederlandse Opvang Papegaaien): "Het komt heel sporadisch voor dat er ringetjes worden gebruikt uit bijv. het jaar daarvoor. Hele oude ringen komt NIET voor. De verzekering die klanten afsluiten bij Dennis Papegaaien is dubbel. Mensen hebben sowieso al garantie als ze kunnen aantonen dat fout bij de verkoper/kweker ligt en krijgen dan hun geld terug. Ze MOETEN dan hun geld terug krijgen in tegenstelling tot wat Dennis Jansen doet (tegoedbon)."

Dennis beweert in de koopovereenkomst dat al zijn papegaaien tam worden en gaan praten. Maar wij hebben van een deskundig dierenarts gehoord dat hij dat niet zo kan stellen, want je kunt nooit garanderen dat een papagaai gaat praten of tam wordt.

We hebben contact gezocht met Dennis Papegaaien en hebben hem vragen gesteld over zijn verzekeringsplan en werkwijze. Hieronder ziet u na een verklaring van Dennis Jansen onze vragen en zijn antwoorden.

Dennis Jansen:
Wanneer er door Dennis Papegaaien een vogel tegoed moet worden gegeven i.v.m. inruil/omruil, wordt er, wanneer er binnen afzienbare tijd niet de exacte leeftijd en/of soort beschikbaar is, ten allen tijde een soortgelijke vogel aangeboden! U moet weten dat er vele soorten zijn en niet altijd binnen een bepaald tijdsbestek geboren worden.

Zo ook inzake de mensen welke bij u de klachten gemeld hebben. Zij zijn niet gewillig een andere vogel te nemen, maar ook niet geduldig genoeg wat langer te wachten op de exacte soort en/of leeftijd zoals besteld.

Alle babyvogels worden als volgt gekweekt: Vogels leggen eieren in maart/april (21/28 dagen broedtijd), vogels worden 5 weken door ouders grootgebracht, dan worden ze nog 4 weken door Dennis Papegaaien grootgebracht. Dus de meeste baby papegaaitjes zijn in juli/augustus/september weer aanwezig, zoals besproken met al onze klanten welke wachten op een jonge vogel.

Vragen

Opgelicht?!: U verkoopt verzekeringen; bij wie loopt die verzekering?

Dennis Jansen: Bij Dennis Papegaaien

Opgelicht?!: U verkoopt verzekeringen die onnodig zijn, kosten 80 euro (soms andere bedragen), terwijl een consument via de wet altijd al recht heeft op garantie als kort na de aankoop een gebrek naar boven komt. Waarom doet u dat?

Dennis Jansen: Wanneer de klant gebruikt maakt van de wettelijke garantie en de vogel ziek wordt of overlijdt, moet een specialist-dierenarts bepalen wat de oorzaak is of was. Deze onderzoeken en/of secties zijn minimaal vele honderden euros ! Wanneer de klant de vogel verzekert, krijgt de klant bij ziek worden of overlijden een nieuw vogel, dit zonder enige tussenkomst van dierenarts wat betreft onderzoeken en/of sectie.
Wanneer zou blijken dat de klant de vogel heeft laten vallen/tegen een raam zijn nek breekt/doodgaat door verslikking (voeren met spuit) krijgt de klant bij wettelijke garantie niets! De verzekering van Dennis Papegaaien dekt volledig alles wat er ook maar kan gebeuren met een jonge papegaai.

Tevens is de klant ook verzekerd voor noodzakelijke dierenartskosten, al eerder genoemd, deze kosten zijn bij de papegaaienartsen zeer tot heel hoog in de praktijk!

Opgelicht?!: In uw koopovereenkomst staat dat u de klant afstand wilt laten doen van "het recht tot ontbinding van de koopovereenkomst", bijvoorbeeld als het beest ziek is. Dat kan niet, want u heeft niet het recht dat zo te stellen, omdat het in de wet bepaald is dat iemand daar geen afstand van kan doen. Waarom doet u dat?

Dennis Jansen: Dit recht staat sinds 1970 vermeld in ons garantieplan, wij hebben nog nooit deze bepalingen aangehaald in enige kwestie wat betreft garantie.

Opgelicht?!: U zegt in de koopovereenkomst dat alle papegaaien tam worden en gaan praten; wij hebben van een deskundig dierenarts gehoord dat u dat niet zo kan stellen. Je kunt nooit garanderen dat een papagaai gaat praten of tam wordt.

Dennis Jansen: Wij kunnen 99% garanderen bij bepaalde soorten dat deze tam zijn en blijven en zeer goed gaan praten. Welke dierenarts heeft sinds 1970 ervaring met papegaaien? Maar deze garantie moet uw programma niet te letterlijk nemen, wij geven een levenslange omruilgarantie voor wat voor reden dan ook! Het gaat er hier om dat de klant de vogel bij ons terug brengt en niet in een asiel of zogenaamd opvang tehuis belandt wanneer er problemen komen, zoals: schreeuwen, gedragsstoornis of eenkennigheid. Wij plaatsen deze vogels in ons park met soortgenoten en de klant krijgt van ons een soortgelijke vogel mee om het van jongs af aan nogmaals te proberen, ieder dier reageert anders. Niemand koopt een dier om deze ooit weg te doen, toch!? Maar daarom zitten de asiels overvol , wij blijven zo op deze manier altijd mede verantwoordelijk voor de door ons gekweekte papegaaien, ara’s en kaketoes.

Opgelicht?!: Waarom moet iemand die zich dan toch bij u verzekerd heeft voor evt. ziekte van een papagaai eerst contact met u opnemen? Waarom kan zo’n klant niet direct naar een dierenarts naar keuze om de ziekte vast te laten stellen, of naar de verzekeringsmaatschappij?

Dennis Jansen: Wanneer de vogel met spoed moet worden behandeld voor bijv. een gebroken snavel of -poot, of door te hete pap gescheurde krop, weten wij binnen 10 minuten welke papegaaienarts er per direct kan helpen. Er zijn in Nederland maar 6 goede papegaaienartsen, moet u weten. Meestal -en dat moet uw ''deskundige dierenarts'' kunnen beamen -, worden er door de gewone dierenartsen veelal foute diagnoses gesteld, dit omdat deze zeer kundige artsen gewoonweg te weinig papegaaien behandelen.

Wij besparen onze klanten met deze papegaaienverzekering vele extra kosten bij de dierenarts wanneer er iets gebeurt met de vogel. Wanneer de vogel (meestal) fluitend groot wordt, is het onnodig geweest, maar dat is met alle verzekeringen natuurlijk.

Het nemen van een papegaaien verzekering is geheel vrijblijvend en wordt niet verkocht, zoals uw programma dit noemt.

 

Klik hier om de video in een nieuw scherm te openen

=================================

Voorbeeldbrief sommatie
Heeft u na problemen met de aankoop van een papegaai een tegoedbon gekregen van Dennis Papegaaien? En ondervindt u problemen bij het verzilveren van deze bon? Speciaal voor de mensen die hun geld terug of een andere papegaai willen, hebben we een voorbeeld - sommatiebrief gemaakt. Met deze brief geeft u Dennis Jansen van Dennis Papegaaien een week de tijd om zijn verplichtingen na te komen. Doet hij dit niet, kunt u uw recht via een advocaat/jurist uitoefenen.

 Brief 1: Als u uw aankoopbedrag terug wilt en geen nieuwe papegaai.

Dennis Papegaaien
Torenstraat 34
2513 BS Den Haag

<uw woonplaats>,  <datum>

Betreft: sommatie

Geachte meneer Jansen,
In <maand en jaar> heeft u mij een tegoedbon aangeboden voor een vogel uit uw assortiment, omdat mijn originele aankoop niet aan de verwachtingen voldeed. Tot heden heb ik bij u de bon niet kunnen verzilveren, omdat u mij niet kunt leveren wat u mij toegezegd heeft. Op grond hiervan beroep ik mij op het recht om mijn aankoopbedrag terug te ontvangen.

Aankoopbedrag: <vul het bedrag in>
Ik verzoek en zonodig sommeer u om binnen zeven dagen na heden het bovengenoemde bedrag te betalen middels overboeking op rekening <uw rekeningnummer> t.n.v. <uw naam>.

Geeft u aan deze sommatie geen gevolg, dan stel ik u hierbij voor als dan in gebreke, en ben ik genoodzaakt een advocaat/jurist in te schakelen om mijn recht uit te oefenen.

Hoogachtend,

<uw handtekening>

<uw naam>

-----------------------//----------------------

Brief 2: Als u binnen een week in de gelegenheid wilt worden gesteld om een nieuwe papegaai uit te zoeken. Zo niet, wilt u uw geld terug.

Dennis Papegaaien
Torenstraat 34
2513 BS Den Haag

<uw woonplaats>, <datum>
Betreft: sommatie

Geachte meneer Jansen,
In <maand en jaar> heeft u mij een tegoedbon aangeboden voor een vogel uit uw assortiment, omdat mijn originele aankoop niet aan de verwachtingen voldeed. Tot heden heb ik bij u de bon niet kunnen verzilveren, omdat u mij niet kunt leveren wat u mij toegezegd heeft. Op grond hiervan beroep ik mij op het recht om mijn aankoopbedrag terug te ontvangen.

Aankoopbedrag: <vul het bedrag in> Ik verzoek en zonodig sommeer u om mij binnen zeven dagen in de gelegenheid te stellen om een nieuwe papegaai uit te zoeken. Als u mij deze gelegenheid niet binnen de gestelde periode biedt, wil ik het bovengenoemde aankoopbedrag terug middels overboeking op rekening <uw rekeningnummer> t.n.v. <uw naam>.

Geeft u aan deze sommatie geen gevolg, dan stel ik u hierbij voor als dan in gebreke, en ben ik genoodzaakt een advocaat/jurist in te schakelen om mijn recht uit te oefenen.

Hoogachtend,

<uw handtekening>

<uw naam>

http://www.opgelicht.nl/

 

top

===============//=================

 

 

Stichting Papegaai vraagt jouw hulp! Teken de petitie

 

 

 

top

===============//=================

 

 

top                                 NIEUWSBRIEF COM NEDERLAND  

3-3-2008



LAATSTE NIEUWS CITES-BUREAU
Als organisatie hebben we de laatste tijd regelmatig meldingen gekregen dat er intensief wordt gecontroleerd op de naleving van de CITES verordening, en vooral het bijhouden van de registratie.
Met de A.I.D. en Bureau LASER is hierover gesproken, en in de volgende Nieuwsbrief wordt een en ander nog eens duidelijk uiteengezet.

Vriendelijke groeten
Bart Braam
Secretaris


Nieuwsbrief
februari 2008

Regeling Administratie
Omdat nog niet iedereen bekend is met de Regeling Administratie geven wij hier een korte uitleg.
Voor levende dieren die tot een beschermde diersoort horen, moet u in bepaalde gevallen een registratie bijhouden. Dit is bepaald in de ‘Regeling Administratie bezit van en handel in beschermde dier- en plantsoorten’ van de Flora- en faunawet.
Voor welke dieren moet u een registratie bijhouden?
U moet een registratie bijhouden voor de volgende levende, in gevangenschap gefokt en geboren dieren:
- Vogels, opgenomen in Bijlage A
- Gewervelde dieren (geen vogels), opgenomen in Bijlage A
- Vogels en andere uitheemse gewervelde dieren, opgenomen in Bijlage B. Er geldt een
uitzondering voor vogels die zijn voorzien van een naadloos gesloten pootring (als
bedoeld in de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens)
en voor vogels die zijn opgenomen in Bijlage I van de Regeling Administratie.
- Dieren, opgenomen in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG).
Meer informatie?
Kijk voor de volledige ‘Regeling Administratie bezit en handel in beschermde dier- en
plantensoorten’ op onze website: www.minlnv.nl/loket . Klik op ‘Vergunning en ontheffing’,
‘CITES’, ‘Wet- en regelgeving’ en klik op ‘Nationaal’. Heeft u nog vragen dan kunt u contact opnemen met het CITES-bureau.
Op de website van UNEP-WCMC kunt u met de Latijnse naam van uw dier of plantsoort nagaan onder welke CITES-Bijlage de soort valt. Klik op 'Animals' (dieren) of 'Plants' (planten). Vink vervolgens 'Soorten’ aan en klik op ‘Zoeken’. Vul (een deel van) de Latijnse naam in bij 'Genus' en klik op ‘Display Details’. Tenslotte ziet u onder het tabblad ‘Legal’ welke Bijlage van toepassing is.
Neem bij twijfel altijd contact op met het CITES-bureau.
Link:  www.unep-wcmc.org/eu/Taxonomy/index.cfm 
Contactinformatie ,
U kunt het CITES-bureau bereiken op de volgende manieren:
Telefoon
Voor algemene vragen kunt u op werkdagen tussen 08.30 en 16.30 uur gratis bellen met Het LNVLoket:
0800-22 333 22. Vanuit het buitenland: +31 592 332958. Voor specifieke vragen belt u
tussen 14.00 en 16.00 uur. U wordt dan doorverbonden met een medewerker van het CITESbureau.
Post (ook voor het toesturen van aanvraagformulieren)
Dienst Regelingen / CITES-bureau
Postbus 19530
2500 CM Den Haag

U kunt uw fax voor het CITES-bureau faxen naar: 070-37 86 139. Vermeld duidelijk op de fax dat deze bestemd is voor het CITES-bureau.
Het CITES-bureau is ook per e-mail bereikbaar: cites@minlnv.nl.

 

   top

 

==================================================//====================================================

 

 Oerles park 'weigert geen enkele papegaai'

top
In een grote vogelkooi zit een groene papegaai. Het dier is zo dik dat-ie nauwelijks op zijn stokje kan zitten. Gevolg van een jarenlang liefdevolle, maar ondeskundige verzorging. In de volgende kooi zit een krijsende roodstaart met een kale borst. Het dier is na jarenlang eenzaam verblijf in een kooi zo gefrustreerd geraakt dat hij zichzelf heeft kaalgeplukt.

Zomaar twee willekeurige dieren die recent bij het Oerlese papegaaienpark zijn binnengebracht. De dierenarts moet de vogels nog onderzoeken, maar een leek kan zien dat ze er niet goed aan toe zijn. "Wij weigeren niets" , zegt directeur Tonnie van Meegen, "maar je ziet hoe sommige dieren erbij zitten. Of deze dieren het redden? Ik weet het niet."

Vrijwel alle papegaaien die binnenkomen zijn verkeerd gevoerd. Veel eigenaren geven een mix van noten en zaden. Maar papegaaien zijn net mensen: die pikken de lekkerste hapjes eruit. Zonnebloempitten, bijvoorbeeld. En die zijn veel te vet. De noodzakelijke toevoeging van vers fruit en groente schiet er vaak bij in. Nog erger is dat de dieren uit misplaatste dierenliefde allerlei lekkernijen krijgen toegestopt, zoals chocolade of koekjes. Andere dieren komen ziek binnen. Sommige eigenaren houden wel heel veel van hun Taco of Pepe, maar als er hoge rekeningen dreigen van de dierenarts maken ze toch maar liever een ritje naar Oerle.

Papegaaien zijn geen huiskamervogels, stelt W. Weinbeck, voorzitter van de Nederlands-Belgische bond Pakara (Papegaaien, kaketoes, ara's). "Het zijn en blijven wilde dieren." Veel mensen kopen een papegaai in een opwelling. De bond waarschuwt daarvoor. Niet alleen omdat een papegaai heel veel verzorging nodig heeft, maar ook omdat ze lang meegaan. Hoe lang? " Met een goede voeding en verzorging kunnen ze vijftig, misschien zelfs zestig jaar worden, maar de meeste halen dat niet." Veterinair patholoog dr. G. Dorrestein uit Vessem, die alle autopsies voor het Oerlese park verricht, vindt dat te optimistisch. Volgens Dorrestein – niet te verwarren met de directeur van Blijdorp – is de gemiddelde leeftijd van papegaai-achtigen hooguit 35 jaar. "Het verschilt per soort. Een grote ara wordt ouder dan een Amazone-papegaai, die al met 25 jaar ouderdomsverschijnselen vertoont. Er zijn er die zeggen dat hun dier zeventig jaar oud is, maar ik heb dat nog nooit gezien."

Weinbeck van Pakara noemt de opvang in Oerle 'niet ideaal', maar wel nuttig. "Het is beter dan niets. Want waar zouden afgedankte papegaaien dan naartoe moeten?" Medewerkers van het park hebben deze week de papegaaien handmatig geteld. Daaruit bleek dat er dieren worden vermist. Bij het NOP zijn vaker papegaaien gestolen, waaronder de vogel die 'I love you' kon zeggen.

bron: ed.nl
aanmaakdatum: 16-01-2009

top

===============//===============

 

 

     Muizen en ratten vangen zonder gif .

     top

Klik op plaatje  

 

   

 

 

       ===============//===============

Oerbossen

Afrika.
Het op één na grootste tropisch regenwoud ter wereld ligt in Centraal Afrika. Dit oerbos strekt zich uit over landen als Kameroen, Gabon en Congo. Onze meest naaste bloedverwanten wonen hier: de chimpansee, de gorilla en de bonobo (dwergchimpansee).


Het Afrikaanse oerbos heeft een oppervlakte van ongeveer 2 miljoen vierkante kilometer; dat is drie maal zo groot als Frankrijk. De helft hiervan ligt in de Democratische Republiek Congo.

Het tropisch regenwoud van Afrika is van grote ecologische waarde; het bos herbergt 270 soorten zoogdieren, waarvan er 39 alleen in het Afrikaanse regenwoud voorkomen. Okapi's (verwant aan de giraffe), bosolifanten en talloze kleurrijke vogels vinden hier onderdak. Daarnaast zijn er in het bos meer dan 10.000 plantensoorten te vinden, waarvan er 3.300 nergens anders ter wereld voorkomen.

Er was eens…
Ooit was het regenwoud van Afrika één grote groene deken, die zich uitstrekte van Senegal tot Ethiopië, en van Zuid-Sudan tot Zimbabwe. Maar de oorspronkelijke bossen van West-Afrika, Nigeria, Ghana en Ivoorkust zijn al vrijwel geheel verdwenen, met name door houtkap, conversie naar landbouwgrond en mijnbouwprojecten.

Het resterende regenwoud wordt letterlijk in stukken gezaagd door industriële houtkap. Het woud wordt geplunderd voor boomsoorten zoals Afrormosia en Wengé, die veel geld opleveren. De bewoners van het bos krijgen nauwelijks vergoeding voor exploitatie van hun grond of worden grofweg geïntimideerd. Sommige houtsoorten zijn inmiddels met uitsterven bedreigd.

Europa is grootgebruiker
De Europese markt is één van de grootste afnemers van Afrikaans hout. De meeste houtkapconcessies in Afrika zijn in handen van grote Europese houthandelaren, waaronder ook Nederlandse bedrijven.
 

Meer informatie

http://www.greenpeace.nl/campaigns/oerbossen-2

-----------------------------------------------------

 

top